Een maand in Mongolië (met heel veel wandelen).

Inleiding:

In de zomervakantie van 2002 gingen Hanneke en Jan met HT-wandelreizen naar Mongolië, om daar onder andere in totaal 13 dagen, met bagagevervoer door lastdieren, te gaan wandelen. Het zou een hele boeiende reis worden met niet alleen onafzienbare grassteppen met af en toe een kudde yaks of een ger, maar ook bijvoorbeeld een hooggebergte van meer dan 4000 meter hoog.
Hieronder het verslag van de hele reis.

Wil je alles lezen, sla de index-tabel over en lees daarna gewoon verder. Ben je alleen geïnteresseerd in een bepaald gebied of een bepaalde activiteit, kijk dan eerst even in de onderstaande index-tabel.

heenreis 20 juli 2002
Ulan Bator (en verder) 22 juli 2002
eerste trekking 27 juli 2002
met de auto van oost naar west 1 augustus 2002
tweede trekking 7 augustus 2002
terug naar Ulan Bator 15 augustus 2002
terugreis 18 augustus 2002

terug naar index

Dag 1

(zaterdag 20 juli 2002) heenreis

Lang geleden dat we 's nachts om drie uur opstonden, maar deze dag moest het: om half vier zou de taxi ons naar het station brengen en vervolgens zouden we met de trein naar Schiphol gaan. We ontmoeten daar de rest van de groep met wie we een (wandel)reis van ongeveer een maand door Mongolië zouden maken. De groep bestond uit 15 toeristen en een gids.
Op Schiphol eerst op twee (veel te) laatkomers van de groep gewacht, redelijk op tijd naar Frankfurt vertrokken en daar weer gewacht op het vliegtuig naar Tashkent. Op Frankfurt een onbetaalbare hotdog gegeten en toen maar weer vliegen. We hadden een plaatsje bij de nooduitgang, maar om de één of andere vage reden moesten we toch een rij naar achteren. Jammer: scheelt een hoop beenruimte.
De vlucht met Uzbekistan Airlines naar Tashkent verliep verder rustig: veel slapen, lezen, (niet eens echt slecht) eten, drinken en muziek luisteren. Rond half tien geland en na het invullen van de nodige formulieren werden we met een bus naar ons hotel gebracht. Daar nog even wat gedronken en toen, na een heerlijke douche, naar bed gegaan. 

terug naar index

Dag 2

(zondag 21 juli 2002)

Omdat we om half zeven werden gewekt voelden we ons ook vandaag vrij duf. Niet alleen door de reis en het weinige slapen, maar ook nog door het tijdverschil. Maakt verder niet uit; het is tenslotte vakantie?!
Na een vrij uitgebreid ontbijtbuffet stappen we in de bus en maken een toer van zo'n drie uur door Tashkent. We stoppen o.a. bij het grote standbeeld ter herinnering aan de aardbeving van 1966 (waarbij heel veel mensen omkwamen en een groot gedeelte van de stad verloren is gegaan), een moskee (die ons een beetje aan Iran deed denken) en lopen een rondje over de bazaar. Wij zijn hier overigens zelf ook een toeristische attractie: veel westerlingen komen hier zo te zien niet. Verder gaan we nog een stukje mee met de metro en ook hier totaal geen afval of graffiti. Tashkent is een hele schone stad, kent heel veel bedelaars maar ziet er niet echt armoedig uit. De kleding is opvallend bloot; zeker gezien het grote aantal moslims dat hier woont. Ook zijn er veel minder dikke mensen dan verwacht. Alles bij elkaar doet het veel minder Sovjetunie-achtig aan dan wij hadden verwacht.
Rond de middag gaan we naar de luchthaven en checken weer alles in. We hebben nu, als groep, veel minder overwicht door heel veel extra kilos in de handbagage te stoppen. Scheelt de reisorganisatie toch een hoop geld.
Het vliegtuig is slechts halfvol en we zitten ook nog bij de nooduitgang: ruimte genoeg dus. Ook nu vliegen we weer met Uzbekistan Airlines: prima toestellen en redelijke maaltijden. Na veel slapen en nog wat lezen arriveren we vijfeneenhalf uur later in Beijing. Vrijwel nog nooit zijn we zo snel een vliegveld afgekomen. Anders dan voorspeld, deze moderne luchthaven.
Na nog een uurtje rijden in een afgeladen busje komen we bij ons, ook nu weer, redelijk luxe hotel. Het is erg warm en plakkerig weer, dus na een kopje thee gedronken te hebben eerst maar eens douchen en dan, na middernacht, gaan slapen.

terug naar index

Dag 3

(maandag 22 juli 2002) Ulan Bator

Ontbijt om acht uur, met heel veel typisch Chinese gerechten: noodles, dimsum, roerbakgroente en cake, maar ook brood en eieren. Hoewel de groep zeer bereisd is (wij horen bij de mensen die het minste buiten Europa gereisd hebben; dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld onze eigen vrienden/kennissen/collega's-kring) houden de meeste zich bij de bekende dingen. Dit verklaart waarschijnlijk ook waarom niemand van de broodjes wilde proeven die Hanneke en ik in Tashkent gisteren op straat hadden gekocht: men is toch een beetje bang ziek te worden van onbekend voedsel.
We hebben slechts twee uur voor we naar het vliegveld gaan en met de meeste andere van de groep lopen we, in de regen en hitte, naar de tempel van de hemel. Daar moeten we echter entree betalen en men accepteert geen dollars. Dan maar, met z'n vijven, snel heen en weer naar het plein van de hemelse vrede. Groot. In een half uurtje lopen we het, samen met heel veel Chinese toeristen, rond en gaan dan terug naar het hotel.
Met de bus naar de luchthaven en daar inchecken, wachten, koffie van zes dollar per kopje (!) drinken en dan vliegen. Zo'n twee uur vliegen en een uur tijdverschil later landen we op Ulan Bator (de schrijfwijze van deze stad varieert nogal; maar dat is een ander verhaal). Met een stel busjes naar het hotel: niet echt luxe, zeer zachte bedden, maar wel een kamer met een zitkamergedeelte.
Met de hele groep gaan we eten in een Koreaans restaurant vlakbij het hotel. Een buffet met heel veel verschillende (onbekende) gerechten, waarvan de meeste heel lekker smaken. Na nog een afzakkertje genomen gaan we terug naar het hotel met de zeer zachte bedden en de niet al te beste douche.

terug naar index

Dag 4

(dinsdag 23 juli 2002)

Na een nacht van weinig slapen en veel diaree (jawel, het is dan toch een keer gebeurd tijdens de vakantie en ik ben nog één van de zeer weinigen ook) gaan we ontbijten. Het duurt even voor iedereen gehad heeft: efficiëntie is niet de sterkste kant van de keuken. Zelf hou ik het maar bij alleen een kopje thee. Op het programma staat Ulan Bator bekijken. Met veertien mensen stappen we in een bus en de twee telaatkomers (jawel: die twee, Maurits en Marije, die ook op Schiphol te laat waren) rijden in de auto er achteraan. We rijden naar een heuvel net buiten de stad. Je hebt daar een prachtig uitzicht over de stad en tevens is het een herdenkingsmonument voor alle gevoerde oorlogen.
Ons volgende bezoek is dat aan een heel groot lamaïsme (een Godsdienst verwant aan het Boeddhisme) kloostercomplex. Erg mooi, met o.a. een koperen boeddhabeeld van 26 meter hoog. Bijzonder is dat Boeddha staat; meestal wordt hij zittend afgebeeld.

Jonge monnik. (foto: John Verbeek)

Vervolgens gaan we naar de bank om geld te wisselen. Dit gaat bijzonder snel en voor een Euro krijg je net zo veel als voor een dollar. In de meeste landen is dat wel anders. We hadden dus geen dollars hoeven te halen op Schiphol.
Lunchen doen we in een soort bakkerij. Gezien de vele toeristen zal die ook wel in de Lonely Planet staan. Zelf hou ik het bij alleen appelsap, maar van de rest van de groep begrijp ik dat het een goede keuze geweest is om hier heen te gaan. De eigenaar is overigens een vriend van John (onze reisleider) en hij is een aantal jaren geleden een paar weken in Nederland op bezoek geweest. Na de lunch gaan we naar het historisch museum. Natuurlijk vooral vanwege de dinosaurus skeletten. De rest van het museum is overigens ook best leuk; jammer alleen dat er niets in het Engels staat aangegeven.
In de bloedhitte lopen we naar het postkantoor voor kaarten en postzegels. Ulan Bator zal deze reis de enige plaats zijn waar we die kunnen kopen. Inmiddels begin ik me steeds beroerder te voelen en besluit naar het hotel te gaan om een paar uur te gaan slapen. Hanneke gaat met de rest van de groep naar een voorstelling. Die schijnt best leuk te zijn, met o.a. de beroemde Mongoolse keelzang. Het eten na afloop is Indiaas: niet helemaal haar smaak. Om een uur of negen is Hanneke terug en al snel slapen we allebei (in mijn geval: weer).

terug naar index

Dag 5

(woensdag 24 juli 2002)

Deze morgen lekker uitgeslapen en na het ontbijt, voor mij alleen een paar boterhammen met jam, hoewel m'n darmen tot rust te lijken zijn gekomen, lopen we naar het postkantoor om nog wat postzegels te halen. Postzegels van 200 en 400 Tugrik (de munteenheid van Mongolië; door mij roepies genaamd) zien er namelijk precies hetzelfde uit en ik had me een drietal keren vergist met plakken. Na deze warme wandeling wachten we bij het hotel en tegen twaalven zijn de drie busjes geladen en rijden we weer naar dezelfde lunchplaats als gisteren.
Na een lekker broodje stappen we in en gaan we 'echt' Mongolië in. Ulan Bator is vrij groot met aan de rand een aantal woonwijken met alleen maar gers. Een ger (het, bekendere, Russische woord is yourt) is een soort grote tent en heel veel Mongolen prefereren een ger boven een appartement. Als we de stad uit zijn beginnen de grassteppen: heuvelachtig en kaal. Een prachtig landschap waar we nog uren naar zullen kijken. Het eerste stuk van de weg is nog geasfalteerd, maar wel met een hoop gaten en kuilen.
Bij een ovo, een heiligdom die bestaat uit een hoop stenen met blauwe lappen en allerlei offers in de vorm van bijvoorbeeld kaas, geld of drank, stoppen we en lopen we drie rondjes, met de klok mee. Dit moet ons behoeden voor pech en ongelukken.
Al snel nadat we zijn gaan onverhard rijden houden we een korte pauze voor wat fruit en om te genieten van de stilte. Nog een stuk rijden verder komen we bij het informatiecentrum van de przewalskipaarden. Die beesten zijn zo'n tien jaar geleden geherintroduceerd. In het wild waren ze toen uitgestorven en, mede door subsidie vanuit Nederland, lopen er nu meer dan 100 rond.

Typisch Mongools landschap. (foto: John Verbeek)

We rijden het natuurreservaat in en bij een riviertje is een prachtige kampeerplek waar we stoppen. Voor de eerste keer deze reis zetten we de tent op. Een makkelijk op te zetten en ruime tent. Als tie staat drinken we een kopje thee en stappen daarna weer in de auto. We gaan opzoek naar de paarden. Al snel zien we ze, samen met een stel herten. Door het prachtige avondlicht zullen ze vast heel mooi op de dia's uitkomen.
Als we terug zijn is het tijd voor avondeten. Het toetje is een taart: Sonja is jarig. Ze heeft zelf nog voor chips, cola en bier gezorgd, maar omdat ik mijn darmen nog niet helemaal vertrouw nuttig ik daar maar niet te veel van.
Het blijft lang licht en mede daarom gaan we pas na middernacht naar bed.

terug naar index

Dag 6

(donderdag 25 juli 2002)

Onze tent stond in de schaduw (altijd opletten als je je tent opzet!) en daarom stonden we pas tegen half negen op. Een aantal mensen was al om zes uur opgestaan om vogels te kijken, maar echt veel bijzonders hadden ze niet gezien. We ontbijten lekker in het, nu nog niet al te warme, zonnetje en rond een uur of tien zijn we weer onderweg naar de asfaltweg van gisteren. Ook nu genieten we weer van de vergezichten op de steppen, met hier en daar een kraanvogel. In eerste instantie rijden we, ondanks de vele al dan niet ontweken kuilen, redelijk door, tot we een lekke band krijgen. Ook de reserveband is lek, maar van een andere auto (dus niet één van onze eigen groep) lenen we er één tot we bij een benzinepomp zijn. Daar wachten we op één van onze eigen busjes en dan wordt er één band geplakt. Die tweede heb je nu niet nodig, dus die hoeft ook niet geplakt te worden, aldus de Mongoolse logica. 
We rijden nog een klein stukje en komen dan bij de lunchplek. Daar eten we wat, zitten zoveel mogelijk in de schaduw en rijden dan weer verder. Af en toe een korte stop om, bijvoorbeeld, kamelen te fotograferen of omdat de auto een kokende motor heeft. Het is inmiddels zo warm dat de kraanvogels de schaduw van de elektriciteitsmasten opzoeken.

Onze eerste kamelen deze reis. Onze eerste kamelen deze reis.

Tot een kilometer of tien voor het einde gaat het goed, maar dan krijgt de andere bus kuren. We stoppen bij een soort garage en het duurt uren voor we verder kunnen. En eigenlijk zijn de problemen dan nog niet verholpen... Tenslotte slepen we, met een kabel van slechts twee meter, de andere bus verder. Zweten voor beide chauffeurs! Gelukkig kunnen we later de kabel bij de derde bus van de groep omwisselen voor een langere.
Pas rond half tien arriveren we bij het gerkamp. Per stel delen we een ger in deze toeristische attractie. Eerst gaan we eten in het restaurant. Het smaakt niet slecht. Na afloop gaan we nog even naar de bar, waar het bier al snel op is. Nog even douchen onder een heel klein straaltje water en dan lekker slapen.

terug naar index

Dag 7

(vrijdag 26 juli 2002)

Helaas is mijn diaree in verhevigde mate teruggekomen, dus ga ik aan de Imodium. Daarbij ben ik overigens niet de enige. Vreemd: Mongolië staat bekend als een gezond land voor westerlingen, maar van onze groep zijn er toch redelijk wat mensen die niet helemaal in orde zijn. Mogelijkerwijs dat de lange heenweg of de veel te hoge temperaturen er wat mee te maken hebben.
Inmiddels lijkt de ruzie die gisteren in het andere busje heeft gewoed nog niet helemaal over te zijn. Een stel uit de groep (Maurits en Marije) komt systematisch te laat, onttrekt zich nadrukkelijk aan het groepsgebeuren en worden (daardoor?) door de meeste andere mensen van de groep niet aardig gevonden. John had, conform de afspraak, een gesprekje met ze gehad, maar omdat ze vanmorgen weer niet bij het ontbijt verschenen zal dit muisje vast nog wel een staartje gaan krijgen denk ik.
Na het ontbijt stappen we in de auto's en rijden de zandweg weer op. Na een paar kilometer krijgen we zowaar weer asfalt van goede kwaliteit en de kilometers vliegen voorbij. Totdat er een as breekt. Ook dat werd gerepareerd en even later bereiken we Erdene Zuu: een heel groot Boeddha tempelcomplex. We kijken er anderhalf uur rond, krijgen in zeer gebrekkig Engels wat uitleg en proberen zoveel mogelijk in de schaduw te blijven. Een aantal tempels is prachtig gekleurd en in één ervan vindt een ceremonie plaats als we er zijn. Het lijkt of de aanwezigen monniken zomaar wat ''aanrommelen'', maar het ziet er wel heel kleurrijk uit.

Erdene Zuu klooster (foto: Ineke Buijsman) Erdene Zuu klooster (foto: Ineke Buijsman)

Na de lunch, een klein stukje buiten het complex, verlaten we het asfalt weer en rijden over een onverharde hoofdweg. De omgeving verandert en we zien steeds meer heuvels, water en af en toe zelfs bomen. Na nog een diepe rivieroversteek arriveren we al snel op de, vlakbij een commercieel gerkamp gelegen, kampeerplek voor deze nacht. We zetten de tent op, drinken slappe thee en kunnen daarna warm douchen in het gerkamp. Het is water uit een natuurlijke bron, wat je direct kan ruiken aan de zwavelgeur die er hangt. Voor de liefhebbers is er ook nog een klein zwembad. Als je staat te douchen wordt zeep en shampoo door medewerksters van het complex overhandigd. Lang geleden dat ik met een andere vrouw dan Hanneke onder de douche stond. Gelukkig hielden zij hun kleren aan zullen we maar zeggen.
Na de maaltijd, waarvan ik voor de zekerheid nog maar niet teveel eet, vieren we de veertigste verjaardag van Jan-Willem. Na taart, chips en champagne wordt het weer tijd om te gaan slapen.

terug naar index

Dag 8

(zaterdag 27 juli 2002) eerste trekking

We mogen uitslapen en alles is ingepakt en we ontbeten hebben gaan we op stap. De spullen worden vandaag nog per auto vervoerd en vanaf morgen per paard, omdat daar geen auto's meer komen kunnen. Wel gaat er vandaag vast één paard mee om de spullen voor de lunch te vervoeren. In de dagtas zitten verder weinig spullen: het is bloedheet en veel kleding hebben we niet nodig.
Om iets over tien beginnen we te lopen in een breed dal. Al snel komen we in een bloemrijk gebied, maar door de warmte van de laatste tijd zijn de meeste bloemen jammer genoeg uitgebloeid. Bij de eerste pauze blijkt het tempoverschil tussen verschillende mensen erg groot te zijn en opvallend is dat zeker de oudsten van de groep (Mieke van 61 en Hans van 55) min of meer voorop lopen.
Na de stop, in de schaduw van twee bomen, gaan we langzaam omhoog. Nog een klein stukje door een moerasachtig gebied en dan een stevige klim door een dennenbos. Bovenop een prachtig uitzicht en de lunch. Daarna weer naar beneden en vervolgens een paar kilometer in de volle zon door een breed en open dal. De volgende pauze kan dan ook niet in de schaduw plaats vinden.
Na nog een paar kilometer vlak lopen komen we bij een gerkamp, waar we binnen worden genodigd. We krijgen airag (gegiste paardemelk; smaakt minder vies dan verwacht), boter en een soort reuzel. Niet echt lekker allemaal, maar natuurlijk wel heel erg gastvrij. Ineke deelt nog wat ballonen uit aan de kinderen die er rond lopen en dat wordt erg gewaardeerd. Alleen de kinderen lachend en spontaan fotograferen lukt haast niet. Zelfs niet als Ineke haar eigen naam noemt (Ineke betekent in het Mongools lachen).
Nog een half uurtje lopen verder komen we aan bij onze kampeerplek. Midden op een open, grote en winderige vlakte zetten we de tenten op. In de schaduw van de busjes drinken we een kop thee en zo wordt het vanzelf zeven uur. Tijd voor avondeten. Net als alle andere dagen eten we ook nu weer salade, soep en pasta. Het smaakt allemaal redelijk, alleen met veel meer groente en veel minder vlees dan verwacht. Mongolen zelf leven op vrijwel alleen maar vlees en zuivel, maar hebben het menu duidelijk aangepast naar westerse ideeën,
's Avonds nog wat liggen lezen en zitten kletsen met wat anderen, heel veel thee gedronken en bijtijds naar bed gegaan.

terug naar index

Dag 9

(zondag 28 juli 2002)

We worden om zeven uur gewekt en een uurtje later zitten we, op de bekende twee na, aan het ontbijt. Omdat een aantal paardemannen de vorige avond (te veel) heeft gedronken worden ze direct ontslagen en moeten er eerst een paar opvolgers geregeld worden voor we op pad kunnen. Voor de gidsen en koks geldt overigens een nog strengere regel: als ze alcohol gebruiken moeten ze direct en zonder salaris naar huis. Dit dreigt één van onze gidsen te overkomen, maar dankzij John, die tijdens de vorige trekking hele positieve verhalen over hem heeft gehoord, krijgt hij een herkansing. Onze vrouwelijke en niet al te grote Mongoolse hoofdgids Badja maakt direct indruk op ons: ze heeft duidelijk de wind er onder en laat beslist niet over zich heen lopen.
Zo rond half tien zijn we dan toch op stap en lopen we verder door het brede dal. Gelukkig is er veel bewolking en is het niet zo warm. Als de wind echter gaat liggen is het vrij benauwd en rond lunchtijd zien we zelfs een paar stevige druppels regen.
We volgen een soort paardenspoor en lopen na een paar kilometer door een larixbos. Hier groeien heel veel bekende bloemen en planten: monnikskappen, harig wilgenroosje, potentilla, kogeldistel en nog heel veel andere soorten die we al dan niet bij naam kennen.
Na een pauze, een redelijk pittige klim en een lange afdaling komen we bij een riviertje waar we zullen lunchen. Brood met heel veel soorten beleg (blikjes vis, leverpastei, jam, pasta, honing, kaas en pindakaas), soep en weer heel veel kopjes thee geven ons nieuwe energie. Een paar kilometer lopen verder komen we weer langs een ger, waar we direct binnen worden genodigd. We krijgen weer van alles te eten en drinken aangeboden, maar slaan het meeste beleefd af. Leuk om te zien hoe de mensen hier leven, wonen en werken, jammer dat we niet met ze, anders dan via een Mongoolse gids, kunnen communiceren.
Na nog een paar kilometer lopen, met onder andere een stukje erg lastig te bewandelen pollen, houden we een korte limonadestop. Erg lekker om weer eens wat anders dan thee te drinken. Nog tien minuten lopen verder is ons kamp. Waarschijnlijk moesten we dus even stoppen om de keukenploeg de tijd te geven de kooktent op te zetten. 
Op het kamp aangekomen wacht mij een vervelende verrassing: er is een paard omgevallen, bovenop mijn rugzak terecht gekomen en daardoor is er een band afgescheurd en is de rugzak niet goed meer te gebruiken. Heel vervelend, niets meer aan te doen en de volgende keer toch maar een hoes omheen doen?!
Wassen doen we ons in een stroompje en terwijl we daarmee bezig zijn begint het te regenen, zodat we maar de tent induiken en daar wat liggen lezen. Als we gaan eten wordt het droog en dat zou het de rest van de tijd min of meer blijven. Na het avondeten gaan de paardemannen worstelen. Al snel worden de Nederlanders natuurlijk ook uitgedaagd. Niet dat je ook maar een schijn van kans maakt: worstelen, boogschieten en paardrijden zijn de nationale sporten en Mongolen zijn over het algemeen beresterk.
Bij het touwtrekken viel er soms nog wel een overwinning te halen door ons: Mongolen zijn wel sterk, maar over het algemeen vrij klein en niet erg zwaar. Na al deze activiteiten drinken we nog een kopje thee en gaan om een uur of tien naar bed.

terug naar index

Dag 10

(maandag 29 juli 2002)

Na een nacht met veel regen staan we om zeven uur droog op. Het was nog erg koud, maar toen we om negen uur gingen lopen werd het prachtig weer en al snel, door gebrek aan wind, flink zweten. We klimmen door verbrande bossen. Als lariksen half verbrand zijn groeien ze gewoon verder lijkt het wel. Het lijkt overigens niet ongewoon te zijn dat er af en toe brand uitbreekt, want we zien regelmatig rook in de verte verschijnen. Sommige beplanting weet ik nog van mijn vorige wandelreis in Zuid-Afrika heeft zelfs af en toe een bosbrand nodig; misschien geldt dat hier ook wel.
Bovenop lopen we over grote rotsblokken en houden daar een korte pauze, waarin we wat pinda's nuttigen. Helaas vallen die bij een aantal mensen, waaronder mijn persoontje, verkeerd en ze komen via dezelfde weg omhoog, als welke ze naar binnen zijn gegaan. Als we een klein stukje verderop lunchen besluit ik maar weer eens een maaltijd over te slaan. Toch vreemd: ik heb nooit ergens last van tijdens het reizen, maar dit is nu de tweede keer al deze reis...

De enige dag dat we de regenpakken nodig hadden deze reis. (foto: John Verbeek)

We vervolgen de hoogvlakte en gaan al snel weer langzaam klimmen. Jammer genoeg begint het dan even flink te regenen en in de verte zelfs te onweren.  De regenpakken gaan aan en we moeten stevig klimmen tot we bij een kratermeer bij een vulkaan zijn. Bij het meer staat tevens een ovo. Een prachtig exemplaar, met heel veel offers: boter, kaas, drank en zelfs geld. De ovo ligt hier geweldig en mede door de sfeer die er heerst vind ik dit, achteraf gezien, misschien wel het mooiste moment van deze reis.

Bij het kratermeer. (foto: Ineke Buijsman) Bij het kratermeer. (foto: Ineke Buijsman)

Het wordt zowaar weer mooi weer en dus besluiten ''oude'' Hans, John en ik naar de top van de heilige berg te klimmen. Vrouwen mogen dit overigens niet. De klim is ongelooflijk steil en door de losse stenen ook nog erg lastig. Gelukkig zijn we in drie kwartier boven en daar eten we met z'n vieren, er is ook nog een Mongool mee gegaan, een stroopwafel en maken een paar foto's bij de grote ovo die bovenop staat.
De afdaling gaat een stuk makkelijker doordat we ons over het puin min of meer naar beneden laten glijden. Hans doet het in slechts 22 minuten. Vanaf het kratermeer dalen we nog een half uur verder naar het kampterrein. De tenten zijn inmiddels al opgezet door de rest van de groep. Tijdens het vertellen van onze stoere verhalen drinken we natuurlijk weer thee en om zeven uur is het diner. Zelf eet ik weer niets: ik heb gewoon geen honger en val deze vakantie dus weer een paar kilo af.
Na het eten gaan we ons wassen in een heel smal stroompje en daarna dagboek schrijven en een spelletje set spelen. Zelf kenden we alleen de computerversie, maar die met de kaartjes is minstens net zo leuk. Tegen de tijd dat het te donker wordt om te spelen begint het een paar druppeltjes te spatten: een mooi moment om naar bed te gaan.

terug naar index

Dag 11

(dinsdag 30 juli 2002)

Vanmorgen mochten we uitslapen, want we zouden een korte en makkelijke etappe lopen en we zaten dus pas om negen uur aan het ontbijt. Toch zijn er dan weer de twee mensen die het presteren om te laat te komen... Het brood begint inmiddels wat te schimmelen, maar gelukkig zijn er ook pannenkoekjes. De lange nacht heeft de meeste mensen overigens erg goed gedaan en we lopen dan ook in een stevig tempo het dal verder in. Het is heerlijk wandelweer: niet al te warm, wat bewolking en vrij veel wind. In het dal is het af en toe flink moerassig en als je van een pol afglijdt heb je een natte voet. Hanneke eindigt met twee natte voeten en een been wat nat is tot haar knie.
Aan het einde van het dal moeten we een heuvel over: flink klimmen, Ook hier staat bovenop een ovo en natuurlijk lopen we er ook nu weer drie rondjes omheen. Even later komen de paarden ook en als die hun drie rondjes eromheen lopen is dat helemaal een spectaculair gezicht.
Aan de andere kant dalen we af en gaat het langzaam glooiend naar beneden. Ook aan deze kant groeien weer heel veel bloemen. Natuurlijk stoppen we tussendoor voor een lunchpauze en liggen dan ook nog een uurtje, lekker in de schaduw van een stel bomen, te slapen. Daarna weer langzaam verder dalen. We kruisen regelmatig (dezelfde) beek, maar hoeven de teva's niet aan. Van John begrepen we dat dat vorig jaar wel nodig was, maar het is nu al weken droog en springend van rots naar rots bereiken we droog de overkant.
Een klein half uurtje lopen voor het kampterrein krijgen we weer een glaasje sju. Lekker. Zelfs ik drink hier per dag zo'n 20 kopjes thee en twee liter water, dus dan is een andere smaak wel heel erg prettig.
De paardemannen hebben alle tenten al opgezet als we aankomen, dus na de thee gaan we ons wassen in de beek. Die is hier zo breed en diep dat ik zelfs een paar slagen kan zwemmen. Koud, maar erg verfrissend. We besluiten ook om hier wat kleren te wassen (lees: uit te spoelen). Het kan hier prima en de was is in no-time droog.

Gerskamp. (foto: John Verbeek)

Na het eten worden we nog door de gerbewoners aan de andere kant van de beek uitgenodigd om te komen kijken en zelf yaks te melken. Een aantal mensen probeert het, maar krijgt er geen melk uit. De yaks zelf lopen overigens vrij rond: hun kalfjes worden vastgebonden, dus de kudde komt vanzelf weer terug. 
Even later vallen er weer een paar spatjes regen: tijd om naar bed te gaan. Het lijkt waarschijnlijk, als je dit zo leest, of we toch redelijk wat regen hebben gehad, maar niets is minder waar: vrijwel nooit was het meer dan, letterlijk, een paar druppeltjes; de regenpakken zijn deze reis alleen de vorige dag uit de rugzak gehaald.

terug naar index

Dag 12

(woensdag 31 juli 2002)

Om half acht worden we gewekt en een uur later is alles ingepakt, zijn de tenten afgebroken en zitten we aan het ontbijt. Nog drie kwartier later hijsen we de dagrugtassen op en wandelen we weer verder. Een klein klimmetje, met natuurlijk een ovo bovenop de heuvel, en aan de andere kant weer een dal inlopen. Hoge heuvels met heel veel bomen aan de ene en kaal aan de andere kant liggen overal om ons heen. Waarschijnlijk komt het door de wind en de strenge winters dat de heuvels aan één kant kaal zijn, want we zien dat heel vaak in Mongolië.
Het tempo ligt erg hoog en tegen twaalf uur zitten we aan de lunch. Voor die tijd steken we nog een beek over en achter ons komen de paarden eraan. Een mooi schouwspel: ruim 20 paarden door hoog opspattend water. 
Vlak voor het kampterrein, waar de auto's inmiddels weer op ons staan te wachten, moeten we weer een beek door en deze keer moeten de teva's weer aan: sjouwen we die tenminste ook niet voor niets. Na nog een paar mooie vlakke kilometers komen we aan en zetten we de tenten op. Grappig: je hebt letterlijk vele vierkante kilometers oppervlakte om de tenten te kunnen neerzetten en nog gaan we bijna haring aan haring staan...
De paardemannen nemen afscheid, nemen hun fooi in ontvangst en wij spelen nog een spelletje voor we gaan eten. Na het eten spelen we nog wat verder, maar al snel slaat de meligheid toe. Het wordt dus erg gezellig en als we nog met zes personen zijn overgebleven haal ik de fles apfelcorn uit m'n rugzak, haalt er nog iemand een koker chips en gaat alles in no-time op. Zo rond een uur of elf duiken we met een prettig gevoel ons bed in.

terug naar index

Dag 13

(donderdag 1 augustus 2002) met de auto van oost naar west

We worden om zes uur gewekt en een uurtje later zitten we aan het ontbijt. We zijn vroeg opgestaan omdat het vandaag een lange rijdag gaat worden. De weg is zeer hobbelig, maar het uitzicht maakt veel goed. We zitten met negen Hollanders en twee Mongolen (wat een rot woord trouwens; het wekt toch wat verkeerde associaties op) in één busje en de beenruimte is zeer beperkt. Na iedere pauze wisselen we daarom van plaats, omdat sommige plekjes beter zijn om te zitten dan andere. Eén van de stops is in Erdenetsogt en daar bezoeken we een heel mooi klooster.
Bij de lunch vindt er een vrij heftig groepsgesprek plaats, waarin het er vrij hard aan toegaat en blijkt dat Maurits en Marije (de twee die o.a. altijd te laat zijn) helemaal alleen tegenover de groep staan. Vooral zij ligt volkomen buiten de groep: ze liegt, bedriegt en weigert excuses aan te bieden. Zal ongetwijfeld nog vervolgd worden...
Een uurtje rijden later komen we in Bayankhongor: de vijfde stad van Mongolië met 23.000 inwoners. Er worden wat inkopen gedaan en we slenteren een uurtje rond. De markt is niet echt bijzonder, maar het is een welkome afwisseling tijdens de lange autorit en we kunnen eindelijk weer eens bier, chips en cola inslaan. 
Vervolgens rijden we nog een uurtje en het landschap verandert: de bergen worden heuvels en er verschijnen steeds meer onafzienbare grassteppes. Tegen zeven uur komen we aan op onze kampeerplek en nadat de tent staat duiken we zo snel mogelijk de schaduw in. We wassen ons in een beekje met warm water en heel veel algen en spelen daarna weer een potje Macia Velli (je schrijft dit vast heel anders dan ik nu doe) en beginnen aan het bier wat we vandaag gekocht hebben. Als Hans en ik het laatste blikje ook geleegd hebben wordt het tijd om ook te gaan slapen.

terug naar index

Dag 14

(vrijdag 2 augustus 2002)

Half zeven opgestaan : alweer een lange rijdag voor de boeg. Om kwart over zeven zit iedereen (!) aan het ontbijt en drie kwartier later zit iedereen in één van de twee busjes. Wij zitten ook vandaag in de negenpersoons bus: minder beenruimte, maar zonder M&M (Maurits en Marije), dus wel gezellig.
Het eerste  gedeelte van de dag is de weg zeer slecht: niet lezen dus. Het landschap wordt steeds leger en vlakker. We rijden langs de rand van de Gobiwoestijn, maar het ziet er hier nog niet uit als een ''echte'' woestijn: het is meer steppe dan woestijn.
We beleven verder niet echt veel spannends, maar houden wel af en toe een stop voor een foto, wat eten en/of wat drinken. Eén van die stops is om water (voor de koeling van de auto's) te tappen. Midden in de ''woestijn'' ligt een grote autoband met een deksel erop en daaronder ligt dan een bron. Een stevige plastic zak met een stok eraan fungeert als emmer. Er naast staat een soort drinkbak waaruit de dieren kunnen drinken en als je een jerrycan wilt vullen moet je goed opletten: de geiten proberen ook daaruit te drinken. Snel een paar emmers water in de drinkbak gooien is het enige wat iets helpt.
Verder houden we nog een stop bij een zoutmeer en tegen de avond arriveren we in Altay. Daar boodschappen gedaan en de busjes weer gerepareerd. Een klein stukje de stad uitgereden en net voor het donker zijn we op de kampplaats. Snel de tent opgezet en ondertussen toveren de koks in heel korte tijd een prima maaltijd in elkaar. Na nog een biertje onder de prachtige sterrenhemel gaan we rond middernacht richting slaapzak.

terug naar index

Dag 15

(zaterdag 3 augustus 2002)

Vandaag weer een lange rijdag, dus vroeg opstaan. Omdat het warmer is dan gisteren ook een minder aangename dag om in de auto te zitten. Vandaag zitten we in de zevenpersoons bus en die is een stuk stoffiger dan de andere bus. Wel heb je wat meer beenruimte.
Onderweg beleven we weinig bijzondere dingen. Wel valt op dat er ontzettend veel skeletten langs de ''weg'' liggen: een gevolg van de afgelopen strenge winter, toen heel veel beesten zijn dood gegaan. 
Bij de lunchplek staat een bijzonder veel gebruikte ovo: er ligt onder andere een hoofd van een racepaard en er staat een kistje met een klein kapitaal aan bankbiljetten. Het blijft een bijzonder iets.
Het landschap verandert weer in de loop van de dag: van woestijnachtig naar af en toe een groene vallei en later zelfs wat bergachtig. Heel af en toe een ger en één keer zelfs een klein dorpje waar we even stoppen voor boodschappen en sommige mensen bellen even naar huis.
Een paar honderd meter voor de kampeerplek krijgen we een lekke band, dus lopen we het laatste stukje naar het prachtige grasveld aan de beek, met aan de andere kant een kale berg. Zodra de tent staat springen we de beek in. Die is kniediep, vrij zanderig en stroomt erg hard, maar lekker dat het is na zo'n warme dag in de auto! Ook de was wordt in de beek gedaan. Schoon wordt het er overigens niet van: teveel zand in het water, maar het zweet spoelt er in ieder geval wel uit. Na de was drinken we met een paar mensen een paar borreltjes. Tussen de borrels door nog even avondeten en vroeg de tent in. Er zitten erg veel stekende muggen.

terug naar index

Dag 16

(zondag 4 augustus 2002)

Omdat we vandaag een rustdag hebben ontbijten we pas om negen uur. Een uurtje later zitten de meeste mensen van de groep toch weer in de auto: we gaan naar een grot met prehistorische schilderingen. De rit er naar toe is één van de mooiste stukken die we in Mongolië gereden hebben: veel kleurige rotsen, kale vlakten, groen en rood gras en een strakblauwe lucht er boven.
Bij de grot aangekomen blijkt dat je er maar een heel klein stukje in kan: de rest is ingestort. Als we naar de tweede grot lopen ligt er een ringslang voor onze voeten. Nog een hoogtepuntje. De tweede grot is erg ondiep en zo rijden we,zonder de rotsschilderingen te hebben kunnen zien, terug naar de kampplaats. Daar aangekomen eerst lunchen en de middag doorgebracht met lezend in de schaduw liggen.
Aan het einde van de middag gaan we nog even naar een dorpje in de buurt om daar wat inkopen te doen. Als we terug zijn gaat de net aangeschafte fles wodka direct open en als die leeg is is het tijd voor avondeten. Vandaag een koude pastasalade, crèmesoep met vermicelli en pasta/vlees/aardappelschotel. Eén van de lekkerdere maaltijden tot nu toe. Als toetje is er meloen, maar dan zijn Sylvie, John en ik de beek al overgestoken. Gelukkig komt Boogie speciaal voor ons ook naar de overkant en dus hebben ook wij meloen. De beklimming van de berg stelt niet zo heel veel voor, maar door het applaus van de groep als we de top hebben gehaald is het wel heel leuk om het gedaan te hebben. Beneden aangekomen krijgen we direct een biertje in onze handen gedrukt en na een snelle wasbeurt in de beek drinken en kletsen we nog wat voor de steekmuggen ons de tent weer injagen.

terug naar index

Dag 17

(maandag 5 augustus 2002)

In het gebied waar we vandaag doorheen zouden moeten rijden is MKZ uitgebroken, dus moeten we een flinke omweg maken: extra vroeg opstaan dus. Ook zijn we inmiddels een andere tijdzone ingegaan, dus om half zes wekt John ons allemaal. En natuurlijk hebben M&M niet genoeg tijd en zijn weer te laat voor het ontbijt... Tijdens de hele reis is het ze slechts twee keer (!) gelukt om op tijd te zijn voor het ontbijt. Treurig.
Om zeven uur zijn we op pad en na snel een paar rotstekeningen in de buurt te hebben bezocht rijden we in noordelijke richting. Ondanks een heel groot zoetwatermeer wordt het landschap meer woestijn dan we tot nu toe gezien hebben. De weg is erg slecht van kwaliteit en Hanneke bezeert haar nek vrij ernstig. De chauffeur probeert dan nog beter op te letten, maar met zoveel kuilen gaat het toch soms mis.
De lunchplek, met vandaag heerlijke sandwiches met kaas, worst en augurk, is op een prachtig plek bij een watertje, waar heel veel vogels zitten en waterplanten groeien. Opvallend trouwens hoe weinig vlees we deze reis te eten krijgen: soms bij de lunch op een sandwich en bij het eten meestal een heel klein portie. Vreemd: Mongolië staat bekend om z'n hoge vleesconsumptie en z'n lage groenteconsumptie, maar op deze reis is het precies andersom. De groente zijn overigens wel de lang houdbare: kool, wortels en dat soort soorten.
's Middags rijden we door tot ongeveer half zeven en de weg is nog steeds niet echt prettig berijdbaar. Gelukkig is het niet zo zonnig en niet zo heel erg warm. Jammer dat Hanneke nog steeds heel erg last van haar nek heeft.
Vanwege de steekbeesten kamperen we niet naast een meer, maar gaan een paar honderd meter verderop staan. Als de tenten staan gaan we eten en na nog even wat hebben zitten napraten gaan we weer vroeg naar bed.

terug naar index

Dag 18

(dinsdag 6 augustus 2002)

's Nachts regent het en omdat het grondzeil van de tent lekt is de onderkant van de slaapzak een beetje nat geworden. We hebben overigens nog geluk: bij een aantal anderen zijn er nog veel meer spullen nat geworden. Ontbijten doen we in de kooktent en dat past maar net; gelukkig zijn er twee mensen te laat :)
Zo rond negen uur beginnen we aan onze rit naar Ulan Gom. Langzamerhand trekken mist en regen op en zien we steeds meer van het landschap. Hier en daar heeft het wel iets weg van Noord-Scandinavië, hoewel het gras in Mongolië wel wat geler is.
Na de politiecontrolepost, een soort bouwkeet met een slagboom, rijden we de stad binnen. Eerst naar het vliegveld om onze binnenlandse vlucht naar Ulan Bator later in de week te bevestigen. Een vijftal personen, waaronder ikzelf, zal overigens vanaf een ander vliegveld vliegen, omdat er niet genoeg tickets bemachtigd konden worden.
We lunchen gezamenlijk op de welbekende wijze, alleen nu wel binnen de schutting van een 'ger met tuin'. Vervolgens rijden we naar het centrum, waar we twee uur de tijd hebben. We kijken wat rond in winkeltjes, die allemaal hetzelfde assortiment hebben (vooral drank en snoepgoed) en slenteren nog wat over de markt. Die is best leuk en zoals overal in dit land beginnen mensen direct te poseren als ze zien dat je een foto wilt maken. Ook hier is men duidelijk nog niet aan toeristen gewend. Het laatste uur brengen we, met een stel anderen, door in de kroeg: een soort kantine met TL-verlichting.
Na nog een uurtje rijden en een ruzie met de dronken chauffeur van een andere auto komen we op de kampplaats waar de volgende dag onze trekking zal beginnen. Het is weer een prachtig plekje tussen de bergen en met een snelstromend beekje voor de deur. Dat beloofd veel goeds voor de komende acht dagen!
Na het avondeten spelen we weer een potje Machi Velli en daarna, het is dan al vrijwel donker, gaan we nog even rond een klein kampvuurtje staan en drinken gezamenlijk een flesje pruimenwijn leeg voor we de slaapzak weer induiken.

terug naar index

Dag 19

(woensdag 7 augustus 2002) tweede trekking

We staan op onder een vrij grijze hemel, maar al snel wordt die blauw en wordt het heerlijk wandelweer. Nog later op de dag wordt het zelfs erg warm. Voor we vertrekken gaat er nogal wat tijd voorbij, want de zes kamelen die onze bagage zullen sjouwen moeten voor de eerste keer worden beladen en dat is redelijk passen en meten. Niet alle dieren hebben evenveel te sjouwen: sommige zes rugzakken en een ander beest een paar hele zware kisten met etenswaren. Ze kunnen overigens zo'n 200 kilo per stuk sjouwen, dus op zich valt het gewicht nu nog mee. De twee begeleiders gaan te paard en tenslotte vertrekken we.

Even inegeren.. (foto: Ineke Buijsman) Even inegeren.. (foto: Ineke Buijsman)

Al heel snel nadat we op weg zijn moeten we heel steil klimmen en direct daarna weer steil afdalen. Een aantal mensen heeft wat last van hoogtevrees en mede daarom duurt het wel even voor iedereen beneden is. Maakt verder niet uit: dan genieten we gewoon wat langer van de mooie omgeving.
Beneden aangekomen is het tijd voor een theepauze en aansluitend volgen er een paar forse rivieren om door te steken. Teva's aan en nat tot over de knieën. Als we nog een stuk gelopen hebben is het tijd voor de lunch.
We laten de gekleurde bergen, die een heel klein beetje lijken op een hele fletse uitvoering van de Landmannalauger in IJsland, achter ons en in de verte zien we besneeuwde bergtoppen liggen. Ook erg mooi.
De middagetappe, die natuurlijk vlak voor het einde weer onderbroken wordt voor een glaasje sap, is erg makkelijk. We lopen over een vrij vlakke grassteppe. Extra veel tijd om om je heen te kijken dus. Ons kampeerplekje bevindt zich vlakbij een ger aan de rivier. Tijd om te wassen.
Na nog wat lezen, eten en weer lezen spelen we nog een paar potjes set. Het spel is heel eenvoudig om uit te leggen, ook aan de Mongolen, en je kunt zonder problemen halverwege een spelletje invallen c.q. er mee ophouden, dus al snel zitten we met een aardig groepje te spelen, tot het te donker wordt om de kaartjes goed te kunnen zien.

terug naar index

Dag 20

(donderdag 8 augustus 2002)

De hele trekking, met ingang van vandaag, zouden we gaan opstaan om kwart over zeven en om acht uur ontbijten. Het ontbijt is altijd een prima moment om alvast heel veel vocht, in de vorm van thee, tot je te nemen. Soms zijn er pannenkoekjes of gebakken eieren bij het ontbijt; vandaag helaas niet.
Mongolië wordt ook wel het land van de blauwe luchten genaamd en dat is ook vandaag weer goed te begrijpen. Het is overigens veel te warm voor de tijd van het jaar: zo'n 25 tot 35 graden, terwijl 20 normaal is. Gelukkig waait het meestal  en is het een droge lucht, zodat het over het algemeen toch nog wel uit te houden is.
Het eerste gedeelte van de route gaat langs een roodachtig gebergte en al heel snel komen we bij een brede beek aan. Erg koud om door te steken, maar wat moet dat moet. Aan de andere kant verandert het landschap en zal daarna de hele dag min of meer hetzelfde blijven: een soort brede grasvlakte met heel veel stenen en rechts van ons groene heuvels.
Lunchen doen we op een prachtig plekje en vandaag is er weer kaas op brood. Erg lekker. Na de lunch is het nog zo'n twee uur lopen. Langzaam klimmen, wat er voor zorgt dat de groep ontzettend ver uit elkaar loopt. Volgens John lopen we ontzettend hard en daarom zijn we om half vier al op het kampterrein. Voor het zover is moeten we eerst nog een brede beek door: teva's aan dus. Aan de overkant van die beek kamperen we en al snel lopen we terug om ons te wassen in diezelfde, steenkoude, beek.
Het avondeten is zowaar pittig gekruid: een welkome afwisseling na al die toch wel eentonig en over het algemeen vrij smakeloze maaltijden. 's Avonds weer een paar potjes set zitten spelen. Meestal als spelleider, want Hanneke en ik spelen het toch net iets te goed. Als echter onze Mongoolse gids Ouga twee potjes op rij wint en dan kapsones begint te krijgen besluit ik toch maar weer een potje mee te doen en hem te laten zien hoe je het spel nu echt goed speelt... Z'n kapsones zijn daarna, in ieder geval wat set betreft, wel over.
Later op de avond nog wat zitten klaverjassen en toen dat was afgelopen lekker naar bed. De steenkoud geworden handen opwarmen. 

terug naar index

Dag 21

(vrijdag 9 augustus 2002)

Opnieuw een warm begin van de dag. Om negen uur zijn we, in korte broek en T-shirt, weer op weg. Het landschap van de vorige dag gaat al snel over in een ander soort landschap: we lopen een stel bergen tegemoet, zonder dat je kunt zien hoe de route verder zal gaan lopen. Tussendoor een korte theepauze, zoals iedere morgen, en al voor twaalven zijn we op ons kampeerplekje: een prachtige plaats bij de beek. De tenten worden opgezet, we lunchen en dan gaat het grootste gedeelte van de groep nog een flinke middagwandeling maken. De rest van de groep blijft bij de tent.
Eerst steken we de beek over. Steenkoude voeten zijn het gevolg. Snel de sokken en bergschoenen aan en klimmen maar. De lucht wordt steeds grijzer en heel af en toe valt er een spatje regen; niet erg: we moeten immers flink klimmen. Over grote rotsblokken, over een beek (de teva's hadden we bij de eerste beek laten staan; het lukt maar net om nu droog over te komen) en verder klimmen maar. Op het hoogste punt maken we een paar foto's en hebben een geweldig zicht op een stel gletsjers.

Door de snelstromende beek. (foto: John Verbeek)

Na de afdaling volgt de beek weer, nog meer afdalen en dan de laatste, steenkoude, beek. De rest van de groep staat ons daar met warme thee op te wachten. Heel attent! Snel onszelf nog even wassen en daarna lekker warme kleren aan en wat liggen lezen. Het avondeten smaakt me, afgezien van de soep, helemaal niet. Het is erg eentonig en opeens heb ik het gehad met die pasta/aardappels/wortels/kool/flintertjes vlees. Morgen beter?! Afvallen is hier geen kunst.
Na het eten koelt het flink af en na nog wat kletsen en klaverjassen gaan we weer vroeg naar bed.

terug naar index

Dag 22

(zaterdag 10 augustus 2002)

Toen ik vanmorgen de tent open ritste stonden de kamelen voor onze tent; weer eens wat anders. We mochten wat later opstaan, want we zouden vandaag niet verkassen, maar een wandeling in de omgeving maken. Om tien uur zijn we op stap en volgen de beek stroomopwaarts. Een aantal mensen besluit niet de hele dag mee te gaan. Ook Hanneke besluit na een uurtje terug te keren: ze had gisteren  haar enkel bezeerd bij het doorwaden van de beek en zag de komende klim daarom niet zitten.
Aan de voet van de berg lunchen we. Het paard kan de berg niet op (te steil) en al snel besluiten meer mensen dat ze het te steil vinden. In totaal gaan er acht (+ vier Mongolen) mensen van de groep omhoog. De klim is inderdaad erg steil, maar niet eng of zo. Heel af en toe moeten we over grote rotsblokken lopen, maar over het algemeen gewoon over gras. Halverwege houden we een korte stop. Wat een geweldig uitzicht daar: een aantal besneeuwde vierduizenders. Het lijkt wel wat op Nepal wordt me verteld. Of dat zo is weet ik niet; wel dat ik het een fantastisch uitzicht vind!

Geweldig uitzicht. (foto: John Verbeek)

We klimmen door naar de top van zo'n 3200 meter en het uitzicht is daar wat minder mooi dan halverwege. Wel zien we heel veel gieren en een sneeuwhaas, dus het is toch zeker de moeite waard.
De afdaling gaat ontzettend snel en in drie kwartier zijn we beneden. John is daar niet helemaal tevreden over: tijdens de, volgens hem enigszins gevaarlijke, afdaling zijn we niet als groep bij elkaar gebleven.
Na nog een uurtje lopen komen we op het kampterrein, waar de mensen die eerder zijn teruggegaan zich prima hebben vermaakt met spelletjes doen.Al snel gaan we avondeten en vandaag krijgen we, na de pastasalade en soep, een uitgebreid hoofdgerecht. Allerlei (Japanse?) gerechten staan voor ons klaar en het smaakt heerlijk! Na nog een chocoladereep als toetje (toetjes bestaan hier vrijwel altijd uit een koek of chocoladereep) gaan we nog wat spelletjes doen en dan weer naar bed.

terug naar index

Dag 23

(zondag 11 augustus 2002)

Het plan van iedere trekkingsdag dezelfde tijd opstaan is vandaag verlaten: we ontbijten om half negen. Met lekkere pannenkoekjes. Het brood voor het ontbijt schijnt op te zijn: bij de lunch krijgen we nog wel brood. In tegenstelling tot de vorige trekking is het nu overigens niet beschimmeld.
Om kwart voor tien zijn we op pad. De kamelen nemen een andere route, want wij gaan flink klimmen. De eerste klim is vrij steil, maar wel erg makkelijk. Bovenop hebben we weer een prachtig uitzicht over een aantal besneeuwde bergtoppen. We dalen daarna weer flink af en beklimmen direct weer een volgende heuvel. Bovenop lunchen we. Het wordt ondertussen een stuk bewolkter en koelt daarna flink af. Lekker!
Dan beginnen we aan een hele lange, maar erg makkelijke afdaling. Halverwege dreigen we tussen een kudde yaks te raken, maar één van de paardemannen drijft ze uit elkaar en bij ons vandaan. Een machtig gezicht. De groep heeft er een flink tempo in, maar M&M (in de volksmond nu Jut en Jul genoemd) blijven flink achter. Wat er precies gebeurd is weten we niet, maar Boogie (zo'n beetje de meest (zacht)aardige Mongoolse gids die je je kunt voorstellen) is des duivels op ze. Echt onvoorstelbaar hoe die twee zich buiten de groep hebben weten te plaatsen. Ze vormen een constante bron van ergernis en hebben vrijwel met iedereen ruzie. M&M worden gedoogd door de groep, maar dan houdt het dan ook bij op. Zelfs de Mongolen willen nu niet meer bij ze lopen en wisselen elkaar daarom maar af...

Nog meer mooie landschappen. (foto: John Verbeek)

Beneden in het dal staan een viertal gers en daar zullen we twee nachten kamperen. Timur, onze kamelenman, woont in één van de gers en we zullen zijn gasten zijn. We worden dan ook direct binnen genodigd en krijgen koekjes, kaas en thee. De thee zou ik overigens zelf warme melk met zout willen noemen. De koekjes zijn best lekker en ook de kaas gaat nog wel.
Als de tenten staan is het tijd voor avondeten en daarna tijd voor spelletjes (Timur speelt graag schaak en is bijna onoverwinnelijk lijkt het wel), kletsen en naar bed gaan.

Geiten melken. (foto: John Verbeek)

terug naar index

Dag 24

(maandag 12 augustus 2002)

Na een nacht van weinig slaap, vanwege de vele blaffende honden, ontbijten we om negen uur. 's Morgens krijgen we te zien hoe de mensen hier leven. In de ene ger zien we hoe ze van airag wodka maken en in de andere hoe ze yakkaas maken. Beide doen ze ongelooflijk snel en handig. Verder lopen alle Mongolen in hun mooiste kleren rond. Het is voor hen net zo goed een feest dat wij er zijn als omgekeerd. En omdat heel veel Mongolen ook nog een zeer fotogeniek hoofd hebben worden er weer heel wat rolletjes vol geschoten.

Kaas maken. (foto: John Verbeek)

Na de lunch heeft niemand zin om iets te gaan ondernemen, dus wordt het luieren, kletsen, in de zon (of in mijn geval: schaduw) zitten en lezen. Later op de middag mogen de liefhebbers nog op een kameel zitten. Ook wordt er speciaal voor ons een geit geslacht. Er gaat werkelijk geen druppel bloed verloren (men knijpt de aorta dicht) en op de gal na wordt alles van het beest gegeten c.q. voor iets anders gebruikt. 
Ondertussen krijgen we avondeten. Het smaakt niet echt bijzonder en de maaltijd wordt door de harde wind min of meer onderbroken. De wind draait hier nogal eens, dus staat onze tent nu vol op de wind. Vrij snel na het avondeten is het geitenvlees gaar. Het is op een hele bijzondere manier gaar gemaakt: men stopt het in een melkbus, samen met wat water, zout en een paar gloeiend heet gestookte stenen. Vervolgens wordt de bus luchtdicht afgesloten en flink heen en weer gerold. De melkbus fungeert nu als een snelkookpan en het heen en weer rollen voorkomt dat het vlees wat tegen de stenen ligt zal verbranden. Het vlees is dus heel snel gaar en smaakt erg lekker. Eindelijk vlees eten in Mongolië!

Mongoolse kinderen zijn vaak zeer fotogeniek. (foto: Ineke Buijsman) Mongoolse kinderen zijn vaak zeer fotogeniek. (foto: Ineke Buijsman)

's Avonds kaarten we nog een paar potjes en gaan nog even kijken naar de, ook al speciaal voor ons georganiseerde, paardenrace. Jongetjes van een jaar of acht ongezadeld op een paard. De winnaar van het bekende Nadam-festival weet nu niet te winnen en baalt daar flink van.
Als later op de avond ook ons afval is verbrand gaan we weer slapen. De wind is dan gelukkig helemaal afgenomen.

terug naar index

Dag 25

(dinsdag 13 augustus 2002)

Om negen uur denken we op weg te kunnen gaan, maar we mogen niet weg voordat we eerst nog even wat gegeten en gedronken hebben in één van de gers. Gelukkig is het niet onbeleefd als niet iedereen wat neemt.

Jong en oud rijdt paard. (foto: John Verbeek)

Een half uurtje later zijn we dan toch op pad en lopen we over een grote kale vlakte. Vervolgens een vrij lange, maar zeker geen steile klim. Op de top zien we ons aan een meer gelegen kampeerplekje voor vannacht al liggen. Het is half bewolkt en de heuvels om ons heen hebben allerlei rode, groene en bruine kleuren. Mooi. De afdaling is erg makkelijk, maar veel langer dan verwacht en pas om half twee komen we bij het meer aan. Eerst de tenten opzetten en dan lunchen. Het is dan inmiddels al half drie.
Na de lunch gaan we met een paar mensen een topje op het nabij gelegen schiereiland beklimmen. Bovenop hebben we een heel mooi uitzicht over het meer en zien we dat we ons oorspronkelijk plan, het rond lopen van het meer, niet kunnen realiseren: de kanten zijn te steil.
Bij de tent aangekomen pakken we onze zwemspullen en gaan een paar slagen zwemmen in het meer. Lekker verfrissend. Daarna lekker liggen lezen en wachten op het avondeten. Dat smaakt weer zoals de meeste andere dagen: niet echt slecht of zo, maar erg eenvoudig.
Na het avondeten houden we allerlei wedstrijden tegen de Mongolen. Tot hun verbazing winnen we niet alleen het touwtrekken, maar wint ''ouwe'' Hans ook nog de wedstrijd rennen met een vrouw op je nek. Bij het sprinten en steen werpen zijn de Mongolen onverslaanbaar. Soms lijkt het wel of ze wereldrecords verbeteren. Tot het donker wordt amuseren we ons zo prima en dan duiken we de slaapzak weer in.

terug naar index

Dag 26

(woensdag 14 augustus 2002)

De laatste trekkingdag en alles  begint zoals altijd: kwart over zeven opstaan, acht uur ontbijt en M&M zijn weer te laat. Waarschijnlijk weten ze niet dat er de laatste dagen meestal ook hele lekkere kaas is bij het ontbijt. De eerste paar dagen werden dat soort dingen nog wel bewaard voor ze, maar als je na drieëneenhalve week nog niet op tijd bent dan houdt het een keer op.

Prachtig wandelgebied. (foto: Ineke Buijsman) Prachtig wandelgebied. (foto: Ineke Buijsman)

Prachtig wandelgebied. (foto: Ineke Buijsman)

Prachtig wandelgebied. (foto: Ineke Buijsman)

Om negen uur gaan we op pad en eerst lopen we langs een gedeelte van het meer om, na langs een winterverblijf van de nomaden te zijn gelopen, aan een klim te beginnen. Niet moeilijk; wel lang. Bovenop lopen we een vrij lang stuk langs de berghelling en zien dan besneeuwde bergtoppen en een heel stuk van de route van de afgelopen dagen. Op de top houden wen een korte theepauze en gaan dan aan de afdaling beginnen. Het landschap is dan heel anders dan we tot nu toe in Mongolië gezien hebben: we lopen door een soort kloof met grote rotspartijen en heel veel bomen en paarse bloemen. Een prachtige afsluiting van deze trekking en volgens velen de mooiste wandeldag van de hele reis.
Tussendoor houden we natuurlijk weer een lunchstop en nog een half uur later staan daar, eigenlijk toch nog vrij onverwacht, de auto's op ons te wachten. Het besluit wordt genomen om een paar kilometer te rijden en daar, bij een beekje, te gaan kamperen. Voor we instappen nemen we afscheid van Timur en z'n zoon (onze kamelen/paardemannen) en rijden dan een half uurtje naar de kampeerplek.
De avondmaaltijd bestaat uit allerlei overgebleven ingrediënten en is mede daardoor een stuk uitgebreider en lekkerder dan gemiddeld. Ondertussen zijn een aantal Mongolen naar Ulan Gom om bier, chips en cola te halen. Het duurt tot half tien voor ze terug zijn, maar dan worden ze ook met gejuich ontvangen. De rest van de avond is het feest vieren en afscheid nemen van de (meeste) Mongolen en tot in de kleine uurtjes blijft het heel gezellig.

terug naar index

Dag 27

(donderdag 15 augustus 2002) terug naar Ulan Bator

Om half vijf worden Hans, Hans, Ad, Fred en ik gewekt. Samen met Badja en Oega zullen wij per auto naar Uliastay gaan. De rest van de dag blijft een dag in Ulan Gom en zal daarvandaan, met een tussenstop, in vier uur tijd naar Ulan Bator vliegen. Vrijdag zullen we elkaar dus weer terug zien.
Om kwart over vijf zitten we, na een snel ontbijt, in de auto. Tanken in Ulan Gom en dan beginnen we aan de 400 kilometer lange rit. We zitten redelijk ruim en kunnen redelijk door rijden. Het eerste stuk zien we opvallend veel tegenliggers: zeker een stuk of tien en dat is voor Mongoolse begrippen heel veel. Op een doorsnee dag zagen we er misschien drie. 
Het landschap verandert weer langzaam en het wordt steeds minder groen. 's Middags zien we zelfs zandduinen. Het gebied waar we doorheen rijden is sowieso veel zanderiger dan we tot nu toe gezien hebben in dit land; één van de redenen waarom de kwaliteit van het onverharde wegdek beslist niet tegenvalt.
Tussen de middag lunchen we in een theehuisje met door ons zelfmeegebrachte brood en noodles. We zijn een echte bezienswaardigheid: toeristen komen hier waarschijnlijk zelden of nooit. Het theehuisje is dan ook niet als zodanig (in ieder geval voor ons) herkenbaar en het halve dorp loopt uit om ons te komen aanschouwen. Een bijzonder ervaring.
De laatste paar kilometer rijden we door een kaal gebergte met een groene vallei; er stroomt een rivier doorheen. En dan zien we de stad liggen. Groter en armoediger dan verwacht. We worden bij een hotel afgeleverd en gaan dan eerst eten. Tot grote verbazing van Badja willen we Mongools voedsel hebben. Ze trekt er zelfs een vies gezicht bij, maar achteraf vinden we het een goede keuze: aardappelsalade, veel vlees met pasta en allemaal best smakelijk. Badja en Oega zijn inmiddels niet meer bij ons, dus we zullen ons zelf moeten redden. Geen probleem. 's Avonds nog een rondje door de stad gelopen, op zoek naar een kroeg. We eindigen in een soort kantine met TL-verlichting en na een paar biertjes gaan we om een uur of elf terug naar het hotel.

terug naar index

Dag 28

(vrijdag 16 augustus 2002)

Zowaar een hotel met een prima bed en daardoor heel goed geslapen. Omdat we gisteren op het laatste moment de ontbijtplannen hadden gewijzigd maar niet onze wektijd hadden aangepast waren we om zeven uur al op. Gelukkig arriveert Badja zo'n drie kwartier later met ontbijt en dat eten we in de eetzaal van het hotel op. Blijkbaar is het hier heel gewoon om zelfmeegebrachte producten te nuttigen in horecagelegenheden.
We rijden nog even naar een uitzichtspunt en een klooster en gaan dan naar het vliegveld. Omdat je maar tien kilo bagage per persoon mag meenemen moeten we wat bijbetalen. Na nog even wachten stappen we in het oude Russische propellervliegtuig en ruim twee uur later landen we, na een lawaaierige en rustige vlucht, op Ulan Bator. Snel met een busje naar het hotel en eerst douchen. We hebben geluk: we hebben nu een kamer met een heerlijk warme douche.
We gaan de stad in; opzoek naar eten en drinken. Het wordt kip en cola en dat smaakt voortreffelijk. Bij Chez Bernard, waar we de eerste en tweede dag al geluncht hadden, nuttigen we nog een koffie met appeltaart en dan gaan Fred en Ad twee uurtjes naar het hotel, terwijl Hans, Hans en ik op een terrasje in de schaduw gaan zitten. Lekker een ijsje eten en een paar biertjes drinken.
Om zeven uur verzamelen we weer bij het hotel en daarna lopen we naar een Turks restaurant, waar we voor weinig geld lekker eten. Jammer dat de bediening wat minder is en ze lang niet alles hebben wat op de kaart staat. Dat laatste is overigens heel gebruikelijk in Mongolië naar het schijnt.
De rest van de avond brengen we door op een terrasje, waar ''jonge'' Hans en ik het tot een uur of één uit weten te houden. Veel bier en wodka's later kom ik terug in de hotelkamer, waar Hanneke inmiddels ook gearriveerd is. We kletsen elkaar gezellig bij en gaan pas erg laat slapen.

terug naar index

Dag 29

(zaterdag 17 augustus 2002)

Niet echt vroeg opgestaan en met een heel stel naar Chez Bernard geweest om te ontbijten. Daarna scheidden onze wegen zich, maar regelmatig zouden we elkaar, al dan niet op afspraak, weer tegenkomen op één of ander terrasje.
UB is niet zo'n heel spannende stad en behalve naar het enige grote warenhuis van de stad gaan, waar we voor een prikkie nog wat cd's kochten, en over een markt slenteren hebben we niet veel gezien of gedaan. Het was ook erg warm, dus op een terrasje in de schaduw zitten met een koude cola of biertje is dan toch het meest aangename tijdverdrijf. 
Om zeven uur verzamelden we met de hele groep bij het hotel en liepen daar vandaan naar een Koreaans restaurant. Het eten was redelijk tot goed (afhankelijk van wat je besteld had) en de sfeer werd steeds beter. En na de nodige alcohol gingen we afrekenen en waren slechts tien Euro per persoon kwijt. Arm zullen we hier niet worden.
Rond middernacht gingen een aantal mensen terug naar het hotel en de rest ging nog ergens een afzakkertje halen. Om twee uur ging ook die tent dicht en met de paar mensen die toen nog overgebleven waren zijn we naar een discotheek, vlakbij het hotel gegaan. Niet echt mijn soort tent en om een uur of half vier ben ik daarom maar terug naar het hotel gegaan, terwijl de laatste drie die-hards nog even zijn door blijven feesten.

terug naar index

Dag 30

(zondag 18 en maandag 19 augustus 2002) terugreis

Om een uur of tien opgestaan en vrijwel al onze spullen ingepakt. ''Voor de verandering'' wezen ontbijten bij Chez Bernard en na nog een kop koffie met heerlijke appeltaart lopen we naar het hotel, waar we ook de allerlaatste dingen inpakken, waaronder een net door Hanneke gekochte trui. Om kwart voor drie zouden we verzamelen voor de terugreis en M&M weten zowaar nog een paar extra minpunten te scoren: ze komen ook nu bijna een half uur te laat... Zelfs de mensen die nog af en toe een soort van medelijden met ze hadden ontploffen nu ongeveer. Dat doe je gewoon niet op een groepsreis: als je naar het vliegveld gaat ben je gewoon op tijd!
Met twee minibusjes worden we naar het vliegveld gebracht en zo'n drie uur later begint de eerste van onze vier vluchten die ons naar Nederland brengen. 
Op Peking moeten we ook zo'n drie uur wachten en een flink gedeelte van die tijd hebben we nodig om allerlei administratieve procedures te doorlopen. En aan het einde blijkt dan ook nog dat we onnodig tax hebben betaald en dus gaat John dezelfde route nog een keer lopen om, in totaal, een paar honderd Euro terug te halen. Inmiddels is het recht boven de luchthaven noodweer geworden: onweer en heel veel regen. Het hele vliegveld staat blank en daardoor vertrekken we met twee uur vertraging. Scheelt weer wachten op Tashkent. De vlucht daar naar toe en die naar Frankfurt verlopen verder rustig en het eten is niet best. Lang leve McDonalds op Frankfurt!
En dan eindelijk onze laatste vlucht van deze reis. Ook die verloopt voorspoedig en volgens schema, waardoor we tegen twee uur op Schiphol landen. We halen de bagage op (gelukkig hadden we de rugzak van Hanneke op Peking zonder label zien liggen, waardoor we die opnieuw konden inchecken en zorgen dat die ook in Amsterdam terecht kwam), zeggen de groep gedag (behalve M&M, want daar neemt, afgezien van Hans, werkelijk niemand afscheid van) en gaan dan lekker weer, met trein en tram, naar huis.
En ondanks dat het een geweldige reis is geweest, we heel veel gezien en gedaan hebben en een paar prachtige wandelingen hebben gemaakt, is thuiskomen toch altijd weer een hoogtepunt van de reis.

terug naar index

En zo kwam er een einde aan deze vakantie. Een hele mooie reis, niet alleen door de prachtige wandelingen, maar zeer zeker ook omdat Mongolië nog onontdekt is door het toerisme, en de mensen vooral geïnteresseerd zijn in jou en niet zozeer in je portemonnee. Jammer alleen van de twee mensen die zich zo volkomen buiten de groep hebben geplaatst; zoiets drukt toch een stempel op de reis, of je nu wilt of niet. Des ondanks: ook deze reis zullen we blijven koesteren als weer een hele mooie ervaring.


Terug naar hikes buiten Europa.

Terug naar (overige) vakanties.

Terug naar (wandel) vakanties.