een Franciscaanse voetreis in Umbrie (Italie)

(op dit moment staan er nog geen foto's op deze pagina, die worden binnenkort (??) toegevoegd).

Inleiding:

Al heel lang zijn Hanneke en Jan van plan te gaan wandelen in Italië. De keus valt op een gedeelte van een Franciscaanse voetreis (een wandelboekje geschreven door Kees Roodenburg, isbn 90-9009245-5/NUGI470, te bestellen op telefoonnummer 030-2319321). Vanwege de temperatuur lijkt de meivakantie een goed moment. De wandeling is inderdaad zeer de moeite waard, hoewel wel vrij zwaar door de hoogteverschillen en de toch niet altijd even duidelijke kaartjes in het boekje.
Wat ons vooral van deze wandeling is bijgebleven is de ongekende gastvrijheid in dit gebied. Nog nooit is ons zo vaak eten en/of drinken aangeboden (met een echte apeose tijdens de laatste avond van onze wandeling), terwijl alle gesprekken met handen en voeten worden gevoerd, omdat echt niemand een andere taal dan Italiaans verstaat of spreekt.

Dag 1

 (2 mei 1999)

Om een uur of negen staan we op en na nog wat laatste opruimwerkzaamheden pakken we bus en tram naar Rotterdam zuid. Voor we naar Italië gaan willen we namelijk nog even bij ons nieuwe huis-in-aanbouw kijken. Over zo'n tweeënhalve krijgen we namelijk de sleutel. Een heleboel mensen verklaren ons dan ook voor gek dat we nu nog een week op vakantie gaan, maar wij zien dat anders; nog even lekker een weekje lopen voor al dat gedoe van inpakken en zo begint. En trouwens: hoeveel tijd kost dat nu helemaal? Kortom: we hebben er zin in!

Na dit korte bezoekje pakken we de trein naar Schiphol, waar we een uurtje wachten voor we naar Parijs vliegen. Ons vliegtuig heeft een half uur vertraging en daarom moeten we ons haasten bij het overstappen in Parijs. We halen ons toestel naar Rome maar net en na een rustige vlucht met veel slecht weer landen we 's avonds laat in Rome. We wachten op de bagage, maar na een uur is die er dus nog niet. Onze rugzakken staan nog in Parijs, net als die van twee medepassagiers Claudia en Silvia. Helaas zullen ze vandaag ook niet meer komen; dat wordt wel morgen.
 Na de nodige formaliteiten besluiten we een auto te huren en naar een hotel te gaan zoeken. Als we die gevonden hebben checken we in en gaan nog even naar buiten, voor frisse lucht, cola en een broodje.
Terug op de hotelkamer is het vrij warm, maar gelukkig werkt de douche. Zo rond één uur liggen we schoongewassen in bed.

Dag 2

 (3 mei 1999)

15 kilometer

Zo rond half negen staan we op en lopen we terug naar het café van de vorige avond, om daar te gaan ontbijten. Na deze culinaire uitspatting rijden we terug naar het vliegveld, waar we de auto inleveren (een auto huren is in Italië een heel erg dure hobby) en krijgen zowaar onze rugzakken terug. Een meevaller. Met z'n vieren gaan we per trein naar Rome en eten daar nog even wat, voor we afscheid nemen. Wij pakken vervolgens de trein naar Spoleto. Dit was niet helemaal conform ons oorspronkelijke plan, maar omdat we dus gisteren niet meer in Assisi konden komen, door het ontbreken van bagage, wijzigen we onze plannen. 
Na vijf kwartier en heel veel tunnels arriveren we in het warme, maar leuke stadje Spoleto. Het is siësta en de benzinepomp is dus dicht. We besluiten onze benzinebrander dan maar aan de andere kant van het dorp vol te tanken. Dat hadden we dus niet moeten doen: daar zit (natuurlijk) geen pomp en ook de rest van de dag komen we er geen tegen, waardoor we dus geen warm eten en/of drinken kunnen bereiden.
Na Spoleto lopen we over een schitterende oude brug om vervolgens heel veel en steil te gaan klimmen. Wel heel mooi. Af en toe nemen we een korte pauze en na het passeren van een klooster volgen we een rustige asfaltweg. We stijgen tot boven de 1000 meter en genieten van de vergezichten. Ons uitzicht wordt verder vooral bepaald door heel veel bloemen en bordjes 'truffelgebied' (maar dan in het Italiaans).
Rond half zeven bellen we aan voor een kampeerplakje. Een 'echte' Italiaan doet open, maar helaas spreekt niemand hier 'een woord over de grens'. Wel is iedereen erg aardig en behulpzaam en krijgen we een prima plekje voor de tent aangewezen. 
Omdat we dus geen benzine hebben dineren we met water en hartkeks (hoewel het lijkt of ons eten werd aangeboden, maar omdat we geen Italiaans verstaan zijn we daar niet zeker van). We lijken we op dieet. Na nog een apfelcorn en een potje triominos gaan we vroeg slapen.

Dag 3

 (4 mei 1999)

17 kilometer

's Nachts waaide het flink met soms zelfs wat regen, dus lagen we regelmatig wakker (ons eigen ''IJsland-syndroom'). Na ons ontbijt van hartkeks en water regende het weer, maar nadat we hadden ingepakt werd het droog en dat zou de hele dag zo blijven. Sterker nog: de zon zou bijna de hele dag zichtbaar zijn en ondanks de vrij harde wind was het prima wandelweer.
Het eerste stuk liep vrij vlak en opnieuw genoten we van het uitzicht en de vele bloemen en dieren, waaronder zelfs wilde zwijnen. De paden waren erg stenig, maar over het algemeen goed te belopen. Gelukkig klopte de routebeschrijving uit ons boekje op dit stuk, want de kaartjes waren erg onduidelijk. En we kwamen ook geen mensen (al dan niet in huis of auto) tegen aan wie we de weg konden vragen.
In Ancaiano haalden we water en hielden een lange siësta; gelijk de plaatselijke bevolking, voor we een heel stuk gingen dalen. We zagen de route die we gelopen hadden prachtig achter ons liggen als we omkeken.
In Ferentillo zat, volkomen tegen de verwachting in, een camping. Lekker de tent opzetten en daarna douchen. In het dorp kochten we wat te drinken en...benzine! Alleen brood kopen lukte niet.
Op de camping eerst een kopje oploskoffie gezet en daarna de macaroni (uit een pakje) bereid. Warme choco en chips met cola als toetje. Onze Duitse campingburen komen ook nog even langs en onder het genot van een borrel kletsen we de nodige tijd vol.

Dag 4

 (5 mei 1999)

22 kilometer

Vanmorgen opnieuw wat regendruppels, maar gelukkig kunnen we wel weer droog afbreken en inpakken. We ontbijten met een halve meloen en lopen daarna, met de rugzak weer omgehesen, het dorp in om brood te kopen. Best wel lekker na een paar dagen hartkeks. Na dit tweede ontbijt verlaten we het dorp en gaan door een schitterende kloof. Jammer genoeg begint het te regenen.
Vervolgens een lange klim, met prachtige vergezichten. We hebben een redelijk hoog tempo in de benen en met af en toe een korte pauze schiet het dus aardig op. Gelukkig is het vrijwel de hele dag droog en niet te warm, dus ook dat draagt bij aan alweer een aangename wandeldag.
Na een paar kilometer lopen we over een vaag pad en op een gegeven moment is dit zelfs verdwenen. We besluiten te gaan struinen en moeten flink afzien. Zo'n heuvel kan namelijk erg steil en glad zijn... Opgelucht vinden we na een uurtje weer een pad. We denken zelfs te weten waar we op de kaart zitten, maar als we na een tijdje een klein dorpje, Polino, inlopen, weten we dat dat niet zo was. Gelukkig kunnen we op de kaart terug vinden waar we dan wel zijn. Nog een voordeel van dit dorpje: er barst een gigantische bui los en wij kunnen even schuilen onder een afdakje. Als het even later droog is wandelen we over een rustige asfaltweg met zes haarspeldbochten. Op de top een (ongezellig) restaurant voor een kopje koffie met een broodje. Italianen drinken hun espresso nog sterker dan wij; soms lijkt het wel of ze vergeten water toe te voegen.
Na een makkelijk vrij vlak lopend stuk lopen we door een bos en via een oude ruïne bereiken we een volgend restaurantje, waar we een glas Fanta drinken. De weinige horeca die je op een wandeling als deze tegenkomt mag je natuurlijk niet negeren. Behalve wat te drinken vragen we ook een plekje om de tent te mogen opzetten. Alweer geen probleem. Snel de tent opgezet en eten gekookt. Na nog een kopje oploskoffie zitten we nog even buiten, onder een stralende sterrenhemel.

Dag 5

 (6 mei 1999)

18 kilometer

Toen we om acht uur opstonden scheen de zon. Het zou een prachtige dag worden met heel veel zon, af en toe wat bewolking en niet teveel wind. Weer waarvoor je in mei in Italië gaat lopen. 
Na het ontbijt snel op stap, om de hoogste top van onze vakantie te 'nemen'. Via een goed begaanbaar pad door een beukenbos lopen we omhoog en voor we het eigenlijk in de gaten hadden stonden we boven. Via een paar mooie open plekken kwamen we bij een onverharde landweg die langzaam oplaag liep. Heerlijk wandelen.
Prachtige vergezichten; beneden de grote Rieti-vallei en verderop een kapelletje. Prima plek voor een pauze. Wel heel veel hagedissen, vlinders en bloemen gezien, maar geen mensen op deze landweg. Aan het einde van de afdaling bereiken we een dorpje en omdat Hanneke wat last heeft van haar benen besluiten we wat rustiger aan te doen en dus ook wat minder ver te gaan lopen dan in eerste instantie gepland.
Via een onverhard pad (met alweer de mooist denkbare vergezichten) en een rustige asfaltweg bereiken we een volgend dorpje waar we wat te drinken nemen. Daarna is het nog een klein stukje tot Cantalice waar we om een plekje vragen, waar de tent mag staan. Met veel handen- en voetenwerk lukt dit en na eerst een aangeboden 'huisgestookte' wijn uit een plastic bekertje te hebben gedronken zetten we de tent op. Opnieuw lijkt het of we worden uitgenodigd om mee te eten, maar omdat we daar niet zeker van zijn, laten we het maar voor wat het is. Ter compensatie krijgen we dan wel een paar eieren om door de risotto te roeren. En eerlijk is eerlijk: die smaakt daardoor toch een stuk lekkerder. Na nog een kopje oploskoffie en een 'afzakker-apfelcorn' duiken we de tent in.

Dag 6

 (7 mei 1999)

12 kilometer

De zon doet ons om acht uur de tent uitbranden. Het wordt dan ook de warmste dag, tot nu toe deze reis. Snel pakken we de rugzakken in en lopen naar het centrum van Cantalice in voor verse broodjes. Die eten we, met een zelfgezet kopje thee, op, op een pleintje midden in het dorp. Bij een fontein poetsen we onze tanden. Iedere wandelaar zal het beamen: voor dit soort momenten doe je het.
Via allerlei steegjes en trappen verlaten we dit typisch Italiaanse dorp en gaan vervolgens kilometers asfalt stampen. Omdat we op een graat lopen hebben we naar alle kanten een weids uitzicht. Jammer dat het een beetje heiig is. Wel heel veel orchideeën vandaag. Vlak voor Rieti nemen we een kijkje in een Franciscaans klooster en lopen daarna de stad in.
Helaas is er geen camping en daarom besluiten we, gezeten op een terrasje, dan maar een nachtje in een hotel te gaan slapen. Daar eerst een lange douche genomen en vervolgens uren door de stad geslenterd. Rieti heeft heel veel oude gebouwen, poorten en leuke binnenplaatsjes. Ook vind er een optocht plaats waar een paar honderd (!) oldtimers aan mee doen, wat ook voor de nodige afleiding zorgt, zelfs voor niet-autoliefhebbers zoals wij.
In een klein eetcafé eten we pizza en lopen dan even terug naar het hotel om onze regenjas te gaan halen. Het is namelijk gaan gieten. Als we weer terug naar de stad slenteren is er vrijwel niets te beleven, dus na nog een kopje koffie houden we het voor gezien en gaan terug naar het hotel om te gaan slapen.

Dag 7

 (8 mei 1999)

25 kilometer

Ook vandaag staan we vroeg op en halen brood en worst in een supermarkt, wat we een klein stukje buiten de stad opeten. Na een vrij warme klim bereiken we een klein klooster, waar ook een aantal andere toeristen, nonnen, zijn. Als we vragen of we ze mogen fotograferen worden alle 'niet-non' attributen opzij gelegd en wordt er netjes geposeerd. Ook met hun camera moeten we een foto maken. Dat zijn dus echt van die dingen waar je niet zo snel bij stil staat, maar ook nonnen gaan dus soms op reis.
Na een erg steile afdeling bereiken we een volgend gehucht, met nog meer honden dan gebruikelijk (en dat wel echt wat zeggen in Italië). En daarna kilometers vlak lopen in het Rieti-dal, wat mede het hoge aantal kilometers van deze dag verklaard. Erg warm en de omgeving doet ons, afgezien van de besneeuwde bergtoppen op de achtergrond, erg Nederlands aan: sloten, weilanden en zelfs een knotwilg!
In Contiqliano houden we een lange pauze en via allerlei rustige onverharde wegen bereiken we het hooggelegen Greccio. Na een horecabezoek lopen we over een redelijk vlakke asfaltweg naar het schitterende, maar zeer toeristische, klooster. Je vraagt je alleen wel af wat er allemaal echt is: als je namelijk naar de toegangspoort, een klein stukje voor het klooster, loopt ga je je dat afvragen. Die blijkt namelijk volkomen namaak en van plastic te zijn....
De klim na het klooster is echt afzien: steil, losse stenen en moeilijk beloopbaar. Pas na een hele lange tijd komen we boven en lopen dan op een grote hoogvlakte. Het is inmiddels vrij laat en winderig geworden. Gelukkig is het nog maar een paar kilometer naar de camping in Prati. Maar helaas: die is dus gesloten. Gelukkig mogen we bij de bewoner er naast de tent in de tuin opzetten. Past maar net. Direct krijgen we een beker wijn in handen gedrukt en lijken opnieuw uitgenodigd te worden voor het eten. Als we twijfelen (want ook hier spreekt men alleen Italiaans) worden we gewoon bij de hand gepakt en de keuken mee ingenomen. En zo zitten we even later met zes wildvreemde mannen, variërend van jong tot oud, in een grote woonkeuken. We denken dat het een stel vrienden is, die regelmatig bij elkaar komt om te eten, maar ook daar zijn we niet helemaal zeker van.
De eerste gang is overheerlijke verse spaghetti en daarna volgt er allerlei vlees (van het spit wat in de grote, brandende openhaard hangt). Het ene smaakt nog lekkerder dan het andere. Alleen de vogeltjes (jonkies, uit het nest gehaald, met alles er nog op en aan) smaken ons niet zo. Gelukkig eten de mannen zelf ook niet alles, dus af en toe kunnen we beleefd iets overslaan. Jan houdt namelijk niet zo van groente. Gelukkig is  er vlees, brood en wijn in overvloed.
Als toetje is er ricotta, grappa en sterke koffie. En zo komt er een einde aan deze fantastische avond, die we doorbrachten met zes wildvreemde mensen, zonder dat we met elkaar konden praten. Desondanks zullen we deze avond ons altijd blijven herinneren als één van de mooiste wandelervaringen ooit opgedaan!

Dag 8

 (9 mei 1999)

6 kilometer

Vrijwel de gehele nacht giet het; zo ook bij het opstaan. We breken in de stromende regen af, de tent zeker een kilo zwaarder door het vele water. Ontbijten deden we onder een afdakje en we hijsen onze rugzakken om, voor de laatste kilometers. Ondertussen krijgen we van onze gastheer een heel groot brood mee, belegd met heel veel overgebleven vlees en nog een limonadefles vol wijn. Wij Nederlanders kunnen nog een heleboel leren over gastvrijheid!
Na een paar kilometer asfalt wordt het gelukkig droog en even later breekt zelfs de zon door. Na het asfalt volgt een dalend, onverhard pad en bij een klooster nuttigen we het meegekregen brood. De wijn besluiten we voor thuis te bewaren, voor bij de dia's.
Na nog een half uurtje bereikten we Strancone, waar 'iets' met de Euro aan de hand leek te zijn. We konden alleen niet achterhalen wat, maar aan de erg net geklede mensen en de vlaggen te zijn, moest het wel erg belangrijk zijn. Of zouden die vlaggen er zijn omdat dit ons eindpunt was?
We wachten, onder het genot van een Fanta, op de bus die ons naar Terni bracht. Ook hier geen camping, dus maar weer een hotelletje genomen. Na de natte spullen te hebben uitgehangen nemen we een douche en slenteren wat door het stadje heen. We vonden er niet veel te beleven en doden de tijd met wat doelloos heen en weer slenteren en een ijsje eten. Later nog een pizzaatje wezen eten en na een paar spelletjes Triominos gaan we slapen, op een niet al te best bed.

Dag 9

 (10 mei 1999)

Om zeven uur staan we op, pakken alle spullen in en lopen naar het centrum voor een broodje en een kopje thee op een zonnig terrasje. Vervolgens nemen we de trein naar Rome, waar we het vliegtuig nemen. Helaas hadden we weer eens vertraging, dus haalden we onze aansluiting op Parijs maar net. En onze rugzakken dus net niet. Op Schiphol dus maar weer wat formulieren ingevuld en snel per trein naar huis.

Nawoord: 

onze rugzakken zouden de volgende dag bij onze ouders worden bezorgd (we moesten daar toch 's avonds heen voor een verjaardag en hoefden dus geen dag vrij te nemen om de spullen in ontvangst te nemen). Niet dus. Na wat heen en weer gebel zouden ze thuis worden bezorgd, zodat we dus op stel en sprong naar huis moesten, een jarig zusje teleurgesteld achterlatend. We hebben een brief naar Air France gestuurd en daarin verteld van onze ervaringen (van zowel de heen- als terugreis) en binnen een paar dagen kregen we een keurige excuusbrief en 250 gulden schadevergoeding. Toch nog een goede service!

Terug naar hikes in Europa.

Terug naar (wandel) vakanties.