Een individuele reis door Madagascar

Inleiding:

In de zomer van 2007 reisden Hanneke en Jan naar Madagascar. Ze maakten daar een zelfsamengestelde individuele rondreis. Tijdens die reis maakten ze onder andere een tweetal meerdaagse trekkings en een aantal korte(re) wandelingen. Veel bijzondere dieren en planten, waaronder kameleons, baobabs en lemuren (halfapen) vormden één van de vele hoogtepunten.

En voor de liefhebbers: onderaan dit verslag hebben we op een rijtje gezet wat de voor- en nadelen naar onze mening zijn van Madagascar als vakantieland. Klik hier als je alleen dat lijstje wilt lezen en het reisverslag wilt overslaan.

Hieronder volgt het reisverslag van die vakantie.

Dag 1

(zaterdag 21 juli 2007)

Met de nachttrein van vijf uur naar Schiphol. De tram rijdt dan nog niet, dus een taxi brengt ons op het station. Op de luchthaven is het druk, vooral bij de douane.
Parijs halen we zonder vertraging of problemen. Opstijgen naar Antananarivo (of Tana, zoals de meeste mensen hier zeggen) duurt langer. Het vliegtuig schijnt kuren te hebben. Op de vlucht naar Madagascar merken we er niets van. Veel lezen, mijn favoriete film (Finding Nemo) kijken, videospelletjes spelen, muziek luisteren, slapen, eten en drinken en om half elf landen. Slechts één uur tijdverschil.
Een klein vliegveld maar lang wachten. Het kost bijna een uur om door de douane te gaan en dan is de bagage er nog niet. Onze taxichauffeur heeft slechts 20 minuten hoeven wachten; blijkbaar had hij dit al ingecalculeerd. De weg naar het hostel ziet er goed uit en de stad oogt niet echt armoedig.

Dag 2

(zondag 22 juli 2007)

Uitgeslapen en buiten ontbeten. Een prima hostel met een erg lekkere douche, maar vol voor de komende nacht, dus lopen we naar een ander hostel. Ook deze hebben we thuis al via internet geboekt en ziet er goed uit.
De stad in om te tanken en het busstation voor morgen alvast op te zoeken. Beide zijn snel gebeurd. Veel is op zondag gesloten en daarom is er niet veel te beleven in de stad. Er is wel een markt en gelukkig is ook de supermarkt open. Ook de patisserie voor koffie mét levert geen problemen op. Franse kolonies hebben hun voordelen.
Lunchen in ons hotel en met een taxi naar het kasteel. Vanwege restauratie gesloten. Terug naar beneden lopen. Nog een koffiestop, maar voor vijven zijn we terug in de hostel. Op zondag valt er eigenlijk niets te beleven in Tana: alles is gesloten. 
Nog even naar het centrum om te eten. Typisch: alles is gesloten maar werkzaamheden aan de weg en de openbare verlichting gaan wel gewoon door. Terug naar de kamer, douchen en naar bed.

Dag 3

(maandag 23 juli 2007)

Om vijf uur loopt de wekker af. Snel alles ingepakt en in het donker lopen we naar Madabus. We betalen de bus, het hostel en de taxi van de eerste nacht en onze gids voor de komende week. 
Een lange dag vandaag. Met tussen de vier en zes passagiers rijden we tot 's avonds acht uur. Regelmatig de oogjes dicht, soms wat lezen, veel kijken en af en toe een stop.
Madagaskar is rood, heuvelachtig en rijstvelden met overal mensen lijkt het. Als de zon om zes uur bijna onder is, is het licht op z'n mooist. Door de snelheid van de bus is foto's maken niet echt goed mogelijk. Komt morgen vast wel goed.
Ondanks dat het een redelijk nieuw busje is zijn we toch blij als we in Isalo, onze wandelbestemming, zijn. We zijn''doorgezeten''. Tentje opzetten en wat drinken. Nog een kopje soep en een biertje en dan snel de slaapzak in. Koud is het niet.

Dag 4

(dinsdag 24 juli 2007)
Morgenlicht in Isalo.

Om half zeven staan we op. De tent is drijfnat van de condens, maar de regenbroek nemen we niet mee op de trekking. Het is zo'n 25 graden met een strakblauwe lucht. Er zijn wat onduidelijkheden rondom onze wandeling, maar om negen uur gaan we dan toch samen met een gids op pad. Even leek het erop dat we met een groep Engelse jongens mee zouden gaan, maar die gingen geen zeven, maar zes dagen wandelen en blijkbaar is er toch nog een extra Engelstalige gids gevonden.
We lopen over een soort savanne. Veel lokale tegenliggers en sommigen zijn op de fiets. Links van ons ligt er een heuvelrug met een aantal kloven. In de dorpjes komen blijkbaar niet vaak toeristen want de kinderen bedelen hier niet, maar zijn alleen maar nieuwsgierig. Zou onze witte huid uit het flesje witte zonnebrandcrème komen zie je ze denken?
Een makkelijke wandeling tot we vlakbij de kloven gaan zoeken naar lemuren. Struinen met een rugzak op gaat niet echt makkelijk: we blijven regelmatig achter takken hangen. De missie slaagt niet: de beesten laten zich niet zien. Wel veel vlinders en wat bloemen, ondanks dat het winter is. 

Op de savanne. Op de savanne.

Natte voeten halen tussen de rijstvelden en zigzaggen over de savanne. Niet zo'n heel lange wandeldag. Om twee uur stoppen we bij een paar grote bomen; waarschijnlijk mango's. Een mooie plek om de tent op te zetten, alleen water schijnt een probleem te zijn. Later op de middag komt er iemand een emmer vol brengen, maar die is volgens ons verderop bij een beekje gevuld. Voor het eerst van ons leven geloof ik doen we ontsmettingsdruppels in het water. 
Een beetje in de schaduw liggen, wat drinken en kijken bij een man die rum uit suikerriet aan het maken is. Geen inspannende middag. Het waait te hard om een spelletje te spelen. Na de noodles en de oploskoffie een whisky. Het lijkt een lange avond met zware gesprekken. Ook al zullen er weinig mensen te vinden zijn die denken dat wij een saai leven hebben, toch hebben ook wij wel eens gesprekken over het hoe en waarom. Mooie avonden. Maar zoals ik al zei: het léék een lange avond; voor acht uur liggen we in bed.

Dag 5

(woensdag 25 juli 2007)

De tent is een halve kilo lichter, want door de wind is tie kurkdroog. Als het licht is staan we op en ruim een uur later hijsen we de rugzakken weer op. Isalo is het drukst bezochte park van Madagaskar, maar we zien de hele dag geen toeristen. Wel veel lokale bevolking.
Al snel zijn we in één van de dorpjes waar we gisteren ook waren, maar dan loopt de route anders. Min of meer noord over de savanne. Het is redelijk bewolkt en daardoor veel minder warm dan gisteren. Eigenlijk perfect wandelweer, alleen voor de foto's wat minder. Gelukkig dat het aan het einde van de dag de zon weer tevoorschijn komt.

Wie is er het meest nieuwsgierig? Wie is er het meest nieuwsgierig?

De gids heeft nu een drager meegenomen dus lopen we met z'n vieren. Een redelijk pittig tempo, alleen bij de rivierdoorsteken verliezen we vrij veel tijd. Lekker koel water aan je voeten en nergens haalt het zelfs de knieën.
We slingeren door het landschap en als we agavevelden zien zijn de lemen hutjes ook niet ver meer. Elektriciteit, auto's, stromend water en schone kleren kent men hier niet. Wel af en toe een fiets. Onze begeleiders kopen een levende kip en binden deze op z'n kop aan z'n poten aan hun rugzak. De kip is misschien biologisch, maar zal waarschijnlijk toch blij zijn als 's avonds de bijl erin gaat.
Na een lange lunchpauze, Malagasy eten drie keer per dag rijst en rijst koken op een houtvuur kost nu eenmaal wat meer tijd, lopen we nog anderhalf uur door. Om een uur of vier zitten we aan de warme choco op een zanderig plekje aan een snelstromende beek. Een prima kampeerplek. Een beetje wassen, eten, drinken en om zeven uur de tent in om te slapen.

Dag 6

(donderdag 26 juli 2007)

Een heel andere wandeldag dan de vorigen. Het begin is nog wel een beetje hetzelfde: een zonnige wandeling over de savanne na het ontbijt van hartkeks, thee en oploskoffie. Maar dan gaan we klimmen. Een paar honderd meter omhoog. We volgen de rest van de dag een zeer goed gemarkeerde route. Termietenheuvels zijn populair om de markeringen op aan te brengen.
Na de klim volgen er af en toe, al dan niet wat pitterige, afdalingen of nog meer klimmetjes. Van de savanne naar een heuvellandschap. Weinig bomen, behalve in de kloven waar de rivieren doorheen stromen. Zo'n 80 procent van de soorten beplanting schijnt endemisch te zijn. We zien de meest vreemde soorten. Omdat het winter is zijn veel soorten kaal en zien we weinig bloemen.
Op de groep Engelsen na zien we de hele dag geen andere mensen. Wel lemuren! Weliswaar pas in de buurt van de kampeerplek, maar dan zien we er wel ontzettend veel en twee verschillende soorten. Toch leuk, want lemuren is één van de redenen waarom we naar Madagascar zijn gegaan.
Voor die tijd nog langs een grot, maar die is het omlopen niet waard. Zo'n 3 meter hoge en lege ruimte van 30 meter breed met een halfgemetselde muur voor de ingang. Wie en waarom staat die muur daar eigenlijk?
Om een uur of vier staat de tent aan een snelstromende beek en zitten we al snel aan de limonade en gaan we op een geslaagde ''lemurenjacht''. Ook wassen is aangenaam, want het was een warme en zweterige dag. Zeker als de klim in de zon en uit de wind ging. 
Na de spagheteria en oploskoffie steken we het kampvuur aan. Hanneke heeft het koud; op zich vreemd, want zo heel koud is het niet. Ondanks het vuur maken we het weer niet laat.

Dag 7

(vrijdag 27 juli 2007)

Ontbijten met uitzicht op een vissend ijsvogeltje. Op een paar meter afstand zien we dat tie beet heeft. Een hoogtepunt van misschien wel de hele reis.
We zijn iets later opgestaan want we verwachten een korte wandeldag. Een vergissing: pas tegen vijf uur staat de tent. De groep Engelsen arriveren zelfs nog later. Ik kan dan m'n dagboek nog net in het daglicht schrijven, maar eten doen we in het donker.
Opnieuw een warme wandeldag vandaag. Niet al te veel hoogtemeters en veel over vlakten lopen. Uitzicht in de verte strijdt met uitzicht dichtbij om onze aandacht. Onvoorstelbaar veel vlinders in alle kleuren. Ik wed dat ze nog niet allemaal ''ontdekt'' zijn. Verder meer dan vijf centimeter grote sprinkhaan in fluoriderend blauw met oranje stippen. Alleen het licht om ze te fotograferen is niet mooi.

Isalo kent veel kloven. Isalo kent veel kloven.

We lopen van kloof naar kloof. Groen en helder stromend water. Soms op blote voeten er doorheen. Prima plekjes om te pauzeren overigens. De lunch duurt maar een uurtje en dan is het nog drie uur lopen naar de kampeerplek. Snel het zweet afspoelen in het kraakheldere riviertje. Je vraagt je af waarom je het water hier moet zuiveren voor je het drinkt.
Als we naar bed gaan zijn de Engelsen nog aan het eten. En ondanks dat we ook vrij scheef staan slapen we prima.

Dag 8

(zaterdag 28 juli 2007)

Al om half acht lopen we. We verwachten daarom weer een lange wandeldag, maar dat is niet zo. Al voor twee uur staan we op de kampeerplek. Tot die tijd amper gepauzeerd en hard doorgelopen. Het eerste stuk was langs een aantal canyons. Steile wanden van enkele tientallen meters hoog. Een steen doet er zes seconden over om de grond te raken. Bij de pauzeplek zitten ringstaartmaki's zien we als we verder lopen. Een stuk of twintig gestreepte staarten klimmen via een steile wand omhoog. Een prachtig schouwspel.

Ringstaartmaki's Ringstaartmaki's

We lopen nu weer kilometers over een grasvlakte. Het pad is hier minder breed en niet gemarkeerd. Is de gids toch nog echt nodig. Een warm stuk tussen en over rotsen die van één kant net een vervallen kasteelmuur lijken. Dan is het niet ver meer. Een rustige kampeerplek met helaas geen riviertje, maar een kleine bron. Enfin, we zijn allang blij dat we weer onbeperkt kunnen drinken, want de flessen waren bijna leeg. De poederlimonade doet de chloorsmaak teniet. 
's Middags een beetje zitten, drinken, liggen, hout sprokkelen en alles te luchten hangen. Veel dingen zijn zweterig of klammig geworden. 
Na de spagheteria steken we het kampvuur aan en gaan weer vroeg naar bed.

Dag 9

(zondag 29 juli 2007)

We verwachten, terecht naar later blijkt, een korte wandeldag en starten daarom weer pas om acht uur. Het is dan al erg warm. Langzaam dalen we af tot we bij een kloof komen. Daar gaat het steil naar beneden en al snel lopen we tussen palmen en varens. Net buiten het doorgaande pad ligt een idyllische waterval met een diepe poel ervoor. Zwemmen doen we pas bij de volgende poel, dus lopen we nog maar even door. Ook hier waan je je in een tropisch paradijsje. Het water is erg koud dus zwemmen doen we maar heel even.
Als we naar de rugzakken lopen komen we lemuren tegen. De halfapen laten zich tot op enkele meters naderen. We lopen dan nog een paar honderd meter naar de camping. Eindelijk zien we veel andere toeristen. Ze komen vast af op de lemuren, want die zitten en lopen er genoeg op de camping. Ze zijn zo brutaal dat ze de bananen van tafel stelen.
Na onze lunchpauze is het nog ruim vier kilometer naar ons eindpunt. Een camping vlakbij een zwempoel. Eerst steil klimmen en dan over de vlakte verder. Erg warm en veel bijzondere planten, vogels en vlinders.

Olifantenpoot plant. Olifantenpoot plant.

Ook bij deze poel veel toeristen, maar de camping lijkt erg rustig te zijn. Het is pas twee uur. Veel tijd om niks te doen. De poel is wel warmer dan de anderen, dus om op te frissen zwemmen we even. Het is een week geleden geweest dat we ons zo schoon voelden.
In de rugzak zit nog een boerenkoolmaaltijd en een rookworst. De temperatuur is er niet echt naar. Het is verreweg de warmste avond tot nu toe. Door de bewolking blijft de warmte hangen en gaan we zelfs bovenop de slaapzak liggen. Gelukkig koelt het later in de nacht nog iets af, hoewel ik niet echt lekker slaap.

Dag 10

(maandag 30 juli 2007)

De zevendaagse trekking blijkt veel meer een zesdaagse: al na een half uurtje lopen zijn we bij de auto die ons terug naar het beginpunt brengt. Nog wel een mooi half uurtje dalen met een stel ringstaartmaki's als afsluiter.
Terug op de camping is het de was inleveren en door het dorpje slenteren. In een uurtje heb je alles meer dan goed gezien en hebben we zowaar postzegels kunnen kopen. Ansichtkaarten zagen we wel vaker. Verder een dag van niets doen, lezen, eten en een spelletje spelen. Kortom: wat de meeste mensen vakantie noemen, maar voor ons niet echt gangbaar is.
We zien zo waar onze eerste kameleon; weliswaar (bijna) doodgereden, maar toch.
Avondeten gebeurt onder muzikale begeleiding. Er eet een groep in ons hotel (de camping hoort bij dit hotel) en een stuk of zeven jongens, waaronder onze gids, zingen en spelen gitaar en trommel. Door de wind is het guur buiten.

Dag 11

(dinsdag 31 juli 2007)

Voor de wekker wakker en de tent is weer kletsnat. Uithangen in de zon terwijl wij ontbijten scheelt de helft. Om negen uur zou er een auto naar Toliara gaan, maar een uur later is die er nog niet. Onze ''hulp'' regelt een auto en brengt ons tegen betaling naar Ilakaka. Daar is een groot busstation en boeken we twee tickets voor de minibus naar Toliara. Die gaat zodra die vol is. Dat duurt zo'n twee en een half uur. Hoewel? Waarschijnlijk minder lang, want het schijnt dat de bus zoek is. Als die tenslotte toch komt stappen er, buiten de chauffeur, 22 (!) volwassenen in. Ook hebben er nog een paar mensen een baby of klein kind op schoot. Kortom: krap zitten. Met vier personen op drie stoelen. Op een gegeven moment weet je niet meer hoe je moet gaan zitten. De bagage ligt op het dak.
We hebben geluk: de weg is kortgeleden opnieuw geasfalteerd en in plaats van de geplande zes uur doen we er nog geen vier en een half uur over. De rit naar de kust geeft ons een goed beeld van Madagascar. Rode lemen hutjes en kuddes zebus (een soort koeien). Ook zien we onze eerste baobabs van deze reis. 
Om half vijf zijn we er. Naar een hostel gelopen, spotgoedkope kamer geboekt en opzoek naar excursiemogelijkheden voor de komende dagen. Dat kost wat moeite, vooral omdat wij geen Frans en de meeste Malagasy geen Engels spreken. Na wat heen en weer lopen is het inmiddels donker en hebben we het een beetje gehad. Maar goed, onder het eten en met de Lonely Planet en een Franstalig foldertje komen we toch nog tot een goed plan.
De douche is niet warm, maar na een dag als vandaag toch zeer welkom. Ook hier waait het erg hard 's avonds.

Dag 12

(woensdag 1 augustus 2007)

We staan vroeger op dan gepland en passen onze plannen daarom wat aan. Bagage mee en eten op een zonnig terrasje. Net voor de bank om acht uur opengaat komen we aan. Er staan zeker 50 mensen te wachten, maar op de één of andere manier ben ik heel snel aan de beurt. Helaas betekent dit niet dat we snel geld hebben: na het juiste formulier ingevuld te hebben horen we dat we 's middags om drie uur moeten terugkomen om geld op te halen. Tip voor als je naar Madagascar gaat: neem een Visakaart mee; dan kun je tenminste gewoon pinnen. (Noot: pas achteraf zou blijken hoe waardevol deze tip is, maar lees vooral verder dan snap je deze noot). Enfin; terug maar weer naar het hotel om nog een nachtje te boeken. Ifaty halen we toch niet meer vandaag.
We lopen wat door de stad en leggen veel kilometers af. Overal marktkraampjes en stalletjes. Weinig toeristen, maar langs de zee is het erg toeristisch. Tussen 12 en 3 is alles dicht Het is dan, zelfs nu in de winter, erg warm. Lunchen met garnalen en een fruitsalade op een ander terrasje. 
In een soort Makro doen we wat boodschappen. Het meest bijzondere is daar het erg kleine winkelwagentje waarin je je afgerekende boodschappen krijgt.
Een flink deel van de siësta brengen we lezend door op onze hotelkamer. Veel is er niet te beleven op dit moment. Opvallend: de winkels zijn maar kort open. Van 8 tot 12 en van 3 tot 6. Minder lange werkdagen dan in Nederland. Toch leiden de meeste mensen hier vanzelfsprekend een stuk zwaarder leven dan wij.
Helaas heeft de bank 's middags geen geld voor ons en als we om vier uur terugkomen nog steeds niet. Ook in het duurste hotel van de stad accepteren ze geen Mastercard; dat wordt nog spannend morgen.
's Avonds is er stroomstoring, dus eten we weer op het terras vlakbij ons hotel. Vrij duur van Malagasy begrippen, maar wel met een aggregaat en erg lekker eten.

Dag 13

(donderdag 2 augustus 2007)

Na het ontbijt is onze eerste bestemming de bank. Nog steeds geen bevestiging van Mastercard. We annuleren de zaak en veranderen onze plannen maar weer eens. Morgen gaan we naar de één na grootste stad van het land terug en laten Ifaty maar voor wat het is. We hebben nog 250 euro en Hanneke wil geen enkel risico nemen wat dat betreft. Waarschijnlijk verstandig. Een privé-auto huren kost veel meer dan verwacht, dus zullen we weer met de taxibrousse gaan.
We nemen een taxi naar het arboretum een stukje buiten de stad en brengen daar de rest van de ochtend door. Toch niet helemaal voor niets naar Toliara geweest. Veel bijzondere bomen en planten die op de meest bizarre wijze groeien. Botanici zullen helemaal uit hun dak gaan; wij vonden het al heel interessant.
Na de lunch bij een bakkerijtje ontvluchten we de ergste hitte en gaan naar onze kamer. De rest van de middag slenteren we nog eens wat door het stadje, bezoeken de bakker voor koffie mét en later nog een keer om broodjes voor morgen onderweg te halen. Later op die middag worden we namelijk aangesproken door een man voor een lift naar Tana of, in ons geval, Fianarantsoa (of Fianar zoals de meeste mensen hier zeggen). De meeste toeristen vliegen namelijk terug naar Tana en dus gaan de auto's leeg terug. Door mensen mee terug te nemen verdient zo'n chauffeur dus wat extras bij. Voor ons een stuk comfortabeler dan een taxibrousse en we dingen af tot zo'n anderhalf keer die prijs.
Omdat er nog steeds een stroomstoring is gaan we weer vlakbij ons hotel eten. De stad is zo donker dat we de weg anders niet meer terug kunnen vinden. De eend met rijst bij de Chinees smaakt heerlijk en de fruitsalade en koffie na op het bekende terrasje ook weer.

Dag 14

(vrijdag 3 augustus 2007)

Om zes uur staan we buiten te wachten en net als we 20 minuten later denken dat onze chauffeur niet meer komt rijdt hij de straat in. Zo'n drie kwartier later zijn we daadwerkelijk onderweg. We halen nog 2 toeristen en 2 Malagasy op, moeten tanken, een touw om de bagage op het dak te binden kopen en nog wat van dat soort dingen. De eerste drie uur zitten we met z'n drieën op de achterbank; de laatste vijf met z'n tweeën. In elk geval een stuk comfortabeler en met veel meer beenruimte dan op de heenweg. Ook een fotostop bij een grote baobab of bijzondere berg is mogelijk.

baobab Een baobab.

Lunchen doen we in een lokaal tentje. Rijst met vis in saus. De smaak is prima, maar zo'n vissenkop en -staart is vrij karig als lunch. Hanneke heeft meer geluk: zij heeft het stuk vis dat er tussen hoort. De rit verloopt verder prima en gaat zeker het eerste stuk erg snel. De laatste paar uur gaan door de bergen en dan ligt de gemiddelde snelheid een stuk lager. Het wegdek is van betere kwaliteit dan in mijn herinnering. Verder weer veel stoffige rode dorpjes, kleurrijke mensen met dingen op hun hoofd te sjouwen, kuddes zebus, afgebrande velden en rijstvelden. Veel bossen zijn platgebrand om rijstvelden van te maken. Toch een mooie omgeving om doorheen te rijden.
We laten ons afzetten bij de bank en dan volgt de teleurstelling: nergens accepteert men Mastercard of kunnen we pinnen. We horen dat dat pas sinds kort zo is: tot enkele maanden geleden kon je bij meerdere banken terecht met Mastercard, maar nu dus niet meer. Goede raad is duur en diverse scenario's passeren de revue. Omgerekend hebben we nog zo'n 200 euro, dus we kunnen het nog wel even uitzingen, maar dan is er geen geld meer over om dingen te doen of zien. We besluiten familie te bellen en vragen of zij geld via Western Union naar ons willen overmaken. Zwager/broer Sander is niet thuis, zwager Johan wel. Snel per telefoon de vraag gesteld en vervolgens per e-mail verder gecommuniceerd. Dat scheelt weer veel geld. Dan blijkt dat, als de site op dat moment zou hebben gewerkt, we waarschijnlijk zelfs met onze eigen creditcard geld naar onszelf hadden kunnen overmaken. Enfin; het is avond en de banken zijn dicht. Morgenochtend maar eens kijken of Johan geslaagd is. We verwachten van wel en in een stuk betere stemming drinken we een kopje koffie en gaan we lekker ergens wat eten. Het is wel weer eens tijd voor patat met steak.
Tussendoor hebben we de tent nog opgezet bij een hostel min of meer naast het station. Jammer dat één van de twee treinen kapot is, zodat we onze plannen opnieuw moeten wijzigen. De trein op zondag naar Manakara rijdt niet.

Dag 15

(zaterdag 4 augustus 2007)

Terwijl Hanneke nog wat probeert te slapen zit ik om zeven uur achter een kop koffie m'n dagboek bij te werken. Voor het eerst sinds we in Madagascar zijn schijnt de zon niet, maar is het mistig. Twee uur later is de mist weg en de zon terug.
We checken de mail en Johan z'n actie is gelukt. Snel ontbijten en naar de bank. Die is hier, in tegenstelling tot de rest van het land, gesloten op zaterdag. We weten nog een Western Union kantoor te zitten en eigenlijk tegen beter weten in lopen we er naartoe. Zowaar een meevaller: over een kwartier gaat tie open. En dus zijn we een half uurtje later miljonair. De overgemaakte 500 euro is ruim een miljoen ariary waard. Johan een mailtje gestuurd om te melden dat de actie geslaagd is en nieuwe plannen gemaakt.
Over drie dagen gaat de trein weer; tijd genoeg om naar een park in de buurt te gaan. De Fransen die gisteren bij ons in de auto zaten waren er erg lyrisch over. De tent daarom afgebroken, de was afgegeven en naar het busstation. Een kaartje kopen lukt snel maar het duurt ruim twee uur voor de taxibrousse vertrekt. Jammer dat je nooit weet hoe laat ze gaan, want dan hadden we bijvoorbeeld ergens een kop koffie kunnen gaan drinken in plaats van alleen maar wachten.
Anderhalf uur rijden door een bergachtige omgeving met rijstvelden later zijn we in Ilatsara Lemur Forest Camp. Een soort tentbungalows met een stromende beek als douchewater. Lekker: eindelijk rust en stilte. Voor het eten wandelen we samen nog anderhalf uur. Alleen twee honden vergezellen ons. Een ander soort bos dan we tot nu toe gezien hebben. Veel vlinders en vogels met als hoogtepunt een glimmend blauwe honingzuiger op een gele buddleia. 
Net voor het donker zijn we terug. Afspoelen met koud water. 
De muislemuren worden met bananen gevoerd. Voordeel is wel dat je deze nachtdiertjes goed kunt zien.
Na het nuttigen van het dagmenu van soep, vlees met nieuwe aardappels en ananascake toe gaan we richting slaapplaats. Snel onder het dikke dekbed liggen om nog sneller in slaap te vallen.

Dag 16

(zondag 5 augustus 2007)

Na een lange nacht en ontbijt gaan we met de gids twee uur wandelen. We waren de enige gasten vannacht; vreemd want het is nu hoogseizoen. Komt misschien omdat dit park niet in de Engelstalige Lonely Planet staat? Hoewel: vrijwel alle toeristen hier zijn Fransen. Er lijken sowieso niet zo veel toeristen te zijn.
Onze wandeling heeft eigenlijk maar één doel: de hier voorkomende lemuren. Het is de één na grootste soort en men doet hier wetenschappelijk onderzoek naar die beesten. Dat brengt ons naar een groep van zes dieren: vier vrouwtjes, waarvan één met een baby en één mannetje. Ze zijn zo aan mensen gewend dat ze tot op enkele meters te naderen zijn. Heel gaaf en we blijven kijken. Het is hier een heel ander soort regenwoud dan we in Peru gezien hebben. Veel ondoordringbaarder en veel minder hoge en dikke bomen.
Op de campsite zien we een kameleon. Waarschijnlijk één van de meest gefotografeerde van het hele land. Wij werken daar aan mee.
Om te lunchen besluiten we naar het dorpje zo'n zes kilometer terug te lopen. Langzaam dalend de hoofdweg naar beneden. Erg weinig verkeer en door eucalyptusbossen. Die horen hier, net als de dennen, van oorsprong niet thuis. Rijst met kip in een lokaal tentje en dan de weg weer terug omhoog. Eén van de twee honden heeft ons het hele stuk vergezeld.
Tegen drieën zijn we terug. Lekker met een biertje op de veranda van onze tentbungalow. Ons vakantiegevoel is helemaal terug. Een beetje lezen, spelletje spelen en tegen de tijd dat het donker is weer naar de nachtlemuren. Voor we die drie beestjes, nog beter dan gisteren, zien kijken we nog even of we de kameleon zien. Ja hoor: en nog veel mooier dan vanmorgen of vanmiddag. 's Nachts is tie blauw en kunnen we hele mooie foto's maken.

Onze eerste echte levende kameleon. Onze eerste echte levende kameleon.

Het diner valt tegen vandaag. Niet zozeer omdat het vegetarisch is, want dat eten we thuis ook regelmatig, maar gewoon omdat het niet zo lekker smaakt. Enfin, na zo'n mooie dag als vandaag maakt dat niet meer uit.

Dag 17

(maandag 6 augustus2007)

Om negen uur zouden we langs de weg klaar staan om opgepikt te worden door een taxibrousse. Het regent wat, maar gelukkig is er een soort afdakje. Het is ook een stuk kouder vandaag. En zo staan we na het ontbijt dus te wachten langs de kant van de weg. Er rijden amper auto's. Om tien uur hebben we geluk en stopt ons (?) busje. We mogen zelfs voorin zitten; de enige plaats waar je echt ruim kunt zitten. Een absurde rit: 20 mensen in een minibusje (zo één waar in Nederland veel aannemers in rijden), een krekel die woont in het klokje op het dashboard, een chauffeur die cassettebandjes met een pincet terugspoelt en de kachel hoog zet omdat hij ziet dat wij het als enige in de auto koud hebben en langs de weg op diverse plaatsen gekantelde vrachtauto's. Je hoort ons niet klagen als we zo'n anderhalf uur later veilig in Fianar zijn aangekomen.
Eerst de tent opgezet en dan de stad in om wat te eten. Later lopen we weer langs een trekkingbureautje en gooien daar onze plannen weer eens compleet om. In plaats van de hele treinrit naar de oostkust en dan met een nachtelijke taxibrousse naar Ranomafana stappen we halverwege de trein uit. Daar vandaan gaan we er dan in vier dagen  naar toe wandelen. De kosten vallen ook niet tegen. Kortom: ideaal voor ons. Stiekem verder tellend lijkt ons schema voor de rest van de reis nu ook rond. Ons kennende zullen die plannen overigens vast nog wel wijzigen.
We hebben er in elk geval veel zin in en gaan allerlei praktische zaken regelen. Boodschappen doen, benzine tanken en spullen herpakken. Niet alles hoeft mee op trekking.
Avondeten bij Panda. Toch maar weer steak met patat. De rum-cola hakt er stevig in. Ik hou me maar bij de gewone rum, maar ze hebben hier meer smaakjes-rum dan de gemiddelde Nederlandse kroeg smaakjes-bier.

Dag 18

(dinsdag 7 augustus 2007)

Allebei slapen we slecht. Jankende katten en kraaiende hanen spelen hierin een rol. Om half zes staan we maar op en hebben nog tijd om te ontbijten in de hostel. Kost bijna net zoveel als een nacht kamperen. We lopen naar het station en ontmoeten daar onze zeer goed Engelssprekende gids weer. Blij dat hij al treinkaartjes voor ons heeft gekocht, want lang niet iedereen heeft een zitplaats. Ook in de eerste klasse waar alle toeristen zijn staan mensen hutje mudje.
We vertrekken met twintig minuten vertraging, maar komen na drie uur rijden, in plaats van de geplande twee, aan. Er schijnt onderweg wat kapot te zijn gegaan en door de vele mensen in de trein duurt in- en uitstappen waarschijnlijk ook wat langer. De smalspoortrein rijdt niet echt hard. Kun je wel goed het landschap zien. Eerst vooral rijstvelden en later de bergen. Er zijn zelfs tunnels. Een weg is er niet, dus de trein is de enige verbinding met de buitenwereld. Bij elk dorpje loopt iedereen uit om al dan niet wat eetbaars te verkopen. Gekookte eieren, koeken, sinaasappels, yoghurt, bananen of noem maar op. Als één van de zeer weinigen stappen we uit in Andrambovato. Dit dorp is de grootse bananenleverancier van het land en ze vullen een treinwagon tot het randje. Ook wij kamperen tussen de bananenbomen.

Treinwagon met bananen. Treinwagon met bananen.

We kopen gekookte rijst met geprakte bananen in bananenblad gewikkeld voor de lunch. Vervolgens gaan we met onze gids en een lokale gids een wandeling van een paar uur maken. Door het regenwoud omhoog de kliffen op. Het is wat nevelig en we hebben soms weinig of geen uitzicht, maar het blijft afgerond droog. Veel bijzondere planten: boomvarens, bamboes, vlijtige liesjes, orchideeën en nog heel veel soorten die we niet (her)kennen. Ook spotten we onze inmiddels zesde lemurensoort. Buiten wat vogels, vlinders en spinnen zien we verder niet veel dieren. Bovenop is een afdakje waar we lunchen en dan zakken we weer af naar het dorpje.
Omdat de enige trein vandaag al geweest is zit, loopt en speelt iedereen gewoon op de rails. Ook wij gaan zo'n drie kwartier heen en terug over de rail wandelen naar een waterval. Ruim 300 meter hoog. 
Om een uur of half vier zijn we terug bij de tent. Nog even wat drinken en gekookte kreeftjes proeven en dan is het tijd om de brander te starten voor een kopje oploskoffie en later eten.
Nog even rond het kampvuur zitten, maar dat wil niet echt goed branden. En omdat we veel last van de rook hebben gaan we maar vroeg naar bed. Lekker slapen.

Dag 19

(woensdag 8 augustus 2007)

Een nacht met wat regen, maar als we om kwart over zes opstaan is het droog. Het lijkt erop dat het nog wel zal gaan regenen, maar dat valt erg mee. Later wordt het zelfs vrij zonnig, zodat we in korte broek kunnen lopen. Da's best handig want regelmatig moeten we de schoenen uitdoen en de broekspijpen oprollen om rivieren over te steken of rijstvelden te doorwaden. De handdoek zit onderin de rugzak dus voeten afdrogen doen we maar met onze broekspijpen.
Eerst gaan we via een glibberige en steile afdaling naar beneden, maar verder maken we niet echt veel hoogtemeters. We slingeren een beetje door het dal. Vaak tussen rijstvelden en andere gewassen en soms door bossen. Leuk om koffie nu eens aan een plant in plaats van in een kopje te zien.

In het begin is het nog wat bewolkt. In het begin is het nog wat bewolkt.

In totaal zijn we zo'n zeven en een half uur onderweg met twee lange pauzes. Lekker de benzinebrander starten voor oploskoffie en/of cup-a-soup. Het stokbrood van gisteren smaakt nog prima. 
De dorpjes die we tegenkomen worden steeds armoediger en in het dorpje waar we kamperen is een eigen hutje het meest luxe wat de mensen bezitten. Wij kunnen ons amper voorstellen hoe de mensen hier leven; andersom is denk ik onmogelijk. Afwasmachine, quooker, een winkel om eten te kunnen kopen, slapen in een bed, een aparte slaapkamer, cd-speler: alles wat je eigenlijk maar kunt bedenken hebben (en vaak ook kennen) ze hier niet. Van onze gids horen we dat hier in het hoogseizoen gemiddeld één tot twee keer per maand toeristen komen en dan niet eens altijd blanken. De vraag is dus wie nu wie het meeste bekijkt. Volwassenen komen ons vaak gedag zeggen, maar de kinderen is waarschijnlijk op het hart gedrukt bij de tent vandaan te blijven, want die komen niet echt dichtbij.

De kippen zijn soms groter dan de kinderen lijkt het wel. De kippen zijn soms groter dan de kinderen lijkt het wel.

Na de noodles en oploskoffie begint het al snel te miezeren dus de whisky drink ik maar in de binnentent op.

Dag 20

(donderdag 9 augustus 2007)

Als we opstaan is het nog droog maar al snel gaat het miezeren en nog later gaat de regenjas aan omdat het giet. Gelukkig wordt het rond de middag weer droog en breekt de zon door, want wandelen in de regen is gewoon minder leuk. Je ziet veel minder en alles is grauw. Het landschap is toch al overwegend groen, want het is immers winter hier en bloemen zijn er dan amper. 
Bananen en koffie zien we steeds minder, rijstvelden steeds meer. Ook het areaal gekapt en/of afgebrand bos neemt toe. Als de mensen zo doorgaan is er binnen enkele jaren geen regenwoud meer. Maar ja: wij hebben makkelijk praten omdat we immers genoeg geld hebben om eten te kunnen kopen. Nu akkerbouw levert op de korte termijn iets op, de regenwouden handhaven pas op langere termijn (vanwege vooral het toerisme).

Overal zie je rijstvelden. Overal zie je rijstvelden.

Veel dorpjes zijn min of meer verlaten in deze tijd van het jaar. De mensen bewerken het land en komen alleen bij elkaar als er een feest is. Ook het dorpje waarin we later kamperen is slechts bevolkt door een paar vrouwen en kinderen. Ze lijken hier wel wat rijker te zijn: de meeste huisjes hebben een golfplaten dak in plaats van bananenbladeren.
Eén van de andere nadelen van regen hier is dat de bloedzuigers dan tevoorschijn komen. Ze zijn niet zo groot, maar steken wel. Ook zijn de paden soms erg modderig en glibberig. 
Hanneke vindt oversteken over de vele boomstambruggetjes ook niet echt prettig. Eén voordeel: vandaag hoeven de schoenen maar twee keer uit voor twee rivieroversteken kort na elkaar. Het water komt tot ver over de knieën.
Ook vandaag lopen we tot een uur of drie. Weer meer dan zeven uur onderweg geweest. Een goede beslissing dus deze trekking. De middag brengen we door met water halen, eten, drinken en een beetje rondkijken en aangekeken worden voor we weer vroeg gaan slapen.

Dag 21

(vrijdag 10 augustus 2007)

's Nachts een gigantische bui en bij het opstaan bleek de afwatering door onze voortent te lopen en daar min of meer een beek gemaakt te hebben. Veel spullen zijn dus nat en m'n rugzak druipt. Gelukkig is het droog als we opstaan, dus natter wordt het niet.
Het is nog geen uur lopen tot de asfaltweg en tussendoor worden we met een uitgeholde boomstam de rivier overgevaren. Op de weg besluiten we verder te lopen. Een auto schijnt ook te kunnen, maar gezien de hoeveelheid verkeer (of beter gezegd: het ontbreken van verkeer) is lopen waarschijnlijk ook nog sneller. Tot het dorpje Ranomafana gaat het min of meer vlak. Veel wandelende tegenliggers met al dan niet trossen bananen of andere spullen bij zich.

Overal groeien bijzondere bomen en planten. Overal groeien bijzondere bomen en planten.

In het dorpje nemen we afscheid van onze gidsen en drinken een kopje koffie voor we de asfaltweg naar het nationale park vervolgen. Zo'n zes en een halve kilometer klimmen. Weinig andere wandelaars, maar veel mensen, kinderen en volwassenen, die stenen klein zitten te hakken. Zwaar en slecht werk en de Bounty die wij eten kost misschien wel net zoveel als deze mensen verdienen met een halve dag werken. Toch ''een beetje'' een wrang gevoel. Wonder boven wonder lijken de mensen erg vrolijk en zeggen ons zonder uitzondering vriendelijk gedag. Het lijkt bijna of wij er meer problemen mee hebben dan zij dat de verschillen in rijkdom zo absurd groot zijn. In Nederland zijn we financieel gezien overigens ''maar'' gegoede middenklasse; hier schathemelrijk. Wel ben ik ervan overtuigd dat hier rondreizen misschien wel de beste manier van ontwikkelingshulp geven is. Dankzij onze euro's hebben gidsen, winkeliers, restauranteigenaars, chauffeurs en noem maar op extra inkomsten. Voor het gevoel van eigen waarde is dit ook vast beter dan zomaar geld geven. Of schrijf ik dit alleen maar om mijn geweten te sussen??

Tegen de middag komen we aan bij het park. Eerst alles maar eens in het gras leggen om te drogen en als dat gedaan is gaan we de tent opzetten. Even een broodje eten en verder niet veel te doen deze middag. Het is te laat voor een lange wandeling en zonder gids mag je het park niet in. Na wat spelletjes en kopjes oploskoffie gaan we nog even wat eten. Rijst met steak; niet de lekkerste maaltijd van deze vakantie.

Dag 22

(zaterdag 11 augustus 2007)

Een nacht met wat motregen en mist, maar omdat de tent onder een afdakje staat merken we er niets van. Allebei ontbijten we met een dubbele portie pannenkoeken en dan kopen we entreekaartjes voor het park en huren een gids. Die neemt zijn dochter mee en dat is alleen maar handig: zij gaat af en toe vooruit om lemuren te zoeken. De tocht van vier uur duurt ruim vijf uur en is zeer succesvol. We zien zes verschillende soorten lemuren. De ene nog dichterbij dan de andere. Kameleons, groene gekko's, een bladstaartgekko (als de gids die niet aanwijst denk je echt dat het een dood blaadje is) en verder veel verschillende bloemen en planten. Van kleine orchideeën tot gigantische palmen en alles daartussen. 

bladstaartgekko een bladstaartgekko

De lemuren laten zich naderen tot op enkele meters. De bamboelemuren zijn waarschijnlijk de meest zeldzame diersoort die we ooit zullen zien. Tot enkele jaren geleden dacht men zelfs dat ze uitgestorven waren en wij zien er nu vijf van zeer dichtbij. Erg leuk. Kortom: een excursie die meer dan de moeite waard is, ondanks de vrij hoge kosten.
Aan het begin van de middag zijn we bij de tent. Als het avond is willen we nog een nachttocht maken en tot die tijd is het even wat eten en weer een spelletje doen. Tegen de tijd dat we naar de avondwandeling toe willen gaan barst er een noodweer los. We dubben of we wel zullen gaan, maar als de regen wat minder wordt besluiten we gewoon te gaan. Je hebt toch niet voor niets een ademende regenjas van meer dan 500 euro?!
Al voor het donker zijn we op een soort voederplaats. Enkele tientallen toeristen volgen. Volgens onze gids is dat het geheim van de toeristen en gidsen dat de beesten gevoerd worden en weten de wetenschappers officieel van niets. Tsja. Zonder de (vrijwel) zekerheid geen nachtdieren te zien komen er geen toeristen en zonder toeristen geen reden voor de bevolking om de regenwouden te sparen. We zien in elk geval verschillende nachtzoogdieren van zeer dichtbij. Vanwege het slechte weer houden de gidsen het ook al snel voor gezien en na nog even een tussenstop bij een grote kameleon zijn we na anderhalf uur terug.
Ook nu zijn we de enige toeristen in het hotel/restaurant. Toch vreemd: het is nu hoogseizoen en in dit gebied zijn er redelijk wat toeristen. Dit in tegenstelling tot in de rest van het land lijkt het, want afgezien van wat Fransen en een enkele Italiaan zien we haast geen andere toeristen. Om het de kok makkelijk te maken bestellen we maar weer allebei hetzelfde.

Dag 23

(zondag 12 augustus 2007)

Lekker weer pannenkoeken als ontbijt. Onder een halfbewolkte lucht denken we weer naar het dorp terug te moeten lopen voor een taxibrousse, maar al voor die tijd stopt er een auto en voor nog geen vijf gulden per persoon brengt één van de vele Renault 4 die dit land rijk is ons naar Fianar terug.  Even langs de koffietent voor een broodje, onze bagage ophalen en dan naar het busstation. Of eigenlijk: taxibroussestation, want bussen kennen ze hier niet; alles gaat met minibusjes.
We denken anderhalf uur te moeten wachten, maar zijn een kwartiertje later weg. Wel met het traagste busje aller tijden waarschijnlijk. Niet alleen rijdt tie ongelooflijk langzaam, ook stoppen we regelmatig (handig als je moet plassen) en houden een lange stop in een dorpje. Een mooi moment om wat lokale lekkernijen te proeven. Ondertussen wordt het busje zo vol geladen met bagage op het dak en mensen dat ook wij nu met z'n vieren op een bankje moeten. Tot die tijd leek men ons te ontzien. Een bos takken op de weg duidt op een vrachtauto met pech of een ongeluk.

Er past altijd nog meer bagage bij. Er past altijd nog meer bagage bij.

Zo'n negentig kilometer en vier uur later zijn we in Ambositra. Een prima plek om souvenirs te kopen naar het schijnt, maar wij zijn niet echt liefhebbers van houten (kunst)voorwerpen en kopen dus niets. Al tellend komen we tot de conclusie dat we eigenlijk twee of drie dagen ''over'' hebben. Gelukkig kun je ook in dit gebied prima wandelen naar het schijnt en dus regelen we een gids en maken afspraken voor de komende drie dagen.
Ook deze avond zijn we weer de enige gasten in het restaurant. De gebakken noodles met eend en bananenbeignets smaken er niet minder om. Tegen de gewoonte in zijn de porties erg ruim.

Dag 24

(maandag 13 augustus2007)

's Morgens mist het dus laten we de tent nog even staan en gaan eerst ontbijten. Dat kan niet in ons eigen hotel. Nog even wat boodschappen doen, alles inpakken en dan gaan we weer wandelen. Boodschappen doen kost bijna net zo veel als uit eten gaan en wandelen zonder gids schijnt niet toegestaan te zijn. 

Ook hier gaan we weer wandelen. Ook hier gaan we weer wandelen.

Zo'n twee uur omhoog in de zon. We eten wat en laten de rugzakken dan achter. De middag klimmen en klauteren we vooral op en rond watervallen. Blij dat de rugzakken niet mee zijn. We zien wat vogels en hagedissen, maar geen kameleons. Je kunt niet alles hebben. Onze gids droomt er van om een nationaal park in dit gebied te krijgen, maar ik vrees dat dat niet zal gaan lukken. Er is vrijwel geen bos meer over en de ontbossing lijkt gewoon verder te gaan gezien het aantal plaatsen waar men houtskool maakt.
Aan het einde van de middag pakken we de rugzakken op en even verderop bouwen we ons kamp op. De gids heeft geen tent kunnen regelen en zal dus onder de sterrenhemel slapen. Wassen in een beekje en na onze avondmaaltijd een nachtwandeling. Onze gids heeft echt niets meegenomen: geen tent, geen pan of brander, geen mok (dus als wij hem een kopje koffie of thee aanbieden moet hij eerst de onderkant van een lege waterfles afsnijden) en ook geen zaklamp. Dat laatste is ook voor ons lastig: we hebben nu met z'n drieën maar één zaklampje en dat is niet echt veel. We lopen en struinen zo'n anderhalf uur rond, maar we zien enkel wat motjes en horen kikkers en vogels. Een beetje een absurdistische wandeling zo. De gids heeft ons hoofdlampje en wij sjokken er achteraan zonder eigenlijk iets te zien. Enfin, we zijn allang blij dat we niet verdwalen en tegen acht uur bij de tent zijn om naar bed te gaan. 

Dag 25

(dinsdag 14 augustus 2007)

Om kart voor zeven staan we op en als alles is afgebroken en ingepakt en we ontbeten hebben stelt onze gids voor om de spullen hier achter te laten en dus ons kampement niet te verkassen. Ook geen probleem, alleen als we dat eerder geweten hadden hadden we de tent natuurlijk niet eerst afgebroken.
Onze eerste wandeling duurt zo'n drie uur. Niet echt klauteren, maar soms wel wat klimmen. We lopen naar de top op zo'n 1850 meter en zien dat het dorp in de mist is verdwenen. Bij ons is het de hele nacht helder geweest. Hoger kamperen heeft z'n voordeel.
Veel dennen en kale stukken, af en toe wat stroompjes, watervalletjes en stukjes natuurlijk bos. Wel veel vogels, megagrote sprinkhanen en een enkele vlinder, maar geen kameleon. Ook veel kikkervisjes, maar slechts één bruine kikker. Alles bij elkaar een relaxte ochtend en ruim voor lunchtijd zijn we terug op onze kampeerplek.
Een paar uur lang een beetje lezen, in de zon of schaduw zitten, eten, drinken en een spelletje spelen. Tegen drie uur gaan we nog twee uur wandelen. Geen bijzondere dingen gezien of gedaan. Om nog een uur op de top op de zonsondergang te wachten zien we niet zitten, dus gaan we maar terug om de tent op te zetten, hout te sprokkelen en eten koken. Ondanks het kampvuur en de whisky maken we het niet echt laat.

Dag 26

(woensdag 15 augustus 2007)

Ook vandaag staan we weer vroeg op en in een uurtje tijd hebben we alles gepakt en ontbeten. In het dal is het langer mistig dan gisteren. Het was dan ook een koude nacht. Toch zijn ook wij pas nadat de mist is opgetrokken terug in het centrum van Ambositra. Via een lus lopen we in ruim twee en een half uur naar de hostel. Een mooie wandeling langs huisjes, rijstvelden en terrassen met onder andere cassave. Dat alles met heerlijk wandelweer maakt dit tot een waar hoogtepuntje van onze reis. Vrolijk zeggen we alle mensen gedag. Volwassenen zeggen vooral salam/a/i/o/e en de kinderen vazal (=blanke). Allemaal vriendelijk bedoeld. Het koninklijk paleis uit 1857 is een houten ''schuur''. Laten we zeggen een verschil met de paleizen in Europa uit die periode.

mist boven Ambositra mist boven Ambositra

In de hostel dumpen we de rugzakken en gaan eerst koffie mét doen. Dan een tijdje door het stadje slenteren, wat winkels bekijken en hier en daar wat eten of drinken. Op het warmst van de dag gaan we een spelletje in de hostel doen.
Aan het einde van de middag de tent opzetten en douchen. Echt warm douchen; da's lang geleden. We slenteren dan nog wat door de stad en komen onze gids Duda weer tegen. Die hoort van onze plannen en regelt dat we morgen om zeven uur bij het hotel worden opgehaald en zitplaatsen voorin de taxibrousse hebben. Perfect. De prijzen van de taxibrousses zijn door de overheid vastgesteld, dus je hoeft ook nooit bang te zijn dat je teveel betaalt.
Tenslotte gaan we met z'n drieën nog ergens wat eten. De gids heeft blijkbaar genoeg verdiend dat hij zich zo'n relatief dure maaltijd kan permitteren. Als je zag hoe weinig eten en spullen hij op de trekking mee had genomen verbaast ons dat toch wel een beetje.

Dag 27

(donderdag 16 augustus 2007)

Geen mist vanmorgen. Alles afgebroken en zittend op de rugzakken op de taxibrousse wachten. Broodjes hadden we gisteren al gehaald en koffie halen we in een hotel aan de overkant en gieten dat over in onze eigen mok. Precies op tijd komt ons busje en in het busstation stappen we over in onze eigen taxibrousse. Een half uurtje later zijn we op weg naar de hoofdstad Tana. De auto zit gewoon vol: op elke zitplaats slechts één passagier en ook de hoeveelheid bagage op het dak valt mee. Dat laatste zou later wel fors toenemen als we een gedeelte van de bagage van een verongelukt busje overnemen. Er lijken gelukkig geen zwaargewonden te zijn.
Lunchen onderweg met kip en rijst. Met een cola en een banaan als toetje voor net twee gulden per persoon en nog lekker ook.
In Tana nemen we een taxi naar het centrum en de eerste drie hostels zitten vol. Dan maar naar het hotel van onze eerste nacht. Vrij prijzig, maar wel een erg lekkere douche en we hebben geen zin in een halve middag met de rugzakken op door de stad te sjouwen.
De rest van de middag echt de toerist uitgehangen: T-shirts gekocht, souvenirs aangeschaft (van die leuke blikken auto's), biertje op een terras gedronken, even mails gelezen en gestuurd en een beetje rondgeslenterd. Best relaxed.
Op de kamer de spullen uitgezocht, want ook hier gaan we spullen achterlaten de komende drie dagen. Douchen en terug naar de stad om te eten. We kiezen deze keer een restaurant uit de Lonely Planet en zijn duidelijk niet de enigen die dat doen. Het zit afgeladen vol. Redelijk hoofdgerecht, heerlijk toetje en een perfecte espresso tegen wat hogere prijzen dan we gewend zijn.
Terug in het hotel nog een spelletje gedaan en toen naar bed.

Dag 28

(vrijdag 17 augustus 2007)

Een dag om van Tana naar Park Reserve Special d'Analamazoatra te reizen. Na ontbijt in een salon de the, waarvan ze er hier heel veel hebben en dit misschien wel de beste is, een taxi naar een ander busstation. Niet al te lang wachten en met één persoon per stoel reizen we naar Moramanga. Een mooie rit door een liefelijk gebied. Veel minder stoffig dan gisteren en meer bomen en water. Ook nu weer wel veel rijstvelden.
Even lunchen met een broodje en yoghurt na. Kleine bekertjes yoghurt zijn hier, terecht, razend populair. Dan een uurtje wachten en met 1 chauffeur, 29 volwassen passagiers en een stuk of 6 kinderen in een Mercedesbusje. Ademhalen gaat; bewegen een stuk lastiger. Gelukkig stappen er al vrij snel mensen uit en komen we steeds ruimer te zitten. Samen met een Frans stel stappen we uit in het nationale park.
Een gids geeft ons uitleg over de mogelijkheden en morgen gaan we met z'n vieren en hem de grote ronde lopen. Nu eerst de tent opzetten. En als we even later een kop koffie in het restaurant bestellen worden de eerste kameleons gespot. Een heel klein soortje van slechts enkele centimeters en een stel grotere. De beesten worden niet alleen door ons tientallen keren, al dan niet met flits of macrolens, op de foto gezet.

De kleinste  kameleonsoort op een duim. De kleinste  kameleonsoort op een duim.

Als we even later ook nog een groene gekko zien kan dit uitstapje wat ons betreft helemaal niet meer stuk.
De laatste spaghetteria maaltijden komen uit  de rugzak en ook het laatste beetje benzine gebruiken we. De maaltijden gaan weer terug de rugzak in: we hebben niet genoeg benzine om zelfs het water maar aan de kook te krijgen blijkt. Dan maar een kilometer lopen naar een restaurant. Redelijk gegeten en een zeer trage bediening. Terug op de campsite zoeken we nog even naar kameleons en vinden er nog een stuk of vijf. Mooie foto's gemaakt en één slapend exemplaar uit een boom laten vallen.
Bij de tent het laatste beetje whisky opgedronken en dan de laatste nacht in de tent en slaapzak van deze vakantie.

Dag 29

(zaterdag 18 augustus 2007)

's Nachts wat regen, maar min of meer droog opgestaan. Thee zetten of kopen lukt niet, dus dan maar poederlimonade bij het stokbrood en de cakejes als ontbijt.
Samen met de twee Fransen hebben we een Engelstalige gids voor een wandeling van vier uur geboekt. Eén groot hoogtepunt van deze vakantie: kameleons, kikkers, lemuren: we hebben ze allemaal gezien. 

diadeem sifaka's diadeem sifaka's

Van de lemuren zagen we, naar onze mening en velen zijn het met ons eens, de mooiste soort: de diadeem sifaka. De grootste soort, de indri, hebben we niet alleen gezien maar vooral ook gehoord. Een zeer spectaculair soort zingen, wat ze eigenlijk alleen 's morgens doen. Klik hier maar eens om dat te horen. Voor ons een ervaring om niet snel te vergeten.

Eén van de kikkertjes die we zien. Eén van de kikkertjes die we zien.

Verder lopen en struinen we door het regenwoud en zien ook diverse vogels en bijzondere bomen en planten, maar eerlijk is eerlijk: voor ons waren hier de kikkers en de indris de hoogtepunten.
Na terugkomst breken we de tent af. Helaas is het vochtig en (mot)regent het soms wat, waardoor alles nat de rugzak ingaat. Een tussenstop bij het restaurant en dan naar de taxibrousse. Tot onze positieve verbazing hoeven we slechts 20 minuten te wachten en vertrekt het busje, naar Nederlandse maatstaven, halfvol. Naar Malagasy begrippen zat tie dus voor ongeveer een kwart vol. Onderweg stappen er wat mensen in en uit, maar druk wordt het niet.
Aan het einde van de middag zijn we in Moramanga. Een hotel gezocht en nog even wat door het stadje geslenterd. Rond half zes gaan we eten, want de lokale restaurantjes gaan vaak vroeg dicht. Lekkere mi sao (gebakken noodles). Op straat nog wat gebakken bananen gegeten en na een kopje oploskoffie met een soort oliebol gaan we naar de hotelkamer. De boiler is kapot, dus een koude douche. Om de tijd te doden en vooral te voorkomen dat we de laatste morgen van deze vakantie veel te vroeg wakker zijn, spelen we nog een paar spelletjes.

Dag 30

(zondag 19 augustus 2007)

Onze tactiek is mislukt: we zijn gewoon weer om half zeven wakker. Hanneke is afgelopen nacht flink beroerd geweest; waarschijnlijk toch iets verkeerds gegeten of gedronken.
Op zondag is veel gesloten, dus geen salon de the. maar een ''gewoon'' tentje om te ontbijten. Al voor negen uur zijn we in het busstation en binnen een kwartier vertrekt ons busje naar Tana. Op elke stoel weer één passagier en zeer snel in Tana. Al voor lunchtijd hebben we onze rugzakken bij de rest van de bagage gezet en slenteren door de stad. Vanwege de sluiting van de eilandspelen is het nu drukker op zondag dan vier weken geleden. Er is echter niet veel te zien of te beleven in deze stad. Om een idee te geven: bij de suggestie van de Lonely Planet voor een vierdaags bezoek staat een halve dag naar de sauna op het programma.
Nog wat lokale hapjes proberen en als de prijs te hoog is blijkt men de oude munteenheid te hanteren. De nieuwe munt is een paar jaar geleden ingevoerd en 20% van de oude waard. Achteraf hebben we dus dingen niet gekocht, omdat we niet door hadden dat we de prijs door vijf hadden moeten delen.
Na een biertje op een terras, een espresso, een redelijke maaltijd en nog een espresso in verschillende horeca halen we de bagage en zoeken een taxi. Nog even afdingen (handig: een paar dagen geleden hadden we een hele redelijke chauffeur en we hebben hem toen de prijs voor een ritje naar het vliegveld gevraagd) en dan naar de luchthaven. Veel te vroeg arriveren we daar, maar we hebben verder toch niets meer te doen. In onze portemonnee nog zo'n 15 euro, dus we hoeven Johan niet meer te bellen ;-)
Spelletje spelen en wachten tot het tijd is.

Dag 31

(maandag 20 augustus2007)

Iets voor tijd, tegen één uur, vliegen we naar Parijs. Weinig slapen, eindelijk weer eigen muziek luisteren in plaats van de Malagasy chauffeurs en Shrek 3 kijken op een veel te klein scherm.
Snel de overstap in Parijs. Gelukkig een Volkskrant tijdens die laatste vlucht. Op Schiphol blijkt de rugzak van Hanneke er niet te zijn. Dat blijkt overigens niet de meest vervelende bodschap van deze dag te zijn... Maar goed: da's een heel ander verhaal en staat gelukkig helemaal los van deze vakantie of Hanneke en mij persoonlijk. Madagascar was in elk geval geweldig en ik sluit zeker niet uit dat we er in de toekomst nog eens naar zullen terugkeren.

Voordelen Madagascar (volgens Hanneke en Jan): Nadelen Madagascar (volgens Hanneke en Jan):
De vriendelijke en behulpzame bevolking. De armoede bij een groot gedeelte van de bevolking.
De zeer vele, zowel korte als meerdaagse, wandelmogelijkheden. Dure vliegtickets om er te komen. 
Zeer goedkoop om rond te reizen. Betalen met Mastercard is onmogelijk.
Prachtige natuur. Veel natuur is al verdwenen.
Absoluut veilig en geen criminaliteit. De mensen spreken er vrijwel geen Engels (maar wel Frans).

Terug naar hikes buiten Europa.

Terug naar (overige) vakanties.

Terug naar de startpagina.