Sneeuwschoenwandelen en winterwandelen in de Vercors (Frankrijk)

Inleiding:

In 2018 waren David en Jan, op het laatste moment zonder Sven, al eens naar de Vercors in Frankrijk geweest om daar een paar dagen te sneeuwschoenwandelen en winterkamperen. Door allerlei omstandigheden maakten ze toen niet zo’n hele lange tocht, maar hadden zich plechtig voorgenomen nog een keer terug te gaan. In februari 2020 leek het zover te zijn. Helaas was David degene die deze keer vanwege een blessure niet mee kon. En zo kwam het dat Sven en Jan daar samen een prachtige tocht maakten. Helaas niet alleen maar in de sneeuw. Hieronder volgt het reisverslag van die vakantie.

Dag 1

(zaterdag 8 februari 2020)

Net voor Eljer, Jilke en Hanneke vertrekken naar het Welpen-mama-weekend bij Scouting Klaas Kitten stapt Sven binnen. Ik kus de rest van het gezin gedag en samen drinken we nog een kopje espresso en lopen dan in een kwartiertje naar Zestienhoven. Het gebeurt niet vaak dat ik lopend naar een vliegveld ga.
Het is erg relaxt om daar in te checken en door de douane te gaan. We vliegen iets na twaalven. Een rustige vlucht en zonder bijzonderheden landen we in het bijna lenteachtige Grenoble.

 Op de luchthaven van Grenoble.

Meer dan een uur wachten op de bus, maar goed, kwart over vier zijn we op het station. We kopen buskaartjes voor de bus van 19.10 en gaan dan eerst naar de bakker voor koffie mét. (Natuurlijk) naar het tentje van de vorige keer en het smaakt weer net zo lekker en de eigenaar is nog net zo vriendelijk als twee jaar geleden. We laten de rugzakken daar even achter en lopen naar de benzinepomp om de brandstofflessen te vullen. Dan nog een kopje koffie en met warm water gevulde thermosflessen lopen we weer richting station. Nog even wat eten en dan de bus.
Dus niet: de man in het busstation blijkt bij de dienstregeling van zondag gekeken te hebben. Er gaat geen bus meer vanavond. We kijken nog even voor een taxi, maar dat kost zoveel dat we goedkoper een hotel kunnen boeken en morgenochtend vroeg de bus pakken. Los van de euforie die we vanavond zouden hebben als we de tent voor de eerste keer in de sneeuw zouden opzetten scheelt het qua looptijd verder niets.
Wel vreemd: het hotel is via booking.com 20 euro goedkoper, dus boeken we bij de incheckbalie ter plekke online onze kamer. Enfin, spullen op de kamer gedumpt (een rugzak met winterkamperen is sowieso al extra zwaar en gevuld door vooral het vele eten en met de sneeuwschoenen aan de buitenkant gebonden bijna ontilbaar, lomp en onhandig groot) en dan nog even de stad in voor een drankje. Het wordt een cocktailbar vlakbij het hotel. Na twee drankjes houden we het voor gezien: ze zijn niet echt heel lekker en de kroeg ook niet supergezellig. Bij het afrekenen zien we dat ze ook ‘’gewone’’ rum-cola hebben.
En zo zijn we rond tien uur op de kamer. Toch nog maar even douchen.

Dag 2

(zondag 9 februari 2020)

Kwart voor zeven op. Thermosflessen weer met kokend water vullen, een eclair als ontbijt eten en naar de bus. Die vertrekt keurig op tijd, maar zit nog niet half vol. Een uurtje rijden, waarvan het laatste deel klimmen. Weinig tot geen sneeuw helaas.

 Symbolisch bordje.

Als iedereen, ook de chauffeur, uitstapt denken we op het eindpunt te zijn, maar als de bus vervolgens weer wegrijdt blijkt dat we in Lans-en-Vercors zijn in plaats van Ville-de-Lans. Acht kilometer wandelen over een wandelpad of twee uur op de volgende bus wachten. Het wordt het eerste. Het is erg koud met de zon nog achter de berg en twee uurtjes over een vlakte met rondom ons besneeuwde bergen wandelen is ook geen straf.
Zo rond half elf zijn we dan toch in Lans. Eerst koffie. En zoals zo vaak in Frankrijk haal je de tompouces zelf bij de bakker verderop, omdat ze niks bij de koffie verkopen op het terras.

 Wandelen zonder sneeuw.

Het zonnetje schijnt en als we later weer gaan wandelen is dat al snel in T-shirt. De sneeuwschoenen blijven aan de rugzak helaas. We lopen de GRV en zien veel dagjeswandelaars. De route klimt langzaam omhoog en een uurtje voor de top zit een onbemande hut. Tijd voor lunch. Vanwege de wind gaan wij, in tegenstelling tot de andere mensen, even binnen zitten.

 Later gelukkig steeds meer sneeuw.

Als we weer vertrekken besluiten we de sneeuwschoenen onder te binden. Er ligt niet heel veel sneeuw, maar onder je schoenen is de beste manier van vervoeren. Zonder kan tot de top overigens ook prima. Een pittige klim tot ruim boven de 1.600 meter.
Aan de andere kant naar beneden. Dat is wel onmogelijk zonder sneeuwschoenen. Er lijkt één iemand voor ons gelopen te hebben, maar later zien we de gems die vermoedelijk het spoor heeft gemaakt.
Het is een erg lastige afdaling. Vrij steil en soms wat ijs onder de sneeuw, waardoor je wegglijdt en soms zelfs onderuit gaat. We worden dan ook goed moe.
Omdat het pad onmogelijk te zien is onder de sneeuw pakken we even de telefoon voor een exacte plaatsbepaling en lopen vervolgens op kompas naar de hut. Dat blijkt een heel klein noodhutje te zijn, maar we besluiten er toch in te gaan slapen. Weliswaar is de lucht nog redelijk helder, maar de wind trekt ontzettend aan. Tijd om sneeuw te smelten om veel te kunnen drinken en eten.

 Het hutje is niet echt luxe te noemen.

De spagheteria gaat schoon op: we hebben niet veel gegeten vandaag. Ook de zak borrelnootjes gaat daarom leeg. Verder nog een klein beetje whisky voor we onze donzen slaapzakken induiken. De wind giert om de hut en ’s nachts valt er zelfs wat regen. Niet erg dat we de tent niet hebben opgezet.

Dag 3

(maandag 10 februari 2020)

Slecht geslapen. Het is niet anders. Buiten is het winderig en warm. Ik schat in dat de temperatuur boven nul ligt. In de hut een paar liter sneeuw tot water koken. Niet alleen om de thermosflessen te vullen, maar ook voor ons warme ontbijt en een paar koppen koffie of thee.

 Vandaag gelukkig vooral sneeuwschoenwandelen.

Om een uur of tien verlaten we de pakt en bezakt de hut. Sneeuw genoeg om de sneeuwschoenen onder te binden. Sterker nog: op een klein stukje na waar we verkeerd waren gelopen en teveel richting dal gingen bleven ze de hele dag aan en op de meeste plekken had je ook niet zonder gekund.
Vanuit het hutje moeten we min of meer op dezelfde hoogte blijven. Omdat het heel schuin is loopt het heel zwaar. Vooral mijn linkervoet, de voet aan de dalkant, raakt erg vermoeid en ik vraag me af hoe lang ik dit ga volhouden. Het feit dat ik nieuwe schoenen aanheb helpt ongetwijfeld ook niet echt. Gelukkig wordt het pad later breder en lopen we vlak. Ook lopen we nu wat door het bos.
De lucht is grijs, maar het blijft droog. Nog later zelfs af en toe blauwe lucht, maar de zonnebrillen gaan niet op.

 Ook het weer zit mee vandaag.

Helaas hebben we een verkeerd pad gevolgd (paden zijn in de sneeuw soms erg lastig te herkennen), maar als het helemaal afbuigt naar het noorden pakken we onze GPS en lopen een stukje terug. Gelijk een mooi moment om te lunchen. Hartkeks, rookworst uit de thermosfles, cup-a-soup en koffie.
De sneeuwschoenen gaan weer aan en al snel moeten we flink klimmen. Het is een intensieve sport. Vlakbij de hut zien we, afgezien van een gems op enkele tientallen meters afstand eerder deze dag, ons eerste andere levende wezen van vandaag: een man op sneeuwschoenen. Hij woont in het dorp beneden en is op weg naar huis.
Wij willen in eerste instantie nog een stuk verder lopen, maar na een paar honderd meter komen we bij een stuk wat we te gevaarlijk vinden om te lopen: extreem schuin en erg ijzig. We gaan terug naar de hut en al snel hebben we een gewijzigd plan: we gaan morgen via een iets andere route terug naar de vorige hut en daar vandaan naar Villard-de-Lans. We zijn er inmiddels achter dat de GRV aan deze kant van de berg de wandelversie is en aan de andere kant, waar ik de vorige keer met David liep, de sneeuwschoenvariant. Die was sowieso ook gemarkeerd met bordjes met sneeuwschoenen en dat is aan deze kant niet het geval.
Bij de hut gaan we nog even buiten zitten met onze donsjas en –slofjes aan, maar duiken toch snel de hut in. Deze is wat groter en netter dan die van gisteren.

 Sven graaft de voordeur uit.

Buiten maakt de wind het erg guur. Omdat we aan de achterkant alleen via een metalen ‘’brandtrap’’ naar binnen kunnen besluit Sven de voordeur uit te graven, zodat we ook via het benedendeel naar binnen kunnen. Beneden staan ook een tafel en een allesbrander. Er ligt niet heel veel hout en het duurt even voor die brandt (tip: toch wel papier gebruiken ;-)), maar dan is het best aangenaam. Wel stinken al onze kleren naar kampvuur.
Water koken op de kachel duurt veel langer dan verwacht, maar toch besparen we weer wat benzine. Veel sneeuw smelten en drinken. Spagheteria eten en later natuurlijk een drupje whisky en wat borrelnoten. De zak gaat nog niet half leeg: blijkbaar hebben we geen honger vandaag. Best vreemd als je kijkt hoeveel energie je nodig hebt op zo’n dag als deze.
Als het hout op is gaan we naar de bovenverdieping en duiken onze heerlijk warme slaapzakken in voor alweer een lange nacht. Eén van de dingen die je zeker weet bij winterkamperen: je ligt veel in je slaapzak.

Dag 4

(dinsdag 11 februari 2020)

Kwart voor acht wordt het licht en staan we op. Het zal weer meer dan anderhalf uur duren voor we op stap zijn. Sneeuwsmelten kost nu eenmaal veel tijd. Voor die tijd inpakken, ontbijten en heel veel drinken. Buiten sneeuwt het inmiddels. We moeten daarom onze plannen aanpassen: andermans sporen volgen, en daarmee de route die we in gedachten hadden, is niet meer mogelijk. Er is nog maar één alternatief mogelijk: naar beneden.
De tocht zelf is prachtig! Er ligt zeker 20 centimeter verse sneeuw en alles is wit. Als je gaat glijden op de steile helling is er weinig aan de hand: je valt zacht. Het sneeuwt niet echt hard meer. Witte bomen, bergtoppen: wat een gave tocht!

 Mooier wandelen dan dit bestaat in onze ogen waarschijnlijk niet.

We volgen min of meer een slecht zichtbaar spoor, maar waarschijnlijk is dit niet het pad. Als we lager komen, komen we op een breder pad. Daar gaan de sneeuwschoenen jammer genoeg ook uit: er ligt helemaal niets meer. We zitten inmiddels op zo’n 1.100 meter hoogte en dat lijkt perspectief te bieden om terug te gaan naar de GRV aan de andere kant van de berg: die ligt vaak een stuk hoger. Dit betekent wel dat we, via Grenoble, met de bus naar Villard-de-Lans terug moeten.
We lopen daarom door naar Prelerfrey en toevallig staat daar de buurtbus op het punt om te vertrekken.

 De bus komt zo.

Nog een korte overstap en dan de bus naar Grenoble. Die stopt of eindigt tot onze verbazing niet bij het station, maar twee kilometer daar vandaan. Lopen dus. In het kwartier wat we daar nog op onze bus naar Villard-de-Lans moeten wachten eten we nog snel een broodje en een kop koffie en zo zitten we om 14.40 uur weer in de bus naar Villard-de-Lans. We stappen nu wel op de juiste plek uit J
Slecht nieuws: tegen de verwachting in is er daar geen sneeuw gevallen. Sterker nog: er ligt helemaal niets meer. Dat wordt dus geen sneeuwschoenwandelen, maar gewoon wandelen de rest van de reis.
De skibus brengt ons nog een paar kilometer verder naar het skigebied en daar lopen we voor de zekerheid nog even langs de touristinformation of zij misschien nog alternatieven hebben, maar zoals verwacht is dat niet het geval. We hijsen de rugzakken, met de sneeuwschoenen goed vastgebonden er aan. Op en volgen de GRV richting Correncon-en-Vercors. Dit stuk heb ik destijds met David gelopen en ik herken nog best veel.

 Helaas: geen sneeuw aan deze kant.

We lopen het dorp door en het begint al donker te worden en ook nog te regenen. We besluiten om in de refuge te gaan slapen. Niet alleen vanwege het weer, maar ook omdat we geen veldflessen bij ons hebben en kamperen daardoor een stuk lastiger is. We zouden immers bij water (of sneeuw) moeten staan en ik weet nog van de vorige keer, wat ook door de kaart wordt bevestigd, dat hier geen stroompjes in de buurt zijn. Zeker omdat het ook al schemert, lijkt doorlopen daarom onverstandig.
De refuge zit bij een langlaufcomplex, waar we eerst koffie mét doen. De refuge is eigenlijk een onbemande hut en we zijn (natuurlijk) de enige mensen die er slapen vannacht. Beetje drinken, eten en kletsen. Verder nog een paar potjes Schottentotten (leuk, strategisch spelletje) en met natuurlijk een drupje whisky en wat borrelnoten erbij.

Dag 5

(woensdag 12 februari 2020)

Prima geslapen en rond half acht wakker. We zijn een stuk vroeger op pad dan de voorgaande dagen: water koken op een elektrisch kookplaatje gaat toch sneller dan sneeuw smelten op een benzinebrandertje, zeker omdat we zo’n vier liter in totaal nodig hebben.
Buiten is het flink koud, maar het belooft een heerlijke dag te worden als je naar de lucht kijkt. En dat wordt het! De hele dag strakblauwe lucht en tegen alle verwachting in zullen we het grootste deel van de dag, weliswaar zonder sneeuwschoenen, in de sneeuw lopen.

 Dan maar gewoon winterwandelen; ook mooi.

Eerst klimmen we. Door weilanden en bossen. Ik herken ook hier best veel van de vorige keer. Soms best steil klimmen, maar we zijn het er over eens: wat een prachtige winterwandeling is dit! Na een uurtje de Auberge de Malterre. Ze zijn net open in deze ‘’heksenkeet’’. Het vuur brandt en hoewel ze (nog?) geen koffie hebben, smaakt de warme choco en plaatselijke ‘’peperkoek’’ prima.
Naar buiten en nog wat verder klimmen. Inmiddels lopen we vooral op en langs langlaufroutes waar ook de bordjes met sneeuwschoenroutes langs staan. We krijgen er geen genoeg van en lopen zelfs wat extra lusjes. Vlak voor de hoogvlakte een lange lunch in het zonnetje. Eindelijk weer eens hartkeks.

 Groepsfoto met van links naar rechts Jan en Sven.

Nog steeds over de sneeuw lopen we een stukje verder en vlakbij de start van de langlaufroutes zit nog een koffietentje. Overmacht; nog maar een koffie en een cola. De eerste betaalbare horeca van deze reis tot nu toe. Daarna gaat het hard naar beneden en verlaten we vrijwel direct de sneeuw. Een bospad zigzagt richting dal. Water is wel een issue: we hebben nog geen enkel beekje gezien. Maar gelukkig zit vlak voor het dorp een snelstromende beek en mogen we van een mijnheer, die net zoveel Engels als wij Frans spreekt, onze tent daar opzetten. Of althans: dat denken we J.
Tentje bouwen, warm aankleden en lekker warme choco drinken. Snel eten koken en als we dan nog een kop koffie op hebben duiken we snel de tent in. Het wordt een koude nacht.

 Snel eten koken voor we de tent in duiken.

Het is een uur of zeven en met een laatste beetje whisky en worstje weten we het tot een uur of half tien uit te houden, voor we gaan tandenpoetsen en lekker de donzen slaapzak inkruipen.

Dag 6

(donderdag 13 februari 2020)

Het heeft gevroren vannacht en de tent stond redelijk scheef, maar toch prima geslapen. Als we opstaan is het licht bewolkt en ook wat minder koud. Toch ontbijten we in de slaapzak. Water hadden we gisteren al uit de beek gehaald en hoeft alleen nog maar gekookt te worden, dus zijn we vrij snel klaar om in te pakken en weer te gaan lopen.

 Een afwisselende wandeling en veel half- en onverharde paden..

Zo rond half tien wandelen we richting La Chapelle-en-Vercors. Een mooie en afwisselende route en grotendeels onverhard. Tip: geloof nooit de bordjes die hier zeggen dat je kunt fietsen op de paden! Eerst door open velden, maar dan kilometers door het bos over een zand- en bospad. Langzaam klimmen. Dan nog een stukje asfalt en open gebied voor we in het stadje zijn.
Tijd om koffie te drinken en een paar flessen bier voor vanavond in te slaan. De lucht is inmiddels helemaal grijs en het begint te spatten. In het koffietentje bestellen we daarom maar wat te eten, zonder te weten wat we zullen krijgen. Het wordt een bord zuurkool met heel veel (soorten) worst en vlees.
Na nog een kopje koffie wordt het tijd om de regenjassen aan te trekken en te vertrekken. Het regent soms wat. De rest van de middag blijft het variëren met kleding: soms alleen shirt met lange mouwen, soms fleece en soms de regenjas. Het is het grootste deel van de tijd droog en afhankelijk van de wind en de steilte van het pad trekken we meer of minder laagjes aan.

 Het landschap is soms vrij desolaat.

De route zelf is echt prachtig. Over het algemeen langzaam stijgend en zeer afwisselend. Na een stuk grasland eerst bos, maar later wat opener en zelfs erg desolaat. Om ons heen wat hogere heuvels met soms sneeuw op de top. Ook om ons heen liggen af en toe kleine hoopjes sneeuw, maar niet zoveel dat je denkt dat het wit zal worden de komende dagen. Eigenlijk hebben we wat dit betreft gewoon pech, want overal horen en zien (foto’s, folders, ansichtkaarten) dat er hier in de winter normaal gesproken een dik pak sneeuw ligt.
We zien nauwelijks andere mensen, maar wel een grote groep met honden, waarvan er tot onze verbazing geen enkele blaft. Even later worden we ook nog ingehaald door sledehonden met een slee op wieltjes. Ook die blaffen niet.
Net voor Vassieux-en-Vercors begint het te gieten én gaat Sven door z’n rug. Hij kan nauwelijks meer lopen. Na twee kopjes koffie in een bar daar vlakbij hakken we de knoop door: we boeken een hotelkamer, zodat we hopelijk morgen nog een mooie laatste wandeldag kunnen maken.
Het hotel ligt vlak om de hoek. Een kleine kamer en bijna twee uur wachten tot het avondeten. Dan maar de fles bier uit de rugzak halen en douchen. Het bier is redelijk, maar de douche geeft nauwelijks water. Het bordje dat water schaars is in de Vercors klopt hier in elk geval wel.
Om iets over zevenen lopen we op onze donssloffen naar beneden om te gaan eten. Dat smaakt zeker niet slecht en vooral de eend is erg lekker. Het is ook een stuk drukker in het restaurant dan verwacht. Als het eten op is gaan we naar de kamer en openen daar ook onze tweede fles bier, maar die smaakt niet lekker genoeg om helemaal leeg te drinken.

Dag 7

(vrijdag 14 februari 2020)

Om acht uur staan we op. Een grijze dag. Eerst ontbijten bij de bakker naast het hotel en daarna weer lopen. Het is vrij guur: harde wind en een paar graden boven nul, maar het blijft wel de hele dag droog. Bovenop de heuvels is het mistig en als we daar later lopen is het op sommige plekken helemaal berijpt.

 Veel verschillende route-opties op dit stuk.

We volgen min of meer de voet van de heuvelrug. Prima onverhard pad en weer lekker afwisselend landschap. Al snel gaan we langzaam, maar gestaag, klimmen. Er komt steeds meer sneeuw op het pad en achteraf hadden we zeker twee uur de sneeuwschoenen kunnen onderbinden, terwijl we nu gewoon op de sneeuw en zonder lopen. Dat gaat overigens ook prima.

 Toch weer in de sneeuw gelopen.

Met alleen een korte snackpauze (het is te guur om koffie te zetten en we hebben geen kokend water in de thermosflessen meegenomen) komen we op de top. Mooi uitzicht op het dal en Vassieux-en-Vercors. Met een min of meer haakse bocht steken we terug en lopen nu min of meer noord in plaats van pal zuid. We komen op een asfaltweg en ons plan is daar te stoppen en liftend terug te gaan. Maar als we er zijn blijkt er een gemarkeerd wandelpad terug te lopen wat niet op onze kaart staat. Beter! Ruim drie kilometer zeer steil dalen. Langs het gesloten museum en in eerste instantie over een verhard pad, wat er uitziet als een brede muur. De laatste helft is onverhard en brengt ons aan de rand van het stadje.
Een kopje koffie drinken en horen dat er geen bussen gaan tussen hier en Villard-de-Lans. We krijgen het advies te liften en dat blijkt een goed voorstel.

 De bijna-onmogelijke foto: de auto stopt niet.

In totaal vier liften, waarvan drie door een vrouw alleen, brengen ons bij de bushalte. We hebben nergens langer dan drie auto’s hoeven wachten. Leukste lift: de derde. Die kregen we van een vrouw die in een kaasfabriek en –winkel werkt en denkt dat ik een grapje maak dat ik zo kaas bij haar kom kopen. Maar over (blauwe) kaas maak ik natuurlijk geen grapjes! Gelijk een leuk cadeau voor Hanneke gekocht: wijn, kaas en een worstje.
In Villard-de-Lans nog een half uurtje voor koffie mét en dan brengt de bus ons naar Grenoble. Ons hotel ligt een paar minuten lopen van het station en zo rond half zes, zes uur ligt de hele kamer bezaaid met onze uitrusting en vooral ook heel veel eten dat overblijft.
Eigenlijk zit onze vakantie er nu op: het is nu vooral wachten tot we naar huis gaan. Het was misschien niet helemaal de tocht die we in gedachten hadden (het plan was immers een week op sneeuwschoenen te wandelen), maar een mooie en afwisselende tocht was het zeker!
We lopen naar de stad om wat te eten en hoewel het vrijdag en Valentijnsdag is, lukt het toch heel snel om een tafeltje te vinden. Eten smaakt prima, maar niet herinneringswaardig. Na nog twee baco-tjes in de cocktailbar gaan we om een uur of elf richting hotel. Ik ben best moe.

Dag 8

(zaterdag 15 februari 2020)

Echt super geslapen. Vervolgens alles in de rugzak gestopt. Niet hoeven nadenken bij wat er bovenin moet blijven pakt toch een stuk sneller in. De bagage achtergelaten in het hotel en richting ontbijt. Natuurlijk bij ons favoriete koffietentje.
De rest van de dag voelt toch vooral als wachten. We lopen een bij de touristinformation gehaalde stadswandeling en brengen (natuurlijk) af en toe tijd door in de horeca. Lunchen op een zonnig terras met een biertje erbij.

 Waarschijnlijk het meest bekende plaatje van Grenoble.

’s Middags klimmen we naar de Bastille op bijna 500 meter hoogte. De meeste mensen pakken de kabelbaan: hét gezicht van de stad met de vier bij elkaar blijvende cabines. Als we via een andere route weer naar beneden zijn gelopen is het tijd om nog snel even een ijsje op een terras te doen en dan met de bagage richting bus en vliegveld.
Daar zijn we bijna drie uur voor vertrek, zonder echt veel te doen te hebben. Het grote wachten is nu echt begonnen.
Na een rustige vlucht landen we tegen tienen op een erg winderig Rotterdam. Onze rugzakken zijn eerder bij de band dan wij. Dan nog een klein kwartiertje lopen, voor ik weer lekker thuis ben. En hoewel de sneeuwschoenen meer aan de rugzak dan aan onze voeten hebben gezeten was het toch weer een erg mooie winterwandeling. Sven bedankt! Volgende keer meer sneeuw
J

 

Terug naar hikes in Europa.

Terug naar (wandel) vakanties.