South West Coast Path (zuidwest Engeland)

Inleiding:

In de zomer van 1999 zal er een complete zonsverduistering te zien zijn in Europa. Natuurlijk willen Hanneke en Jan daar graag bij aanwezig zijn. En aangezien ze ook graag in Engeland wandelen besluiten ze één en ander te combineren. De keus valt op de Two Moors Way. Onderweg besluiten ze daar, vanwege de hoge temperaturen, vanaf te zien en langs de kust van zuidwest Engeland te gaan lopen; een gedeelte van de South West Coast Path. Er worden twee stukken gelopen: van Minehead naar Barnstaple en van Hartlandquay naar Tintagel Castle. Hieronder volgt een verslag van die reis.
En voor de mensen die erg nieuwsgierig zijn naar de Two Moors Way: ook die hebben ze inmiddels gewandeld; in de herfst van 2000 zijn ze gewoon weer naar Engeland gegaan. Klik hier om ook dat verslag op deze homepage te lezen.

Dag 1

 (31 juli 1999)

(3 kilometer):

Vroeg opgestaan deze morgen, want we gaan (alweer) op vakantie. Deze keer is Engeland ons reisdoel, met als potentieel hoogtepunt: de totale zonsverduistering. Die zal, als het goed is, in een groot gedeelte van Europa te zien zijn, 
Na een vroeg ontbijt nemen we de metro naar Rotterdam CS en daarvandaan de trein naar de boot in Hoek van Holland. Het is zo'n snelle boot van de Stena Line, waarbij je niet buiten kunt zitten. Maar inderdaad: het gaat heel snel en na zo'n drieënhalf uur varen, eten, drinken, lezen en niets doen bereiken we de overkant.
Met de trein naar Londen en met de metro naar een ander station. Heel erg buitenlands: niet met de trein door de stad kunnen, maar om van het ene naar het andere station te komen neem je de metro. Op zo'n moment besef je dat het openbaar vervoer in Nederland helemaal zo slecht niet is. De volgende trein was nog extra warm ook: de airconditioning was kapot. Wel kregen we daarom allemaal een gratis koud blikje limonade. De hitte (in de trein) deed ons wel onze plannen wijzigen: in plaats van de Two Moors Way te gaan lopen, besloten we langs de kust te gaan lopen. En omdat er kort daarvoor een artikel over de South West Coast Path in de Op Pad heeft gestaan, weten we dat er ook werkelijk een langeafstandswandelpad ligt. Er zou vast wat meer wind staan langs de kust en hopelijk daardoor niet te warm om met een zware rugzak te gaan sjouwen. Het gevolg is wel dat we eerder uit moeten stappen en een bus naar Minehead nemen. Daar arriveren we om half zes en de winkels zijn dan al dicht. We besluiten daarom naar een camping te gaan en een half uurtje later zijn we daar dan ook. Op de camping verkopen ze zelfs een wandelkaart, met daarop de South West Coast Path ingetekend. Scheelt ons mooi weer een stuk teruglopen de volgende dag.
We zetten de tent op, drinken wat, douchen extra lang en gaan dan eten koken. Helaas lijkt ook de benzinebrander last van de warmte te hebben, dus het duurt wat langer voor we eten hebben. Gelukkig smaakt het dan extra lekker.
Na nog een kopje 'oplosprut' (=oploskoffie, maar omdat wij die koffie nooit zo herkennen noemen we het vaak oplosprut) en een apfelcorn gaan we vroeg slapen, zodat we de volgende morgen fris op stap kunnen.

Dag 2

 (1 augustus 1999)

(29 kilometer):

Gelukkig hadden we bij het opzetten van de tent op de zonrichting gelet, dus brandden we niet al te vroeg de tent uit. Zo rond half negen stonden we op en pakten alle spullen in. Binnen no-time bereiken we de South West Coast Path (vanaf nu afgekort tot SWCP; ik typ me verloren). Prachtige vergezichten en bloeiende bloemen. Een goed begin, ondanks de warmte. Onderweg komen we heel veel wandelaars tegen; wandelen lijkt echt een nationale hobby in Engeland. Wel komen we weinig huizen tegen, maar omdat we deze keer wel voldoende water hebben meegenomen is dat zowaar geen probleem.
De spaarzame huisjes en dorpjes die we passeren zijn 'typical English' om te zien; rijk versierd met allerlei bloeiende (tuin)planten. We passeerden zelfs een dorpje meer dan verwacht: we waren blijkbaar een stukje verkeerd gelopen. Leverde wel mooi een lunch op een terrasje op. Elk nadeel heb z'n voordeel zou Johan Cruijff zeggen.
Gelukkig was het niet moeilijk om de route terug te vinden en begon het vele klimmen en dalen weer. En omdat we vrijwel geen pauzes hielden, waren we 's middags aardig 'op'. Na even zoeken voor water en nog een klein stukje lopen vonden we een prachtig wildkampeerplekje. We waren niet de enigen: naast ons stonden twee Nederlandse fietskampeerders.
Na ons wat gewassen te hebben kookten we pasta en nadat de pan was leeggegeten dronken we een mok oplosprut en gingen vroeg slapen.

Dag 3

 (2 augustus 1999)

(19 kilometer):

Ondanks dat we vroeg opstonden hadden we toch weer lang geslapen. Vandaag zowaar een redelijk bewolkte dag, met zelfs een incidentele spat regen. Wel was het daardoor erg broeierig en dus flink afzien. Zo rond half 10 waren we weer op pad en via een hele steile afdaling zaten we weer op de SWCP. Het eerste stuk bleven we redelijk op dezelfde hoogte lopen en konden daardoor flink doorstappen. Ook vandaag weer een erg afwisselende omgeving: oude bossen (met heel veel varens), kale vlakten en ruige rotskusten.
In Lynton hielden we een lange pauze en konden zowaar het boekje van de SWCP kopen. Na een hele tijd op een bankje gezeten te hebben, mensen kijken, gingen we via een niet-normaal steile klim omhoog. Er ging ook een soort kabelbaan omhoog, maar wij zijn natuurlijk echte bikkels! Boven een pauze met koffie en cream-tea, die vooral Hanneke erg goed deed. Nog lang bleven we heel veel toeristen zien, maar na een oud eikenbos was dat over, en leek dit gebied weer uitgestorven te zijn.
Snel daarna een prachtig stuk: steile rotsen; het pad zoals we dat ons hadden voorgesteld. Volgens een bewoner zijn  dit zelfs de twee mooiste mijlen van het gehele Engelse kustpad. Hij was vast een beetje bevooroordeeld, maar we begrijpen zijn keuze wel.
Na nog een stevige afdaling zochten we een plekje voor de tent. We weken daarvoor een stukje van het pad af en eindigden op een parkeerplaats, vlak naast een café. Eerst een 'bad' genomen in de beek en daarna lekker eten gekookt. Vanavond risotto op het menu, en opnieuw ging de pan leeg. Traditiegetrouw besloten we de avond met een kopje oploskoffie en een apfelcorn, om weer vroeg te gaan slapen.

Dag 4

 (3 augustus 1999)

(18 kilometer):

Na een nacht met veel regen en slecht slapen bleek de tent gelekt te hebben, dus de slaapzak was wat nat. Gelukkig zaten alle andere spullen in plastic verpakt, dus de schade was niet al te groot. Toen we opstonden was het gelukkig weer droog en het zou zelfs een mooie, maar weer erg warme dag worden. Omdat het ook heel erg helder was konden we ook heel ver kijken.

kenmerkend plaatje van deze wandeling

Na een lang ontbijt (slaapzak drogen) liepen we over asfalt weer omhoog. Heel veel tegenliggers, waaronder twee vrouwen met rugzak, jurk en teenslippers.... Na de klim ging het vlak langs de rand van de hoogvlakte en na een scherpe afdaling volgde de klim naar het hoogste punt van de SWCP: de Great Hangman. Overbodig te melden dat het uitzicht schitterend was.
Na een lange afdaling bereikten we Combe Martin. Een niet echt leuk plaatsje, maar wel geschikt om wat te eten en drinken. En daarna opnieuw weer klimmen en na een wat minder mooi stuk route weer over kliffen lopen. Erg warm. Al dat klimmen en dalen maakt dit toch een erg zware wandeling; ondanks dat de hoogteverschillen niet eens echt groot zijn.
In Ilfracombe vonden we een camping, waar we eerst een hele lange douche namen, om al het zweet van ons af te spoelen. Onverwacht zagen we nog 'bekenden': twee Nederlandse meisjes die we ook in de bus ontmoet hadden. En verder nog vier Scouts op deze camping, die de route in tegengestelde richting liepen. Kortom: een hoop kletsen met andere mensen die avond.
Ons diner bestond, alweer, uit pasta-uit-een-pakje, met zowaar een blik vruchten als toetje en pas daarna oplosprut. Tussendoor de was gedaan (in een wasmachine op de camping). Jammer dat we iets teveel vloeibaar wasmiddel gebruikten: als je de volgende dag zweette, begon het heel sterk naar wasmiddel te ruiken.....

Dag 5

 (4 augustus 1999)

(23 kilometer):

Na een vrij warme nacht stonden we redelijk vroeg op en op ons gemak pakten we in en braken we de tent af. Het was erg bewolkt, maar leek droog te blijven. Fout gedacht: na een paar uur zou het gaan (mot)regenen en dat zou verder de hele dag zo blijven. Voor die tijd liepen we nog een klif rond en nuttigden een bak koffie met chocoladecake in de stad.
Het volgende stuk van het pad was opnieuw mooi, maar erg steil met veel kliffen en hoogteverschillen. De regen en wind maakten het daarbij nog eens extra zwaar. Gelukkig was er ook in het volgende dorp een café, waar we koffie met een sandwich konden eten. Voor de afwisseling zowaar een paar kilometer strand. Ook leuk en zwaar, maar in ieder geval weer eens vlak. 
Na nog een flauwe klim rondden we de volgende klif en zagen Croyde liggen. De mega-camping daar was vol, maar de kleine camping verderop gelukkig niet. Gelukkig een aardige beheerder op deze, erg dure, surfers-camping.
De tent in de regen opgezet en daarna eerst maar eens douchen. Na de douche een hapje eten en op zoek naar en echte kop koffie. Daarvoor hebben we een vreselijk stuk gelopen, maar geen café gevonden. Dan maar met chips en fanta de tent in!

Dag 6

 (5 augustus 1999)

(18 kilometer):

Na weer een nacht met veel regen werden we gewekt door de zon. Snel opgestaan en ons klaargemaakt voor de volgende etappe. Ondanks dat het een erg vlakke etappe zou zijn, en er redelijk wat bewolking was, zou het weer een erg warme dag worden. 
Eerst een paar kilometer breed zandstrand, een klif rond en daarna een duingebied. Op zich een mooi gebied met veel vlinders en bloemen, maar door de rechte, brede weg viel het toch een beetje tegen. 
Daarna volgden er een aantal kilometers grasdijk, langs een riviermonding. Een prima plekje om een boterham te eten en een kopje soep te maken. We 'tipten' Braunton aan en over een voormalige spoorlijn stapten we stevig door. Halverwege dit pad, in een theetuin (met cappuccino in plaats van koffie) besloten we een stuk van de route per bus te gaan doen. Enerzijds omdat we 'sunsetcountry' toch niet lopend op tijd zouden bereiken, en anderzijds omdat Hanneke wel eens een dagje rustig aan wilden doen.
Voor we op de camping arriveerden maakten we nog een tussenstop in een vlindertuin. Mooi, maar erg klein, met een armoedig tuincentrum c.q. botanische tuin. En daarna was het alleen nog maar tent opzetten en eten (koken). Koffie dronken we in de bar op de camping, maar bij het ontbreken aan gezelligheid besloten we maar om naar de tent te gaan en daar chips en apfelcorn te gaan nuttigen.

Dag 7

 (6 augustus 1999)

(10 kilometer):

Na een warme nacht stonden we op onder een erg grijze lucht. Snel alles ingepakt en naar Barnstaple gelopen. Daar geld gehaald (lang leve de pinautomaten) en boodschappen gedaan. We moesten vervolgens nog ruim een uur op de bus wachten, dus de rugzakken maar afgegeven in de tourist-information; iets wat bijna altijd lukt als je in een vreemde stad bent zonder (bagagekluisjes op het) station. Barnstaple is best een aardig plaatsje, met heel veel bloemen, in heel veel foute kleurencombinaties, en een oude brug.
Na een uurtje de bus genomen naar het eindpunt. Daarvandaan zou, aldus de chauffeur, een bus naar Bude gaan. Mooi niet dus. Dan maar weer onze plannen aanpassen en proberen de SWCP ergens anders op te pikken. De duim opgestoken en in minder dan geen tijd waren we naar Hartlandquay gelift. Inmiddels was het ook nog begonnen met regenen en dat zou voorlopig niet meer stoppen.

Hanneke op de SWCP

Via een redelijk makkelijk begaanbaar pad langs kliffen, met weinig hoogteverschillen, liepen we toch nog een paar kilometers op deze rustdag. Doordat het pad erg glad was geworden van de regen liep het wel vrij zwaar. Na nog een klein stukje lopen zagen we opeens allemaal kleine tentjes staan. Het bleek een soort mini-kamp van allemaal jongelui (vrienden?) te zijn. Ze hadden geen bezwaar als wij daar ook de tent zouden opzetten, en wij ook niet.
Eerst maar eens een kopje oplosprut zetten om op te warmen en ons daarna aan het avondeten wagen: macaroni met spek, kaas en komkommer. En niet eens uit een pakje! 's Avonds werd het zowaar weer droog en maakten we nog een korte avondwandeling; lekker zonder zo'n rugzak op je nek, waarbij we garnalen en zeeanemonen zagen. Na nog even genoten te hebben van de laatste zonnestralen, ondergaand in de Atlantische oceaan en een bodempje apfelcorn gingen we weer niet te laat naar bed.

Dag 8

 (7 augustus 1999)

(17 kilometer):

Zo rond half negen stonden we op en omdat onze MSR-brander vandaag alweer kuren had (zal wel aan de Engelse benzine liggen, want normaal hebben we echt nooit problemen), werd het vrij laat voor we vertrokken. Opnieuw een warme dag met gelukkig af en toe wat bewolking en/of een windvlaag. De theorie dat het langs de kust wat minder warm zou zijn leek dus bewaarheid te worden. Om er lekker in te komen mochten we direct weer een steile klim maken en ook de kilometers daarna gingen flink omhaag en omlaag.
Hanneke had vandaag een echte 'wandel-dip', maar na een lekker lange pauze ging die gelukkig over. Het moet tenslotte wel leuk blijven. De route was erg slecht gemarkeerd op dit stuk, maar zolang je de kustlijn volgt kun je nooit echt ver van de route afdwalen. We kwamen weer ontzettend weinig (lees: geen) huizen tegen en toen we er wel één zagen waren we daar erg blij mee: met deze temperaturen ben je blij als je weer eens onbeperkt water kan drinken. We hadden twee liter meegenomen, iets wat normaal ruim voldoende is, maar vandaag bleek dat aan de krappe kant te zijn. 
Een half uurtje later hielden we een lange lunchstop om daar de laatste, makkelijke, kilometers naar Bude te lopen. Toch ook nu weer flink afzien door de hitte. In de stad nog wat lekkere dingen gekocht en daarna naar de camping gelopen. Eerst douchen! Daarna een hapje eten en na oploskoffie, chips en cola maar weer vroeg naar bed.

Dag 9

 (8 augustus 1999)

(25 kilometer):

Om zes uur werden we gewekt door regen op de tent en toen we om zeven uur naar buiten keken zag het eruit of het nooit meer droog zou worden. Om een uur of acht was het dat wel, dus snel inpakken en afbreken. Toen we even later op weg waren, een makkelijk stuk, was het nog steeds droog. Toen we bij een benzinepomp kwamen wilden we de benzinefles vullen. Helaas ging dat niet helemaal goed en spoot ik m'n regenjas onder de benzine. Shit happens... Snel naar het naast gelegen restaurant en daar onder de kraan flink gespoeld. Tussendoor ook nog een kopje koffie gedronken in dit erg ongezellige restaurant. Buiten begon zelfs de zon te schijnen en dat zou tot de avond zo blijven.
Na de pauze volgde er een supersteile klim: 30% (!) en dito afdaling, maar het tempo bleef er toch goed in. Bij het aanbellen voor een veldfles vullen met water kregen we zelfs een pak sinaasappelsap, wat erg lekker smaakte na al dat water. 
Na het nodige klimmen en dalen over kliffen kwamen we in een klein dorpje waar gelukkig wel de plaatselijke horeca open was. We besloten daar tevens verder te gaan naar Boscastle, wat nog wel een flink eind was, maar we zouden wel zien. Flinke hoogteverschillen en een paar gigantische regenbuien maakten het een zware wandeling. Wel een prachtig gebied om in te wandelen; zelfs als je je regenpak aanhebt.
Na een baai, waarvan we eerst dachten dat het Boscastle was, moesten we nog een steile klim voor we er dan toch waren. In dit leuke, erg toeristische, dorpje zochten we naar en Bed & Breakfast. Hadden we zo langzamerhand wel verdiend vonden we zelf. 
Eerst een bad genomen, bij gebrek aan douche, en toen opzoek naar een restaurant. Er waren er genoeg, maar ze zaten allemaal barstensvol. Eindelijk vonden we er één die niet vol was, maar gezien de ongezelligheid en de bijzonder matige kwaliteit van het eten, begrepen we ook direct waarom het daar zo rustig was.
Gelukkig was het bed, afgezien van de veren die je door de matras heen voelde van een iets betere kwaliteit.

Dag 10

 (9 augustus 1999)

(10 kilometer):

Na een uitgebreid Engels ontbijt pakten we alle spullen weer in (pas als je je rugzak leeg hebt gegooid en alles hebt te drogen gehangen op zo'n kamer besef je hoeveel 60 liter eigenlijk is) en gingen we weer, in regenpak, op stap. Gelukkig zou het later op de dag weer droog worden.
Na een steile klim liepen we weer boven op de kliffen en dat zou bijna de hele dag zo blijven. Daardoor zagen we ook heel veel roofvogels, maar jammer genoeg geen puffins of zeehonden. (Van die laatste diersoort zat er gisteravond wel één in bad, maar verder hebben we deze reis geen exemplaren gezien of gehoord).
Het tempo lag niet echt hoog, maar des ondanks wisten we Tintagel Castle te bereiken. Daar eerst een kop koffie gedronken en toen de ruïne bezocht. Wij vonden hem niet echt interessant, maar wel heel erg toeristisch.
Via een prachtig pad vervolgden we onze route, waarbij vooral de hoge steen-pilaren langs de kust heel opvallend waren. In het volgende dorp besloten we te stoppen met het wandelen van de SWCP: Hanneke had teveel last van haar benen om het wandelen nog leuk te vinden. We besloten naar een grotere weg te lopen en daarvandaan te gaan liften. In korte tijd hadden we drie liften (waarvan alleen de laatste wat langer was) en na even zoeken vonden we een camping. Met wasmachine. 
Inmiddels hadden we 'eclips-area' bereikt en dat was goed te merken: overal tijdelijke campings, speciale parkeerplaatsen en meer van dat 'fraais'. En alles was heel erg duur. De camping bijvoorbeeld kostte 15 pond (toen ruim vijftig gulden!) voor één nachtje! Er werden dan ook speciale prijzen gehanteerd deze week. De campingeigenaar leek zich hier ook een beetje voor te schamen, want hij was overdreven behulpzaam. Enfin, de tent opzetten, noodles eten (wij waren toen geloof ik de enige mensen die die dingen lekker vonden; nu koop je ze op iedere straathoek), douchen en de was doen. Nog even naar de Burgerking voor een ijsje en na wat gepuzzeld te hebben maar weer gaan slapen.

Dag 11

 (10 augustus 1999)

Na een nacht met veel wind en geen regen slapen we uit en gaan met de duim omhoog langs de kant van de weg staan. Hoewel: staan? In no-time hebben we een lift naar Hayle te pakken. Daarvandaan lopen we naar de 'camping'; op een rugbyveld. Ook al heel erg duur, maar gelukkig met douche (in de kleedkamer) en bar (de kantine). En ook: vlakbij een oprit; handig voor de terugrit, want al in London was gebleken dat de treinen terug volgeboekt waren.
We zetten de tent op en gingen de stad in. Een stadje waarin niet echt veel te beleven was. We doodden de tijd met wat heen en weer slenteren, chips & chicken te eten en een bezoek te brengen aan een vogelpark. Dat laatste bleek wel een goed idee te zijn: we brengen er probleemloos een paar uur door, waarbij vooral de uilen die hun jonkies voeren en de roofvogelshow indruk op ons maken.
Aan het einde van de dag lopen we de supermarkt nog even binnen en kopen daar een lichtgewicht backgammon. Jammer dat de speelregels onleesbaar zijn en we er dus zelf een aantal moeten bedenken.
Ons avondeten bestaat uit broodjes worst, die absoluut niet lekker zijn en yoghurt. 's Avonds de pub bezocht en daar maar een paar biertjes gedronken om de tijd te doden.

Dag 12

 (11 augustus 1999)

Eclips-day of niet? Nou: niet dus... De lucht was grijs en hoewel iedereen hoopte op een gat in de bewolking zou het er niet van komen. Wel apart: het werd in een paar minuten pikdonker en even zo snel werd het weer licht. Vooral de meeuwen snapten er niets van. Jammer dat we de zon niet hebben gezien (wel op de TV), maar toch een hele aparte ervaring zo'n zonsverduistering.

Alles maar ingepakt en na een vet, maar lekker, Engels ontbijt in de kantine, waarmee goede zaken gedaan werden,  was het dus wachten op de zonsverduistering (samen met een heleboel andere mensen) die er om 11.11 uur zou hebben moeten zijn.
Snel daarna naar de oprit gelopen en de duim omhoog, Ook nu maar een paar minuten wachten en in vijf liften waren we in London. Het leek wel of heel Engeland onze kant opging; wat een drukte zeg, maar gelukkig weinig file. Engeland is nog steeds een prima lift-land bleek deze reis weer.
Per metro en trein reisden we door London heen, naar het Gillwellpark. Daar zat een Scoutingterrein (hadden we ontdekt op Internet) en zo rond een uur of tien stond de tent en zaten we aan de pan met rijst, die niet echt goed smaakte. Toch waren we wel toe aan een normale maaltijd na zo'n reisdag. Na nog een klein afzakkertje doken we de slaapzak in en gingen lekker slapen.

Dag 13 en 14

 (12 en 13 augustus 1999)

Na het ontbijt liepen we weer naar het station en kopen een metrodagkaart. Ons eerste reisdoel was de London-Zoo. Een veel mooiere dierentuin dan verwacht. We brachten er dan ook probleemloos een paar uur door met kijken (en koffie drinken. Aanrader: de circle of life. Jammer dat het er zo druk was.

Na dit bezoek slenteren we nog uren door de stad, zonder echt opzienbarende dingen te zien of te kopen. En hoewel we al een aantal keren in London zijn geweest blijven we het een geweldige stad vinden! Tussendoor brengen we de nodige tijd door op terrasjes (de Engelse koffie is in de loop der jaren gigantisch vooruit gegaan) en 's avonds eten we zelf buiten. Italiaans; lekker, maar erg duur. Het dure pond maakt de stad bijna onbetaalbaar (dachten we; tot we een jaar later weer naar Engeland gingen en ons toen pas echt rotschrokken van de prijzen..).
Per metro terug naar het Gillwelllpark om nog even buiten te gaan zitten voor we in slaap vielen.

De volgende morgen vroeg opgestaan en na een korte treinreis gaan we aan boord. We besluiten naar de film te gaan en hoewel ik Nothing Hill niet echt geweldig vond, zorgde die film er wel voor dat de tijd snel voorbij ging.
Tenslotte nog een treinrit en -ritje en toen waren we weer lekker thuis. Jammer van de niet-geziene zonsverduistering, maar verder was dit weer een erg leuke (wandel)vakantie.

Terug naar hikes in Europa.

Terug naar (wandel) vakanties.