Australië

(Op dit moment staat er maar één foto op deze pagina, binnenkort (??) worden er meer toegevoegd).

Inleiding:

Het moest er natuurlijk een keer van komen: Australië was immers het laatste continent waar we nog nooit waren geweest (Hanneke was toen overigens nog nooit in Noord-Amerika geweest dus voor haar ging dit niet helemaal op). In ''onze'' zomer van 2003 zijn we geweest. Een geweldige reis, met natuurlijk een aantal highlights (Ayers Rock, Sydney en the Grampions), maar ook een zevendaagse wandeling op de Larapintatrail. Wil je ons complete reisverslag lezen, sla de indextabel over en lees daarna gewoon verder. Ben je alleen geïnteresseerd in een bepaald gebied of activiteit, kijk dan eerst even in de onderstaande indextabel.

heenreis 5 juli
Sydney 7 juli
Ayers Rock, Olga's en Kings Canyon 9 juli
Alice Springs  11 juli
Larapintatrail 13 juli
Alice Springs (2) 19 juli
(naar) Adeleide 21 juli
(via o.a. de Grampions en de de Great Ocean Road naar) Melbourne 23 juli
Pinguïnparade 27 juli
(via o.a. de Snowy en Blue Mountains terug  naar) Sydney 28 juli
terugreis (met stop-over in Tokio) 2 augustus

terug naar index

Dag 1

(zaterdag 5 juli 2003)

We vliegen pas om acht uur 's avonds. Tijd genoeg dus om de rugzakken in te pakken, de laatste was nog te doen en om een uur of vier af te reizen naar Schiphol. We gaan bewust erg vroeg weg omdat we graag een ruime zitplaats willen hebben. Voor het eerste gedeelte van de vlucht zijn de stoelen echter al ingedeeld en dus lukt het niet helemaal, maar gelukkig lukt het voor het traject Tokio-Sydney nog wel.
Een beetje rondlopen, ijsje eten en wachten en om kwart over acht stijgen we dan toch op. Een rustige vlucht, niet echt lekkere maaltijden (vanzelfsprekend niet zou ik haast zeggen) en proberen zo laat mogelijk te gaan slapen om de jetlag zoveel mogelijk voor te zijn. We ''moeten'' voor ons gevoel immers 36 uur in 24 uur proppen.

Dag 2

(zondag 6 juli 2003)

Om half drie plaatselijke tijd landen we in Tokio. Een ruime, moderne luchthaven met gratis Internetfaciliteiten. Een mooie manier om een paar uur door te brengen en ik ontdek zowaar nog een paar leuke Biebel-sites die ik niet kende. Na nog een spelletje gedaan te hebben en wat gegeten en gedronken te hebben toch een half uurtje liggen slapen en dan de volgende vlucht.
Eigenlijk een beetje hetzelfde verhaal als de vorige vlucht: niet veel geslapen, géén lekkere maaltijden, tijdschriften lezen, walkman luisteren en alles bij elkaar gaat de tijd toch nog redelijk snel.

terug naar index

Dag 3

(maandag 7 juli 2003)

Om iets voor zeven landden we in Sydney. Door de douane (we hebben zo waar iets aan te geven; we hebben immers een tent en eten bij ons) en nadat alles is goedgekeurd gaan we met een minibus richting stad. Onze eerste indruk van Sydney: een vreselijk grote en schone stad.
Een hostel hadden we via Internet al gereserveerd en als we de staf gebeld hebben kunnen we al om negen uur onze vrij ruime en goed geoutilleerde kamer op. En dat voor 50 Australische dollar (nog geen 30 Euro); zeker niet slecht.
Snel de spullen gedumpt en eerst maar eens ontbeten in een restaurantje. Lekker; vooral de espresso. Daarna via de botanische tuin, met hele grote vruchtenetende vleermuizen en kaketoes die uit je hand eten, lopen we richting centrum. Eerst het operagebouw maar eens bekijken. De rondleiding stellen we nog even uit, want de mooiste zaal is vandaag niet te bezichtigen. Dan maar verder door de stad slenteren. We doen niet zo heel veel bijzonders, maar proeven vooral sfeer en verbazen ons met name over de vele hoogbouw.
Soms een kop koffie, ijsje en/of wat eten en zo brengen we de dag prima door. Wel zijn we een beetje duf van de jetlag. Ook kopen we nog een nieuw kompas, want op het zuidelijk halfrond werkt die van ons niet. (Noot: achteraf is dit waarschijnlijk een broodje aap verhaal geweest, want ons oude en ons nieuwe kompas gaven zowel in Australië als in Nederland altijd dezelfde richting aan).
Om een uur of zes gaan we naar het restaurant waar we met Marian hebben afgesproken. Zij is een paar weken in Australië en zit nu toevallig ook in Sydney, vandaar. Hartstikke leuk om elkaar ook hier te zien. Na een heerlijke maaltijd op een toch niet al te warm terras lopen we naar de hostel terug. Douchen en slapen!

Dag 4

(dinsdag 8 juli 2003)

Na twaalf uur slapen staan we om een uur of tien op. Naar het station gelopen voor een openbaar vervoer dagkaart en een ontbijt. Met de trein (of is het een metro?) gaan we richting Wharf en daar de ferry naar de dierentuin gepakt. We zijn niet de enigen die op dat idee zijn gekomen. Toch valt het in de dierentuin nog mee met de drukte. Mijn studentenkaart (naast m'n werk volg ik ook nog een studie bedrijfskundige informatica) levert zowaar een forse korting op.
In de dierentuin zijn vooral de Australische dieren, en dan met name de vogelbekdieren en mierenegels, erg leuk. Verder natuurlijk heel veel bekende dieren zoals giraffen, olifanten en apen. De snackbar is een stuk minder aantrekkelijk om te zien, maar die gaan ze dan ook verbouwen. Vanaf de dierentuin heb je overigens een fantastisch gezicht over de stad. En als je daarvan foto's wilt maken: doe dat vanaf het aangegeven fotopunt; je hebt daar vandaan écht het beste uitzicht.
Om een uur of drie nemen we de ferry terug en kunnen dan precies mee met de rondleiding van half vier door de operabuilding. We hebben een ontzettend leuke en gedreven gids, die ook heel goed met (kleine) kinderen kan omgaan. Kortom: een zeer geslaagde rondleiding door een bijzonder gebouw. De mooiste zaal is de concerthal. Je kijkt daar echt je ogen uit. De architect heeft het eindresultaat overigens nog nooit gezien: hij is destijds halverwege de bouw boos opgestapt (omdat er van de Australische regering alleen nog maar Australiërs mochten aan meewerken) en nooit meer wezen kijken. De geraamde bouwsom is overigens met enige honderden procenten overschreden. De ruzie is inmiddels bijgelegd en, samen met z'n zoon, gaat de Deense architect de renovatie begeleiden. 
Na nog een kop koffie, zit ook al bij de rondleiding inbegrepen, gaan we terug naar de hostel om een tas op te halen. In die tas zitten boeken en de walkmans voor de terugreis. We gaan samen met Marian eten en op 1 augustus zal zij de tas weer aan ons teruggeven.
Met de ferry (inclusief drie tussenstops) varen we door de verlichte havens naar Darlingharbour. Een zeer toeristisch gebied, waar we lekker en betaalbaar uit eten gaan.
Met de metro terug naar de hostel en om elf uur liggen we in bed.

terug naar index

Dag 5

(woensdag 9 juli 2003)

Een nacht heel slecht slapen (toch jetlag?) en twee wekkers die niet aflopen op het door ons gewenste moment. En juist op dat moment slapen we allebei... Kortom: we schrikken ruim een half uur te laat wakker. Snel alles in de rugzakken gepropt en een taxi naar het vliegveld genomen. De kosten vallen nog mee (heen met de minibus: 16 dollar, nu met de taxi 26 dollar) en min of meer op tijd zijn we op de luchthaven. Zeer snel ingecheckt en daarna eerst maar eens wat gegeten en gedronken.
Om tien over zeven het vliegtuig naar Adeleide, daar even wachten en opnieuw twee uur vliegen, maar dan naar Alice Springs. Daar komen we met wat vertraging aan, maar het vliegtuig naar Ayers Rock wacht op ons. Het lijkt misschien wat omslachtig om dit traject in drie vluchten af te leggen, maar dit scheelde ons zo'n 100 Euro. Dan maar twee keer overstappen.
Net na de middag zijn we er en met een bus worden we naar de resort gebracht. Gelukkig zijn er niet alleen hotels, maar is er ook een camping. Snel de tent opgezet en terwijl we naar het ''centrum'' lopen zien we de grootste monoliet ter wereld (Ayers Rock, of Uluru zoals de Aboriginals en ook steeds meer andere mensen zeggen) al liggen.
In het centrum wat gegeten en gedronken en boodschappen gedaan. Gelijk ook maar een nieuwe wekker gekocht. Verder een paar excursies geboekt en nog even langs een fotopunt gelopen. Dan terug naar de tent om een lange broek en trui aan te doen: het koelt hard af.
Deze avond koken we zowaar zelf: witte bonen in tomatensaus met worstjes. Soms hebben we daar gewoon trek in. (En er zullen nu vast mensen zijn die Hanneke's kookhobby kennen die heel erg geschokt zijn). Na nog een bakje yoghurt op tofu-basis (en alles behalve lekker) en een kop oploskoffie snel douchen en om half negen de tent in om te gaan slapen.

Dag 6

(donderdag 10 juli 2003)

Zo rond kwart voor zes staan we op. Het is steenkoud en de bus komt wat later dan verwacht. In de schemering arriveren we bij Ayers Rock en wachten op de zonsopgang. Die is echt fantastisch mooi deze morgen en we blijven dia's maken: de rots verandert steeds van kleur en wordt echt dieprood. Als de zon op is lijkt de rots bijna licht te geven. Tussendoor krijgen we nog een kop thee en na zo'n drie kwartier stappen we weer in de bus in rijden naar de Olga's. Ook dit is een bizarre rotspartij: het lijkt wel wat op een paar hele grote rode voorraadbussen.
We maken een wandeling van een kilometer of zes en ook nu maakt de camera weer overuren. Wat een landschap! Tussendoor ''scoren'' we zowaar onze eerste zebravinken van deze reis.
Na afloop van de wandeling nog een kop koffie en net na de middag zijn we weer terug op de camping. Eerst wat eten en daarna kaarten schrijven, espresso drinken (die ook hier weer prima smaakt) en alvast wat spullen voor de volgende dag uitzoeken. De rest van de middag brengen we door met lezen, drinken en een beetje luieren. Net een echte vakantie.
Op het fotopunt zien we de zon ondergaan en daarna gaan we eten koken. Op vrijwel alle campings in Australië heb je grilplaten en dus kunnen we lekker steaks en champignons bakken. Na nog een ''gewone'' yoghurt gaan we weer vroeg slapen.

Dag 7

(vrijdag 11 juli 2003)

Leek het gisterenmiddag wel vakantie, deze morgen beslist niet: al om kwart over vier liep de wekker af. Om vijf uur zou de bus naar Kings Canyon namelijk gaan. De eerste twee uur reden we dus in het donker. Wel spotten we onze eerste kangaroes: ze sprongen voor de bus uit.
Na twee uur rijden stoppen we voor ontbijt. We hebben geen zin om heel lang in de rij te staan, dus halen we alleen een kop thee en eten een paar zelfmeegebrachte boterhammen. Nog een half uurtje rijden later zijn we bij Kings Canyon. Als canyon stelt het misschien niet zo heel veel voor, maar verder is het meer dan prachtig. We maken een rondwandeling van ongeveer drie uur en dan zie je natuurlijk het meeste. Weer heel veel rode stenen (die zo prachtig contrasteren met de strakblauwe lucht), bizarre rotsformaties, de garden of Eden (een grote poel waar natuurlijk heel veel bloemen, planten en dieren zitten) en allerlei bijzondere plantsoorten. De canyon schijnt een paar honderd miljoen jaar oud te zijn, maar is waarschijnlijk in al die tijd nog nooit zo drukbezocht als tegenwoordig.
Na de wandeling rijden we terug om te lunchen en wij halen maar een paar hotdogs bij de benzinepomp, want de rij in het restaurant is zo lang dat we anders waarschijnlijk niet op tijd klaar zijn. Vervolgens zitten we urenlang in de bus. Eerst wat slapen, dan wat lezen of naar buiten kijken. Rond zonsondergang is het landschap op z'n mooist.

terug naar index

Iets over achten zijn we in Alice Springs. De camping is zo goed als vol, maar gelukkig vinden we nog een plekje. Eerst boodschappen gedaan (net op tijd, want de supermarkt gaat eigenlijk al dicht) en daarna macaroni gegeten. Na nog een slokje apfelcorn liggen we, schoon gedoucht en wel, om iets over tienen in bed.

Dag 8

(zaterdag 12 juli 2003)

Al een week op vakantie; nog maar drie en we gaan alweer naar huis. Time flies when you're having fun.
Vanmorgen hebben we zowaar weer een keer uitgeslapen en terwijl we om half tien aan het ontbijt zitten draait de wasmachine. Als de was ophangt gaan we eerst boodschappen voor de komende week doen. Op de Larapintatrail zullen we immers niets tegenkomen.
Als we de spullen in de tent gebracht hebben lopen we in een half uurtje naar het centrum van de stad. Eerst espresso op een terrasje. Daar is het echt perfect weer voor: zonnig, niet te warm en een klein beetje wind. We verheugen ons nu nog meer op de komende wandeling. We gaan eerst proberen meer informatie over de wandeling in te winnen. Er is helaas geen mooi routeboekje te koop, maar alleen een paar A3-kopietjes met de route erop. We besluiten tevens een dag langer te gaan lopen. Sectie 6 (waar we eerst zouden starten) is namelijk 31 kilometer lang en dat redden we niet voor het donker als we niet vroeg kunnen starten. Geen probleem; dan starten we bij sectie 7. Wat mij betreft zouden we zelfs alle 12 de secties lopen, maar Hanneke vindt dat iets te veel van het goede.
Vanuit een telefooncel regelen we vervolgens vervoer voor de volgende morgen naar het startpunt en dan wordt het tijd om te gaan lunchen en mailen naar het thuisfront.
In een andere supermarkt doen we nog wat laatste boodschappen en gaan dan met een taxi, samen met twee Australiërs, naar de camelcup. De gratis pendelbus rijdt niet meer op dat moment. De camelcup in Alice is een jaarlijks terugkerend iets en zeer populair en bekend. Ook erg leuk om mee te maken trouwens. Er heerst een beetje een popfestivalsfeer: biertje, zonnetje, erg relaxte sfeer, wat tussen de kraampjes rondslenteren (en niks kopen) en af en toe een kamelenrace (in plaats van luisteren naar een bandje). Mensen komen echt van heinde en ver om dit gebeuren mee te mogen maken. 
Met de pendelbus terug naar de stad, inkopen voor het avondeten gedaan (kip, yoghurt en koude limonade) en terug naar de camping. Alvast de spullen uitgezocht die we niet zullen meenemen op onze wandeling, maar achter laten op de camping en daarna eten. En na deze voorlopig laatste niet-pasta maaltijd nemen we nog een afzakkertje en gaan dan lekker slapen.

Dag 9

(zondag 13 juli 2003) 14 kilometer

Om iets over zeven loopt de wekker af en snel pakken we alles in, ontbijten we en geven de zak met spullen die we achter willen laten af bij de receptie. Onze ''wegbrengster'' is keurig op tijd. We halen ook nog twee andere wandelaars op, iets wat onze reis nog goedkoper maakt. Zij gaan overigens de laatste vijf etappes van de Larapintatrail lopen, terwijl wij teruglopen naar Alice, dus we zullen elkaar onderweg niet meer zien.
Om half tien zijn we bij Serpentine Gorge. Daar even naar de kloof gelopen en dan: echt op pad! Het pad is gelukkig over het algemeen redelijk goed gemarkeerd met gekleurde lintjes, want echt heel duidelijk is het pad niet altijd te zien. Het is nog redelijk fris, maar later op de dag gaan de broekspijpen en fleecetrui uit en wordt het een graad of twintig. Ideaal wandelweer.
De omgeving is altijd wat lastig te beschrijven naar ook nu zal ik weer een poging ondernemen: heuvelachtig, rotsig, minder kaal dan je in een woestijnlandschap zou verwachten en naast ons een forse heuvelrug. Erg mooi en je kunt heel ver kijken. Slechts zeer sporadisch komen we een tegenwandelaar tegen en verder overheerst de absolute stilte. Hoewel? Regelmatig horen we vogels, waaronder heel vaak zebravinken. Verder heel veel vlinders en allerlei mooie bloeiende bloemen.
Omdat het onze eerste wandeldag is en we niet zo heel ver hoeven vandaag doen we erg rustig aan. En na de nodige (korte) drinkpauzes zijn we om een uur of drie op de onbemande ''camping'' van Ellery Creek. Hier blijven we een nacht, want op de komende 31 kilometer kunnen we geen water halen. Gelukkig staan er een aantal campers op de campground, zodat we onze voorraad water kunnen aanvullen (met onder andere een fles sju). Vast lekkerder dan het water uit de creek.
Iets over vijven en het koelt flink af. We drinken een kopje koffie en lopen dan nog even naar de creek om ons te wassen. Niet dus: het stikt er van de dode vissen. Nu zijn we helemaal blij met die campers: van diverse mensen krijgen we een paar liter water. Bij het eten krijgen we zelfs nog een mok wijn en na de oploskoffie schuiven we aan bij een kampvuur, wat een Australisch gezin aan het stoken is. Tot een uur of negen blijven we zitten kletsen en gaan dan slapen.

Dag 10

(maandag 14 juli 2003) 31 kilometer

De langste etappe van deze trail en daarom zetten we de wekker op half zeven, zodat we bij het eerste daglicht direct op pad kunnen. En zo gaan we, met vier liter water per persoon in de rugzak, richting Hugh Gorge. Het eerste stuk is het pad erg lastig te vinden vanwege een bosbrand vorig jaar. Ook de markering is toen verbrand en nog niet overal teruggeplaatst en ook het pad is niet overal even duidelijk (meer?) te zien. Na een kloof, waar we flink moeten klimmen en dalen,  gaat het echter veel beter en lopen we kilometers min of meer vlak over een redelijk goed begaanbaar pad.
Het is, vooral door het ontbreken van wind, een stuk warmer dan gisteren en we stoppen dan ook zeer regelmatig om wat te drinken. De ruim 20 kilo die in mijn rugzak zitten nemen daardoor gestaag af. 
Ook vandaag valt op hoeveel beplanting er eigenlijk wel niet staat. Je ziet nergens water en het regent hier zeer zelden, maar blijkbaar heeft de begroeiing zich daar prima op kunnen aanpassen.
We houden het tempo redelijk hoog en hoewel we dus vrijveel pauzes houden, zijn ze nooit echt lang. Dat we geen beleg op de crackers doen staat los van onze haast: we vinden ze zonder al lekker genoeg. Na een paar klimmetjes gaan we weer vlak lopen: over zo'n ''echte'' rode zandvlakte. Australië zoals wij ons dat voorstelden. Nog een paar kleine hoogteverschillen en rond kwart voor zes arriveren we op ons geplande eindpunt voor vandaag. Er staat gelukkig een tank met regenwater, want in de poel kun je je redelijk goed wassen, maar echt drinkbaar lijkt dat water niet.
Er zijn nog twee andere wandelaars op deze kampeerplek en zij hebben de etappe van vandaag in twee dagen gelopen. Dan moet je dus nog veel meer water sjouwen, maar de meeste wandelaars kiezen daar toch voor. Het lijkt er op dat wij meer indruk op hen hebben gemaakt dan omgekeerd, hoewel wij toch echt vol ontzag over het gewicht van hun rugzakken zijn. Ga uit van circa 12 kilo bagage plus nog een kilo of zeven, acht water per persoon. 
Snel de tent opgezet en net voor het donker staat tie en kan ik m'n dagboek schrijven. En dan: tijd voor pasta. Dat smaakt heerlijk na een dag lopen en na nog een kopje oploskoffie duiken we om acht uur redelijk vermoeid ons bed in.

Dag 11

(dinsdag 15 juli 2003) 16 kilometer

Ook vandaag loopt de wekker weer om half zeven af. En dat noemen ze dan vakantie?! Zo'n anderhalf uur later hebben we ontbeten met mueslirepen en thee, zijn de veldflessen gevuld, is alles ingepakt en hijsen we de rugzakken weer op. Volgens de routebeschrijving (aan het begin (en einde) van iedere sectie staat een informatiebord met meer informatie over de etappe) een lange en zware etappe vandaag.
Het begin vinden kost wat moeite, maar als we de kloof inlopen zien we algauw de bekende blauwe merktekens. Het eerste stuk is wat lastig te belopen: veel water en struiken, maar al snel wordt het pad beter begaanbaar. Weliswaar moeten we veel over keien lopen, maar fout lopen kan niet: gewoon tussen de twee steile wanden van de kloof blijven. We vinden dit stuk verreweg het mooiste gedeelte van de Larapintatrail tot nu toe, vooral als de zon de wanden weer zo mooi rood doet oplichten. De camera maakt overuren. Jammer alleen dat de papegaaien te ver weg zitten om te kunnen vereeuwigen.
Na twee uur gaat het mis: we lopen helemaal vast. Het water is veel te diep en de wanden veel te steil om verder te kunnen gaan. We proberen van alles, maar moeten helaas toch terugkeren. Geen idee hoe andere wandelaars het hier doen, maar het pad gaat wel gewoon verder. Eén schrale troost: we lopen dat hele mooie stuk nu wel nog een keer.
Weer terug bij het kampterrein gaan we de onverharde weg volgen. Die weg is hoogstwaarschijnlijk speciaal voor de Larapinta trail aangelegd en wordt maar zeer zelden gebruikt. Eén voordeel voor ons: hij loopt naar de volgende sectie, zodat we daar de route weer kunnen oppikken. De weg is goed te belopen, met vrijwel geen hoogteverschillen. Omdat hij echter op een grote vlakte ligt en het vrijwel niet waait wordt het bloedheet. Veel pauzeren (in de schaduw van een paar struikjes) en water drinken dus.
In een stevig tempo bereiken we voor drie uur Birthday Waterhole, waar we weer kunnen kamperen en water tappen. Ook hier staat namelijk een grote tank met regenwater. We zijn vroeg genoeg om eerst maar eens een tijdje lekker niets te doen en pas later gaan we eten koken, koffie drinken en kampvuur stoken. We hebben voor een dik uur stoken hout verzameld en als je dan zo samen rond een kampvuurtje in de middel of nowhere zit met een slokje apfelcorn erbij besef je vanzelf weer wat een fantastisch leven wij eigenlijk toch leiden!

Dag 12

(woensdag 16 juli 2003) 18 kilometer

We raken er aan gewend: de wekker loopt om kwart voor zeven af; dezelfde tijd als tie dat thuis doet realiseer ik me opeens. Toch is dit een stuk mooier en zwaarder dan werken.
Het beloofd weer een mooie dag te worden vandaag, maar dat schijnt het hier altijd te zijn. Het eerste stuk van de route gaat door zand. Zwaar lopen. Dan een stukje bos, langs een droge rivierbedding en dan klimmen. Gelukkig ligt de berg in de schaduw, want hoewel het minder warm is dan gisteren, is het nog steeds vrij warm. De klim valt overigens redelijk mee en toch nog snel zijn we op het zadel. Tijd voor water en de laatste gevulde koeken die we nog hebben. (Jawel: ook in Australië kennen ze gevulde koeken, hoewel ze daar Amsterdammers heten).
Er volgt nog een klim: langs een drooggevallen waterval omhoog en als je dan denkt dat je er bent heb je het mis: er volgt nog een hele lange en zeer steile klim. Het uitzicht maakt alles goed. We staan bovenop een paar meter brede graat en kunnen alle kanten op misschien wel honderd kilometer ver kijken. Fantastisch! Er is overigens ook een kampeerplek bovenop en als je het ziet zitten om voor twee dagen water mee te sjouwen: dit is zeer waarschijnlijk de mooiste kampeerplek van de Larapintatrail. Om hier de zon te zien ondergaan en opkomen moet echt een feest zijn. Toen wij hier waren was het ook nog volle maan zodat het helemaal perfect zou zijn geweest.
Wij hebben echter geen water genoeg meegenomen om hier te kunnen overnachten, dus lopen we verder. We blijven op de graat en gaan langzaam naar beneden en de rest van de dag blijft het pad vrijwel non-stop langzaam dalen.
De laatste paar kilometer naar Standley Chasm lopen door een drooggevallen rivierbedding: zwaar lopen over al die keien. Rond half vijf komen we aan. Er staat een kiosk en die is nog open; de keuken is dan al dicht. Snel koffie, Fanta en chips kopen. Ook moeten we zes dollar per persoon betalen voor de camping. Maakt niet uit; gaan we vast ook niet failliet aan. Dit gebied is namelijk particulier terrein, vandaar dat we moeten betalen en overdag schijnt het hier loeidruk te zijn. Nu staan we hier samen met een zestal andere wandelaars, die gisteren bovenop die mooie kampeerplek geslapen hebben. Vooral het licht van de opkomende volle maan schijnt een belevenis apart geweest te zijn.
Na het avondeten (natuurlijk weer pasta uit een pakje) wordt het schemerig en er lopen dan heel veel wallabys (een soort kleine kangaroes) rond de tent en op het kampeerterrein. Ze drinken zelfs uit de toiletten.
Na nog wat te hebben gedronken en gekletst gaan we om een uur of acht naar bed. Eigenlijk te vroeg, want morgen wilden we wat later opstaan en onze wekker kan maar een uur of elf van te voren worden gezet.

Dag 13

(donderdag 17 juli 2003) 14 kilometer

We zouden uitslapen vanmorgen, maar omdat onze buren om half zeven al opstonden werden we toch vroeg wakker. Ze deden redelijk stil, maar tentdoek is nu eenmaal erg dun. We besloten toch nog maar te blijven liggen, maar een half uurtje later stonden we op; slapen lukte toch niet meer.
Na ontbijt en spullen pakken liepen we eerst naar de kloof. Onze rugzakken lieten we achter bij de splitsing waar de Larapintatrail verder zou gaan. De kloof was heel mooi: zo'n 10 meter breed en wanden die loodrecht omhoog gaan. Op dit moment waren er verder ook geen andere bezoekers, maar later op de dag zal dat vast anders zijn.
Terug naar de rugzakken en de wandeling. Eerst een pittige klim, maar gelukkig over een soort trap. Loopt een stuk makkelijker alleen: wie heeft die trap aangelegd?
Aan de andere kant langzaam naar beneden en genieten van het uitzicht. Je blijft dia's maken. Het is tot ver na de middag niet al te warm en er staat redelijk wat wind. Aangenaam wandelweer; in ieder geval tot een uur of één.
Na een paar kilometer moeten we kiezen: de hoge of de lage route. Na een korte pauze kiezen we de hoge. Het eerste stuk was superzwaar: langs een droge waterval steil omhoog. Blij dat we hier niet naar beneden hoeven, want ik heb echt geen idee hoe je dat zou moeten doen. Het laatste stuk van de klim is een stuk minder steil en bovenop volgt de beloning: wat een uitzicht! Tijd voor een lunch; crackers met een blikje vis en poederlimonade.
Na een stukje bovenop gelopen te hebben gaat het pad weer naar beneden. Niet echt een moeilijke afdaling, maar wel een erg lange. En als we beneden zijn is het nog een paar kilometer vlak lopen tot we bij Fish Hole zijn. Daar nog een korte klim, weer naar beneden en via een rivierbedding terug. We lopen daar verkeerd, want het lijkt niet logisch om weer terug te lopen naar Fish Hole. Toch is dat dus wel de bedoeling.
Nog een dikke kilometer afzien op keien en los zand en dan zijn we bij Jay Creek. Er staan daar nog een paar tentjes van andere wandelaars en er is weer een watertank. Ook hier wordt aangeraden om het water eerst tien minuten te koken, maar ook nu doen we dat weer niet. We zijn overigens de enige wandelaars die het niet doen, maar wij zien er het nut niet van in: het is gewoon ''oud'' regen- c.q. kraanwater.
Na de pasta en koffie is het tijd voor kampvuur en borrel. En samen met een stuk of acht Australiërs houden we dat tot over achten vol. 

Dag 14

(vrijdag 18 juli 2003) 25 kilometer

Ook vandaag hebben we de rugzakken iets over acht uur op. Een vrij lange, maar erg makkelijke etappe vandaag. Vrijwel geen hoogteverschillen en zeer goed beloopbare zandpaden. De beplanting in dit gebied is erg grijs; een beetje de kleur van verdorde lavendel. Dit komt overigens voornamelijk door het stof. Spring Gap is de uitzondering: hier een hele mooie waterpoel met veel groen en veel vogels.
De kilometers vliegen voorbij en in Mulga Camp, bijna halverwege de etappe, is een kampeerplek met picknickbankjes en we kunnen er water halen. Een prima plek voor crackers met tonijn. Dit klinkt overigens luxer dan het is, want we zijn een beetje op rantsoen. Toen we namelijk inkopen deden gingen we nog uit van zes wandeldagen. Niet dat we overigens honger lijden, maar we enigszins voorzichtig met de hoeveelheid eten zijn we wel.
Ook het volgende stuk route is weer erg makkelijk. En op het gebied van kloven zijn we inmiddels een beetje blasé geworden: voor Bond Gap lopen we niet eens meer een paar honderd meter om.
Je kan overigens goed merken dat er in dit gebied ook veel korte wandelingen lopen: de paden zijn zeer duidelijk en er liggen zelfs houten bruggetjes bij de droge rivierbeddingen die we moeten oversteken. Toch bereiken we zonder een mens gezien te hebben Simons Gap. Daar is het vrij druk: veel dagjesmensen die naar deze kloof komen kijken. De kampeerplaats ligt er een paar honderd meter voor. Kampvuur stoken is hier helaas niet toegestaan. Dan maar een kop oplossoep zetten en voor het hard begint af te koelen wassen. In principe kun je je met een halve liter water van top tot teen wassen, maar omdat er hier een toiletgebouw met kraan is hoeven we niet zuinig te zijn.
Omdat we hier geen kampvuur mogen stoken gaan we na de knoflookpasta, de koffie en een afzakkertje maar erg vroeg slapen. 

Dag 15

(zaterdag 19 juli 2003) 24 kilometer

Omdat de tent onder een afdak staat (de enige vlakke plek, maar wel met zo'n harde ondergrond dat we blij zijn dat we een tent hebben die je zonder haringen kunt opzetten) is het maar goed dat we de wekker weer gezet hebben, want het is daar erg lang donker onder.
Ook nu vertrekken we om een uur of acht, na waarschijnlijk voor de laatste keer deze vakantie met crackers ontbeten te hebben. Het pad kent meer hoogteverschillen dan gisteren en dat merken we gelijk als we gaan klimmen. De zon op de heuvels aan de andere kant, die daardoor fel oranjerood oplichten, maken dit wel de moeite waard. We vinden de route van vandaag sowieso een stuk mooier dan die van gisteren.

Ergens op de Larapintatrail. Ergens op de Larapintatrail.

Op de campsite van Wallaby Gap (geen water en geen wallabys gezien) lunchen en beginnen dan aan een flinke klim. Vervolgens kilometers boven op een graat lopen. Uitzicht genoeg en voor het eerst na een week zien we ook weer huizen (van Alice Springs om precies te zijn) liggen.
Nog een paar kilometer dalen, langs een weg in aanleg (het lijkt of ze de snelweg gaan verdubbelen, maar gezien het weinige verkeer kunnen we ons dat eigenlijk weer niet voorstellen) en de snelweg onderdoor. 
Feit: zeven dagen loop je op een pad waar alleen wandelaars komen en je vindt nog niet het kleinste stukje afval. Nu loop je onder een autoweg door en direct sterft het van het afval. Kan iemand mij dit verklaren, of zijn wandelaars gewoon een stuk zuiniger op hun leefomgeving dan automobilisten zijn???
De laatste vier kilometer naar het telegraafstation zijn, toch wel tegen de verwachting in, zeer de moeite waard: rotsformaties die op Devils Marbel's lijken. En dan zitten de ruim 140 kilometer er op. Een mooie plaquette op het start (en ons eind) punt, maar niemand om ons op de foto te zetten.

terug naar index

We drinken een Fanta, eten een ijsje en lopen een rondje over het terrein van het telegraafstation. En ondanks het feit dat dit station een hele grote rol heeft gespeeld in de ontsluiting van grote delen van Australië gaan we snel naar de camping: douchen!! En dan naar de stad: eten! We kiezen alleen niet zo'n handig restaurant uit: eerst in de rij staan bij de bar (koud bier; errug lekker na een week wandelen) en dan weer in de rij, met 15 mensen voor je, voor je je steak kan bestellen. Gelukkig smaken ze wel erg lekker.
Een espresso met een stuk tiramisu halen we ergens anders, want we hebben geen zin om nog een keer in de rij te gaan staan. En als we ook dat naar binnen hebben gewerkt is het zo laat dat we nog maar één ding willen: slapen.

Dag 16

(zondag 20 juli 2003)

Uitslapen zijn we niet meer gewend en al om half acht staan we op. De wasmachine aangezet, ontbeten, de was opgehangen en naar de stad. Tijd voor een espresso op een zonnig terras. Wat zijn we toch een bevoorrechte mensen.
In Alice is er een braderie aan de gang, maar wij gaan eerst naar de tourist-information. We willen morgen met de trein naar Adeleide, maar die is vol. Komt vast omdat de trein hier goedkoper is dan de bus. We gaan dus met de bus. Ook boeken we de rest van de busreizen en excursies tot aan Sydney. Het kost wat, maar dan heb je er ook we wat voor. Bij al die boekingen krijgen we in totaal 11 uur gratis Internet, maar mailen kost minder dan een half uur de tijd en dan hebben we ook nog alle spam verwijdert van onze diverse Hotmail-accounts.
Na even een paar broodjes te hebben gehaald en een ijsje te hebben gegeten nemen we de pendelbus naar het desertwildlife park. Er is een wandeling van 1,6 kilometer uitgezet met alle verschillende woestijntypen die voor komen in Australië en overal staan mooie grote volières met de daar voorkomende vogels. We zien erg veel soorten die we de afgelopen week ook hebben gezien, maar kunnen ze nu ook eens fotograferen. Verder nog een roofvogelshow (viel wat tegen naar onze mening) en een film (wel aardig). Alles bij elkaar een mooi park, waar we de hele middag door brengen.
Met de bus naar de stad terug, boodschappen gedaan en naar de camping gelopen om brood met spek en eieren te bakken. Toch handig die grilplaten op de camping. En na deze voedzame maaltijd en nog een kop oploskoffie gaan we redelijk vroeg naar bed.

terug naar index

Dag 17

(maandag 21 juli 2003)

Alweer een wekker die afloopt. En nadat alles is ingepakt en we hebben ontbeten lopen we naar de busterminal. Natuurlijk zijn we vroeg genoeg om eerst nog een kop espresso te drinken.
Om kwart over elf stappen we in de bus: ons ''thuis'' voor de komende 20 uur. Om de paar uur stopt de bus een half uur (bij het avondeten hebben we een uur pauze) en kunnen we even de benen strekken en eventueel wat eten en/of drinken kopen. De rit is verder niet echt spannend: een heel erg vlak landschap van rood zand en hier en daar wat lage begroeiing met af en toe een paar zeer lage (stenen) heuvels en soms kamelen, koeien of schapen. Oh ja, en de post die we soms ergens afgeven bij een brievenbus, waar de eigenaar meestal in z'n pick-up staat te wachten; waarschijnlijk blij dat er iets te beleven valt.
Voor ons zit een echtpaar met een klein kind wat wel nooit tot onze vriendenkring zal gaan behoren: enerzijds omdat ze redelijk a-sociaal zijn en anderzijds omdat ze beslist niet in staat zijn om hun dochtertje liefde te geven c.q. op te voeden. (En ik weet het: als jezelf geen kinderen hebt is het makkelijk praten, maar een kind van nog geen twee jaar oud letterlijk meer klappen dan kusjes geven klinkt mij niet gezond in de oren). We zijn overigens niet de enige die ons ergeren, want er zit nog een (zeer jonge) moeder met haar dochtertje in de bus en zelfs de chauffeur complimenteert haar hoe ze omgaat met haar dochtertje (wat dus ook totaal geen overlast bezorgd). Het kan dus wel.
Het avondeten valt wat tegen, de film in de bus daarna nog veel meer, maar het wordt wel een stuk rustiger in de bus, zodat we allebei twee stoelen ter beschikking hebben en wat (proberen te) slapen.

Dag 18

(dinsdag 22 juli 2003)

Met een vertraging van circa drie kwartier omdat de bus onderweg pech had gekregen, komen we iets over half zeven aan. Het eerste probleem (hoe het eerste gedeelte van de morgen door te brengen) lost zich vanzelf op: diverse busjes van verschillende hostels staan ons op te wachten. We kiezen er één uit die op de oppiklijst van onze volgende trip staat (hoeven we de volgende dag tenminste niet te gaan sjouwen met onze spullen). Om een uur of zeven zijn we ingecheckt, hangen de natte tent en dergelijk uit op de kamer, ontbijten met geroosterd brood met jam en thee en lopen richting centrum. Eerst naar de overdekte grote markt. Leuk, veel mooie producten (vlees, groente, hapjes enzovoorts) en erg rustig.
Vervolgens nemen we de historische tram naar het strand. Een ritje van een half uur en erg populair bij toeristen. Eerst maar eens een espresso mét doen. De koffie in Australië is over het algemeen zeer matig, maar espresso (short black, zoals dat hier heet) erg goed. De omgeving is verder erg toeristisch: veel winkels. Ook een erg leuk bezoekerscentrum, met een zeer gemêleerde tentoonstelling over van alles en nog wat dat met de omgeving hier heeft te maken: de geschiedenis (de proclamatie van Australië is hier uitgesproken), de strandcultuur door de jaren heen, oude kermisattracties en nog veel meer.
Met de tram terug en eerst wat eten. Net als destijds in Stockholm heb je ook hier heel veel verschillende eettentjes rond een groot centraal overdekt terras, zodat Hanneke noodlesoep en ik een lekker broodje kan eten. Echt een ideaal concept dit; vreemd dat we dit in Nederland nog nooit gezien hebben.
We lopen naar de botanische tuinen. Jammer dat het winter is, want veel is er nu niet te zien. Ook in de winter een hoogtepunt: het tropisch regenwoud. Snel door naar het Australisch museum. Verschillende tentoonstellingen, waaronder één over alle voorkomende vogels in Australië en de aboriginal cultuur. Die laatste hebben wij overigens niet meer bekeken: het museum ging namelijk bijna dicht en we waren op dat moment ook een beetje ''museummoe''.
Inkopen gedaan in de supermarkt en naar de hostel gelopen. Lekker op de bank zitten met een kop oploskoffie. En na de verse pasta spelen we nog een spelletje en rond half tien gaan we weer naar bed.

terug naar index

Dag 19

(woensdag 23 juli 2003)

Om kwart over zeven loopt de wekker af en om acht uur staan we bepakt en bezakt te wachten op onze toerbus. Die arriveert keurig op tijd en samen met 6 andere toeristen en een chauffeur gaan we richting de Grampians. Daar arriveren we na twee korte stops (bij één van die twee stops zien we albino-kangaroes in een soort park) en een lunchstop, ergens in de middag. De route er naar toe is niet echt spectaculair: vlak grasland met wat bomen. Het is dat de sloten ontbreken en de boomsoorten anders zijn, maar verder doet het sterk aan Noord-Nederland denken. Zelfs het weer draagt hier aan bij: grijze lucht en erg druilerig.
De Grampians zijn wel compleet anders: een fantastisch mooi heuvelachtig natuurgebied. Die heuvels zijn ontstaan na een vulkaanuitbarsting heel lang geleden en ze staan er ''ineens''; het glooiende landschap wat je meestal rond heuvels ziet ontbreekt hier volledig. We maken een korte wandeling naar de beroemde balkons. Mooi uitzicht en wat Schots aandoend.
Nog een klein stukje rijden en dan naar de Mackenzie-watervallen lopen. Ook weer mooi, hoewel de vlak voor ons lopende rode rosella's (een zeer kleurrijke papegaaiensoort) eigenlijk meer indruk op ons maken.
Een zestal andere toeristen voegt zich bij onze groep en in een half uurtje rijden we naar de lodge waar we zullen overnachten. Die lodge ligt in de middle of nowhere en bestaat uit een aantal blokhutten waarin we slapen. Wij nemen overigens een eigen hut; iets duurder maar wel veel privacy. Verder is er nog een groot gebouw met daarin onder andere een grote ruimte met een bar, een pooltafel, een TV (door de eigenaar zo mooi uitgedrukt als: de idiot-box), tafels en stoelen en gratis oploskoffie en thee. Om zeven uur wordt onze maaltijd geserveerd: een redelijke steak en een heerlijk toetje (appelcrumble met roomijs). 's Avonds nog een beetje koffie drinken, poolen en een bacootje nuttigen, voor we weer redelijk vroeg gaan slapen.

Dag 20

(donderdag 24 juli 2003)

Ontbijt met toast, thee en voor de liefhebbers cornflakes. Om acht uur rijden we. Het weer is wat gekalmeerd; vannacht storm, regen en hagel. Vandaag zullen we overigens nog wel een aantal pittige buien en harde wind krijgen, maar het ergste is geweest.
Na een half uurtje rijden gaan we circa twee uur wandelen. Een hoogtepunt van deze vakantie: bizarre rotsformaties, een supersmalle kloof en op het einde een geweldige canyon. Omdat het weer erg grijs is maken we alleen niet zo heel veel dia's op dit stuk. Na afloop staat de chauffeur op ons te wachten met oploskoffie en koekjes; erg lekker.
Lunchen doen we in een snackbar twee uur rijden verderop en dan is het nog een klein stukje verder naar de oude, dode vulkaan Tower Hill. Alweer een hoogtepunt, met een mooie korte wandeling waar we koala's (en sommige zijn zelfs in beweging, ondanks het feit dat ze gemiddeld 20 uur per etmaal slapen), emus en kangaroes zien. Dit alles in het wild, en niet in een park of zo.
Een klein stukje rijden verderop hopen we ook nog walvissen te zien, maar helaas laten ze zich niet zien vandaag. Vrijwel direct daarna rijden we op de Great Ocean Road. Fantastisch! We maken een paar korte stops om de beukende golven op de grillig gevormde rotskusten te bekijken. Het slechtere weer voegt hier overigens wel iets toe. De laatste stop, net voor het donker, is bij de bekende London Bridge; een rots met een anekdote.
Een paar kilometer verderop ligt Princetown, waar we de nacht in een hostel zullen doorbrengen. Ook nu hebben we weer een double-room: een slaapkamer in een apart gebouwtje, waar we die nacht de enige twee gasten zijn. We hebben dardoor zelfs een eigen keuken, douche en toilet ter beschikking.
's Avonds lappen we allemaal 5 dollar en de chauffeur organiseert een bbq. Als de salades gemaakt zijn en alle vlees is gebakken (hopelijk staat de bbq onder een afdak, want het giet) gaan we aan tafel. Smaakt erg lekker. De rest van de avond kletsen we nog wat met een tweetal Braziliaanse vrouwen uit ons gezelschap en tegen een uur of elf gaan we richting bed.

Dag 21

(vrijdag 25 juli 2003)

We ontbijten met z'n tweeën in ons eigen gebouwtje en om kwart over acht rijden we weer. Opnieuw de Great Ocean Road en regelmatig een korte stop bij één van de vele grillige rotsformaties. Eén van de mooiste en bekendste is die bij de twaalf apostelen. Deze naam is overigens puur gekozen om (nog meer) toeristen te trekken, want er staan namelijk 16 rotspilaren, waarvan je er vanaf het uitzichtpunt aan de kust slechts 9 kan zien. Wil je ze allemaal zien, dan zul je een rondvlucht met de helikopter moeten maken. Ondanks dit alles: het is absoluut de moeite waard om hier te stoppen, want mooi is het in ieder geval.
Een paar kilometer verderop ligt een stukje tropisch regenwoud en daar maken we een rondwandeling van circa 20 minuten. Gelukkig regent het dan niet meer zo heel erg hard, want het is een hele mooie wandeling. Vooral de boomvarens en de supergrote gombomen maken indruk.
Lunchen doen we met kip c.q. vis en patat in een bekende kustplaats en daarna weer verder rijden langs het water. Het landschap verandert nu: niet meer die bizarre rotsformaties, maar wel geweldige golven en vergezichten. Ook het weer verandert en wordt veel beter. Ook hier houden we af en toe een korte stop op, bijvoorbeeld, een aantal bekende surfplekken.
Rond een uur of vijf zijn we in Melbourne en wordt iedereen bij zijn of haar hostel afgezet. Rond zes uur zijn wij in Allnations. Spotgoedkoop (zelfs zonder de bon voor de gratis overnachting die we hebben gevonden in één van de vele folders) en midden in het centrum. Inchecken duurt iets langer (er gaat iets mis bij het afwisselen van het personeel), maar dat levert nog een extra gratis biertje op. Eén krijg je er sowieso gratis.
Snel de spullen op de kamer gebracht. Niet een echt sfeervolle kamer, maar dat mag de pret niet drukken. Even zoeken in de stad en dan vinden we een (goedkoop) eettentje met geweldige pizza, knoflookbrood en spaghetti. Een aanrader dit tentje. Na nog een espresso op een verwarmd terras lopen we terug richting hostel en gaan in de bar onze gratis biertjes drinken. Het is een beetje een sfeerloze bar, maar het bier smaakt heerlijk (Victoria Bitter; VB door iedereen genaamd) en de muziek is ook erg goed. Alles bij elkaar opgeteld beslist geen tegenvaller. Terug in de hostel nog even douchen en dan naar bed.

Dag 22

(zaterdag 26 juli 2003)

Echt uitgeslapen vanmorgen: we zijn pas om half tien wakker. Eerst de wasmachine aangezet en daarna ontbijten. We zijn te laat voor de gratis pannenkoeken, maar ook als je ze wel moet betalen zijn ze niet al te duur en ze smaken heerlijk. Onze vliegtickets voor de terugvlucht bevestigd krijgen kost een hoop wachttijd (=geld) aan de telefoon, maar als dat dan toch geregeld is en de was ook droog is pakken we de gratis tram richting markt. Niet een echt spectaculaire markt; wel weer een prima espressobar.
We lopen naar de Melbourne Observation Deck (een toren van ruim 250 meter hoog) en dankzij de tramconducteur van vanmorgen weten we dat we om een gratis tweede ticket voor 's avonds moeten vragen. Het uitzicht vanaf de 55e verdieping is natuurlijk geweldig.
Weer beneden gaan we opzoek naar een eettentje en als we die gevonden hebben eet Hanneke lekkere sushi en ik lekkere noodles. Daarna richting Melbourne museum gelopen. Ook hier mag ik weer gratis naar binnen op m'n studentenkaart. Zelfs Hanneke profiteert daar deze keer van, want ook zij mag daarop gratis naar binnen. Blijkbaar vinden ze het erg sneu voor Hanneke dat zij niet studeert of zo, want heel vaak krijgen we alle twee korting op mijn pasje. Het museum is een echte aanrader: leuke en interessante tentoonstellingen over onder andere het menselijke lichaam, computers en Australië. Zeer interactief en uitnodigend opgesteld om dingen te proberen. Verder nog een stukje regenwoud, wat ook weer heel inventief dingen laat zien. Echt een museum zoals er meer zouden moeten zijn!
We pakken de tram naar Federation Square. Een gewaagd ontwerp, heel controversioneel, maar wat niet onze smaak is. Verder een beetje rondgeslenterd in het gebied daar omheen en opzoek gegaan naar een leuk restaurant. Ook nu weer lekker eten voor niet al te veel geld. Uit eten gaan in Australië is redelijk goedkoop.
Terug naar de uitkijktoren, om nu de stad in het donker te kunnen zien. Erg leuk, maar overdag gaan heeft toch onze voorkeur. Met de supersnelle lift weer naar beneden. We hebben vandaag meer dan een kilometer in een lift doorgebracht.
Nog even naar een bar voor een biertje en als ook dat op is gaan we terug naar de hostel. Douchen en naar bed.

terug naar index

Dag 23

(zondag 27 juli 2003)

Om kwart voor negen op; vandaag zijn we wel op tijd voor de gratis pannenkoeken. We slenteren nog wat door de stad, drinken een espresso, genieten van het zonnetje en kijken nog wat rond in winkels. De meeste zijn overigens gesloten vandaag.
Om half twaalf stappen we in een minibus voor onze excursiemiddag en -avond. Allereerst rijden we naar een soort opvangtehuis voor wilde Australische dieren. De zaak heeft duidelijk z'n beste tijd gehad en oogt redelijk verlopen. Wel leuk: de aanwezige wombats aaien, kangaroes die uit je hand eten en koala's in actie zien. Zoals al eerder gezegd slapen deze beesten namelijk 20 uur per dag. Dit doen ze niet omdat ze stoned zijn (zoals nogal eens gedacht wordt), maar omdat er erg weinig energie zit in eucalyptusbladeren; het enige voedsel wat ze tot zich nemen. De tentoonstelling over de reuzenwormen (''regenwormen'' met een lengte van zo'n tweeëneneenhalve meter) en de opgezette witte haai moeten hoognodig geüpgraded worden, wat ons betreft.
Een paar kilometer verderop stoppen we bij een kolenmijn. We gaan zo'n 300 meter ver en 65 meter diep onder de grond. Veel leuker en interessanter dan verwacht deze excursie. Gelukkig gaan we met een treintje omhoog, want het was toch best steil, glad en laag in zo'n schacht.
Weer een stukje rijden later zijn we op Philip-eiland. Snel bekijken we daar bij de Nobbies de mooiste zonsondergang van deze vakantie en daarna richting pinguïnparade. We staan daar met een paar honderd andere toeristen, maar ook deze keer heeft de brochure waar we deze excursie uit gehaald hebben geen woord gelogen: wij staan op een perfecte plaats. Want als de pinguïns dan in groepen van zo'n 25 tot 50 stuks uit het water komen lopen ze op een paar decimeter aan ons voorbij. Echt een heel leuk gezicht; jammer dat we geen foto's mogen maken. Goed te zien dat het bordje dat er niet gefotografeerd mag worden al voldoende is om de mensen er te van weerhouden. Pinguïns maken trouwens maar een hoop herrie ontdekken we hier.
Na een uurtje kijken rijden we een klein stukje en krijgen dan, onder een zeer winderig en koud afdakje, pizza. Er staan een flink aantal verschillende smaken en die we proberen smaken erg lekker.
In anderhalf uur rijden we terug naar Melbourne en zo rond een uur of tien pakken we onze rugzakken weer in. Morgen loopt de wekker immers weer vroeg af.

terug naar index

Dag 24

(maandag 28 juli 2003)

We moeten zelfs zo vroeg op dat we te vroeg zijn voor de pannenkoeken. We ontbijten daarom in een ander tentje met eieren en spek. Ook wel weer eens lekker. Om iets over half acht zitten we in de bus en na een paar korte stops komen we in het dorpje waar Ned Kelly heeft geleefd. Ned Kelly is een zeer populair figuur in Australië, maar absoluut geen Robin Hood type (wat nogal eens gedacht wordt), maar een ''gewone'' boef, die door de omstandigheden zo geworden is. We brengen een bezoek aan het museumpje, wat leuker is dan verwacht. Het is een soort openluchtmuseum, wat is ''opgehangen'' aan Ned Kelly. Zelfs de borden waarvan hij gegeten heeft en de deur van zijn stamkroeg zijn bewaard.
De volgende stop is bij een wijnproeverij. Ze hebben ook vijf soorten port, die overigens heel anders smaken dan de port die wij in Nederland kennen, maar wel zo lekker dat we een fles kopen. Zo'n proeverij net voor de lunch is niet helemaal het juiste tijdstip; in anderhalf uur kun je toch redelijk wat proeven c.q. drinken...
De lunch is in Beechworth. De bakker is de moeite van het omrijden meer dan waard; vooral zijn tompouces zijn zeer smakelijk! Het dorpje is het bestbewaarde gouddelverplaatsje van Australië en doet erg Amerikaans aan. Wat trouwens ook heel Amerikaans aandoet is dat overal in Australië gesproken wordt over de grootste, de hoogste, de langste enzovoorts.
De middagrit brengt ons naar Khancoban aan de rand van de Snowy Mountains. Een prachtige rit door een bergachtig gebied met heel veel naaldbomen en besneeuwde bergtoppen. Niet echt het landschap wat je in Australië verwacht, maar wel heel erg mooi.
We slapen in een motel; de meest luxueuze overnachting tot nu toe deze reis, en niet eens de duurste. Na een kop koffie op de kamer te hebben gezet gaan we eten. Saté met rijst. Een beetje weinig, maar wel lekker. Gelukkig hebben ze appelcrumble als toetje. Op de kamer eten we nog wat chips en terwijl Hanneke in een geleende Harry Potter begint kijk ik nog even naar een domme tv-quiz. Ik weet zelfs meer antwoorden dan de kandidaten, terwijl mijn Engels toch echt niet zo supergoed is. Kortom: al snel geef ik het op en ga maar slapen.

Dag 25

(dinsdag 29 juli 2003)

De wekker loopt weer om kwart voor zeven af en om half acht hebben we ontbeten en rijdt de bus weer. Al snel gaan we omhoog en zien we de eerste sneeuw. Even later begint het zelfs licht te sneeuwen en moeten de sneeuwkettingen om. We hadden een hoop verwacht in Australië, maar dit toch niet. Op het hoogste punt (ruim 1500 meter) bouwen we een sneeuwkangaroe en houden een sneeuwballengevecht. Ook stoppen we heel kort in een dorpje waar volop geskied wordt.
Daarna dalen we weer af en al snel laten we de sneeuw achter ons en rijden door een heuvelachtig gebied. Ook erg mooi. We maken een korte stop bij de Kentucky Fried Chicken voor een take-away lunch en rijden dan door naar Canberra; de hoofdstad van dit land. Sydney is dus niet de hoofdstad van Australië, zoals zoveel mensen denken.
We stoppen bij het oorlogsmuseum; in zijn soort beslist een goed opgezet museum. Vervolgens kijken we nog even rond in het parlementsgebouw. Een prachtig gebouw van buiten en iets minder van binnen. Een groep schoolkinderen krijgt een rondleiding en wij staan verbaasd van hoeveel de kinderen hier weten van de politiek van hun land. Waarschijnlijk nog meer dan de doorsnee volwassenen in Nederland weet van de politiek in Nederland.
Na nog een klein stukje rijden door de ambassadewijk (en geloof me: het gebouw van de Finse ambassade is één van de mooiste panden die we ooit gezien hebben) zijn we bij de hostel. Eerst even boodschappen gedaan en toen noodles gegeten. De meeste mensen van onze groep (waarvan ongeveer de helft ook bij de vorige toer aanwezig was) koken vandaag zelf. Zou dat iets te maken hebben met de afwasmachine die hier staat?
Na het eten nog een paar biertjes in de Ierse pub wezen drinken en weer redelijk op tijd naar bed.

Dag 26

(woensdag 30 juli 2003)

Na een prima ontbijt rijden we om acht uur Canberra uit; het land van de schapen in. Bij een benzinepomp staat zelfs een gebouw van zo'n 10 meter hoog in de vorm van een schaap. Later rijden we weer door een gebied met wat hogere heuvels en soms ligt er nog wat sneeuw. Geen wonder als je de temperatuur voelt. Ondanks het feit dat de zon schijnt is het gewoon guur. De harde wind is hier debet aan.
De eerste echte stop van vandaag is bij grotten; de Jenolva Caves. We gaan daar een uur in rondwandelen en het was lang geleden dat ik zoveel dia's in een uur heb gemaakt. Kortom: een hoogtepunt en een aanrader deze grotten!
Na de lunch rijden we verder en redelijk snel zijn we in de Blue Mountains. Alweer een prachtig gebied. Met de steilste ''trein'' ter wereld (een hoek van 52 graden) gaan we naar beneden, lopen een stukje door een regenwoud en gaan dan met een kabelbaan weer omhoog. Best grappig om te doen.
We maken een korte fotostop bij de Three Sisters; drie rotspilaren waarover verschillende Aboriginal verhalen de ronde doen en rijden dan naar de jeugdherberg.
Onze chauffeur kookt vandaag. Couscous met lamskoteletten; smaakt prima. De rest van de avond, na de afwas gedaan te hebben, spelen we Yenga met een stel anderen. Tussendoor nog even naar de bottleshop voor een paar biertjes en voor ons doen gaan we laat naar bed.

Dag 27

(donderdag 31 juli 2003)

Om een uur of acht, na ons eigen meegebrachte brood met pasta te hebben genuttigd, stappen we weer in de minibus en rijden we nog even naar de Three Sisters. We zien nu bij daglicht direct waarom de Blue Mountains hun naam hebben gekregen: er hangt inderdaad een blauwe gloed over het gebergte. Dit komt door de olieachtige afscheiding van de bladeren van de eucalyptusbomen. Ook gaan we nog even bij een grote waterval kijken en daar vandaan kun je direct zien waarom het zo veel jaar heeft geduurd voordat ze dit gebied ontsloten hebben: wat een steile bergen.
Rond de middag rijden we, na eerst nog even langs het olympische complex te zijn geweest, Sydney weer binnen. In ruim een kwartier lopen we vanaf het station naar de hostel waar we ook de vorige keer hebben geslapen. Ook nu hadden we weer via Internet geboekt, maar omdat we een uur eerder arriveren dan opgegeven is er nog geen staf aanwezig. Een mooi moment om te lunchen.
Als we de spullen op de kamer hebben gedumpt lopen we naar het centrum. We bezoeken de kassen in de botanische tuin en gaan vervolgens een rit maken met de monorail. Grappig om een keer te doen. Vervolgens bezoeken we het aquarium. Een topattractie, waar we meer dan een uur doorbrengen met het kijken naar onder andere vogelbekdieren, octopussen, kwallen en allerlei andere soorten; al dan niet ook in Nederlandse dierentuinen te zien.
We slenteren nog langs en door wat winkels en kopen de voor ons ''verplichte'' kalender en kookboek van Australië. Leuke souvenirs die we tegenwoordig vrijwel altijd kopen (in ieder geval een kookboek van het land waar we geweest zijn).
We eten weer op een foodplaza, met deze keer alleen maar Aziatische eettentjes. Er zijn veel Aziatische invloeden in Australië en dat zie je hier dus terug. We drinken nog ergens een kopje espresso en gaan dan naar de hostel terug. Probleem: we kunnen de kamer niet in. Er zijn twee sloten en wij hebben maar één sleutel gekregen. Van het ene slot heeft ook de staf geen sleutel blijkt. Na wat heen en weer gebel wordt een aannemer met een loper ingeschakeld en een uurtje later is alles opgelost. Overigens is het maar goed dat die man ook het andere slot controleert, want ook daarvan blijken we niet de juiste sleutel te hebben...
Enfin, om een uur of elf zitten we dan toch op onze eigen kamer, met de moedersleutel van de hostel. Tijd om te douchen en te slapen.

Dag 28

(vrijdag 1 augustus 2003)

Zowaar weer eens uitgeslapen en tegen een uur of kwart voor tien hebben we ontbeten op de kamer en lopen richting uitkijkpunt. We moeten tenslotte toch een mooie dia van het operabuilding maken?! En als we dat gedaan hebben slenteren we de rest van de dag wat door het centrum. Af en toe eten of drinken we wat, we winkelen een beetje, lopen over de markt en kopen nog wat dingetjes. Niet echt veel spannends gedaan of beleefd, maar nooit geweten dat een stad zoveel winkels kan hebben. 
Na nog een stukje over de stadsbrug te hebben gewandeld gaan we terug naar ons bekende terrasje op Circuliar Quay, waar we weer met Marian hebben afgesproken. Lekker bijkletsen, wat drinken, lekker eten en iets over tienen gaan we terug naar de hostel. Voor we gaan slapen pakken we voor de laatste keer deze reis de rugzakken in. Morgen weer vroeg op.

terug naar index

Dag 29

(zaterdag 2 augustus 2003)

Voor de laatste keer deze reis loopt de wekker in Australië af. Tegen kwart voor zeven brengt de gisteren gereserveerde minibus ons en nog een stel andere reizigers naar het vliegveld. We checken in, drinken weer eens een kopje espresso, shoppen nog wat (Hanneke ''scoort'' daarbij nog een jas) en stijgen tenslotte op. We laten Australië achter ons. Niet alleen een land, maar vooral een continent wat we maar voor een klein stukje hebben gezien, maar een erg goede indruk op ons heeft achtergelaten. Australiërs zijn over het algemeen ontzettend vriendelijk en behulpzaam. En een bordje verboden te fotograferen (zoals bij de pinguïnparade) is al voldoende om mensen zich aan de regels te laten houden. Verder zie je vrijwel nergens graffiti en/of troep op straat en zijn er overal ontzettend veel, grote en mooie parken. (Sorry; ik werk nu eenmaal als beheerder in de buitenruimte, dus dan vallen dat soort dingen nu eenmaal direct op). Heus geen paradijs, maar wel een land waarvan ik me kan voorstellen dat mensen er graag willen wonen.
Na een standaardvlucht (goed boek (de triffids), heerlijke muziek op de walkman (Marillion, Pocupine Tree en Radiohead), videospelletjes in de stoel ingebouwd (veel freecell spelen in mijn geval), veel beenruimte (er was nog één plekje bij de nooduitgang over) en zeer matige maaltijden) landen we om iets over zes op Tokio.
Met de shuttlebus naar ons hotel, wat vlakbij het vliegveld en heel ver buiten de stad ligt. Echt zo'n hotel voor transitreizigers: ruim, schoon en onpersoonlijk. We proberen buiten nog een rondje te lopen, maar veel valt er niet te beleven in de omgeving en daarnaast is het zeer plakkerig en broeierig weer. We besluiten daarom maar in het hotel te eten. Grote meevaller: het smaakt erg lekker en voor Japanse begrippen zowaar nog enigszins betaalbaar: voor zo'n 30 Euro hebben we onze magen aardig gevuld.
Na het eten nog even wat liggen lezen op de kamer, waar zelfs de thee niet gratis is, maar de airco het gelukkig doet.

Dag 30

(zondag 3 augustus 2003)

Lekker uitgeslapen. Een super uitgebreid en lekker ontbijtbuffet, met zowel heel veel westerse als Japanse gerechten. En daarna: vooral wachten. De vlucht lijkt een stuk langer te duren dan op de heenweg, maar tegen half zes landen we dan toch op Schiphol en om half acht zitten we weer thuis aan de espresso. Een beetje (veel) last van jetlag, maar weer erg blij om thuis te zijn. Want zonder een thuis kun je niet op vakantie gaan! 

terug naar index

Terug naar hikes buiten Europa.

Terug naar (overige) vakanties.

Terug naar (wandel) vakanties.